Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 130324 benoeming bijzondere curator minderjarige n.a.v. ombrengen broertje door vader

RBZWB 130324 benoeming bijzondere curator minderjarige n.a.v. ombrengen broertje door vader

3 De beoordeling

3.1

Op grond van de overgelegde stukken staat het volgende vast:

- De moeder en de vader oefenen gezamenlijk het gezag over [minderjarige] uit.

- [minderjarige] woont bij de moeder.

3.2

Namens de moeder is ter onderbouwing van het verzoek aangegeven dat de vader wordt verdacht van het ombrengen van zijn zoontje [naam] eind maart 2023. [naam] is het halfbroertje van [minderjarige] . De vader is hiervoor gedetineerd. De inhoudelijke behandeling in de strafzaak met parketnummer 02.093131-23 is voorlopig gepland op 20 juni 2024. De moeder verzoekt een bijzondere curator voor [minderjarige] om een vordering tot schadevergoeding in te dienen in deze strafzaak. De vader dient als gezaghebbende ouder, naast de moeder, hiervoor toestemming te geven, maar de vordering tot schadevergoeding zal tegen hem als verdachte zijn gericht. De belangen van de vader zijn daarom in strijd met de belangen van [minderjarige] . De moeder stelt voor om mr. J.A. van Gemeren, advocaat te Rotterdam, te benoemen als bijzondere curator en haar de volgende opdracht te geven:

- [minderjarige] als bijzondere curator te vertegenwoordigen in het strafproces inzake het ombrengen van zijn broertje door zijn vader;

- te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn in het strafproces rondom de aanvraag van een schadevergoeding voor [minderjarige] en daartoe indien mogelijk over te gaan.

3.3

De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek benoemt de rechtbank op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve, indien zij dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, een bijzondere curator om de minderjarige terzake, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen, wanneer, in aangelegenheden betreffende het vermogen van de minderjarige, de belangen van de met het gezag belaste ouder in strijd zijn met die van de minderjarige.

3.4

De rechtbank ziet aanleiding om voor [minderjarige] ambtshalve een bijzondere curator te benoemen. De rechtbank stelt op basis van het voormelde vast dat de belangen van de met het gezag belaste vader in strijd zijn met de belangen van [minderjarige] . Het is in het belang van [minderjarige] noodzakelijk dat er een bijzondere curator voor hem wordt benoemd die hem terzake voormelde strafzaak jegens de vader in en buiten rechte vertegenwoordigt. Aangezien het verzoek aanstonds toewijsbaar is, zal de rechtbank de benoeming ambtshalve en zonder het horen van partijen doen.

3.5

Mevrouw mr. J.A. van Gemeren, advocaat te Rotterdam, gevestigd aan [adres] Rotterdam, heeft zich per e-mail van 4 maart 2024 bereid verklaard als bijzondere curator voor [minderjarige] op te treden. De rechtbank verzoekt de bijzondere curator om [minderjarige] in die hoedanigheid te vertegenwoordigen in voormeld strafproces jegens de vader en een vordering tot schadevergoeding voor hem in te dienen, indien dit mogelijk én in het belang van [minderjarige] is.

3.6

Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank ambtshalve mr. J.A. van Gemeren, tot bijzondere curator over [minderjarige] benoemen.

3.7

Gezien de ambtshalve benoeming zal het verzoek van de moeder worden afgewezen. ECLI:NL:RBZWB:2024:1694