Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 020409 desk. bericht m.b.t. vraag of verzekering ( E 4.592,92 bij 77,4% bi)behoorlijk

Hof Den Bosch 020409 deskundigenbericht m.b.t. vraag of verzekering ( E 4.592,92 bruto bij 77,4% bi) behoorlijk is
9.5. Of de door Regiotaxi in 1999 getroffen verzekering van [X.], gelet op alle omstandigheden van het geval, een behoorlijke verzekering was, staat derhalve nog niet vast. Het hof acht op dit punt deskundigenonderzoek noodzakelijk. Het hof is voornemens aan de te benoemen deskundige(n) de volgende vragen voor te leggen:

A. Wat waren ten tijde van het ongeval (op 5 september 1999) de mogelijkheden voor Regiotaxi als taxionderneming om zich ten behoeve van de in haar dienst werkzame taxichauffeurs te verzekeren tegen het risico op letselschade (waaronder begrepen gevolgschade), overige materiële en immateriële schade van die taxichauffeurs als gevolg van een verkeersongeval aan de taxichauffeur als bestuurder overkomen tijdens het uitvoeren van de taxiritten?
B. Wat kunt u meedelen over de beschikbaarheid van deze verzekeringen in 1999? Het hof acht het daarbij van belang te vernemen of de genoemde verzekeringen behoorden tot de in het algemeen (via assurantietussenpersonen of rechtstreeks) door in Nederland actieve verzekeringsmaatschappijen volgens min of meer standaard voorwaarden aangeboden verzekeringen.
C. Tegen welke premies konden de onder A. bedoelde verzekeringen door Regiotaxi worden verkregen? Maakt het voor de premiehoogte verschil indien de betrokken chauffeur in deeltijd werkzaam was, en zo ja, welk verschil?
D. Maakt het voor de beantwoording van de hiervoor gestelde vragen nog verschil dat Regiotaxi reeds een op grond van de CAO voor het taxivervoer voorgeschreven collectieve ongevallenverzekering voor haar chauffeurs had afgesloten? Het hof wenst met deze vraag in feite te vernemen of een aanvullende dekking op die verzekering mogelijk was, en zo ja, tegen welke premie en met welke dekking?

E. Hebt u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?

9.6. Het hof zal partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten over het aantal, de deskundigheid en – bij voorkeur eensluidend – over de persoon van de te benoemen deskundige(n). Voorts kunnen partijen suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.

9.7. Het hof is voornemens de kosten van de deskundige(n) voorshands ten laste van beide partijen (ieder voor de helft) te brengen. LJN BH9968