Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb 's-Gravenhage 251012 ongeval door falende remmen? Nadere bewijslevering en/of deskundigenonderzoek nodig; verzoek afgewezen

Rb 's-Gravenhage 251012 ongeval door falende remmen? Nadere bewijslevering en/of deskundigenonderzoek nodig; verzoek afgewezen 
- kosten gevorderd, begroot, maar niet toegewezen; 8,83 uur x € 200,-- + 2,67 uur x € 230,-- + 6% + 19 % + griffierecht

2.  De feiten 
2.1.  Op 3 september 2011 heeft [verweerder] van Moes Cars een auto, merk Mercedes-Benz, type A 160, kenteken 33-GX-FD, (hierna: “de auto”) gekocht. 
2.2.  De auto is op 5 september 2011 APK gekeurd door Stouband B.V. te Vlaardingen. 

2.3.  [verweerder] heeft de auto op 6 september 2011 geleverd gekregen van Moes Cars. 

2.4.  Op 9 september 2011 heeft [verweerder] Moes Cars gebeld met de mededeling dat hij op diezelfde dag met de auto betrokken is geweest bij een verkeersongeval, omdat de remmen van de auto niet goed werkten (hierna: “het ongeval”). 

2.5.  [verweerder] heeft Moes Cars vervolgens aansprakelijk gesteld voor het ongeval en de gevolgen daarvan. 

2.6.  Moes Cars heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. 

3.  Het geschil 
3.1.  [verweerder] verzoekt – zakelijk weergegeven – bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w-1019cc van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: “Rv”): 
I  voor recht te verklaren dat Moes Cars aansprakelijk is voor de door [verweerder] geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval op 9 september 2011; 
II  Moes Cars te veroordelen tot betaling van een voorschot onder algemene titel van  € 10.000,--, althans een in goede justitie te bepalen bedrag; 
III  de kosten van deze procedure te begroten en Moes Cars te veroordelen tot betaling van deze kosten, vermeerderd met wettelijke rente. 

3.2.  [verweerder] legt aan zijn verzoek primair ten grondslag dat Moes Cars zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst niet is nagekomen door hem een auto te leveren die ten tijde van de aflevering niet de eigenschappen bezat die [verweerder] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [verweerder] voert subsidiair op dezelfde gronden aan dat Moes Cars toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de koopovereenkomst. Meer subsidiair voert [verweerder] aan dat Moes Cars jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW. Moes Cars is gehouden de uit het ongeval voortvloeiende (letsel)schade te vergoeden, aldus [verweerder]. 

3.3.  Moes Cars voert verweer. 

3.4.  Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 

4.  De beoordeling 
Het verzoek zoals weergegeven onder I 

4.1.  Ter beoordeling staat in de eerste plaats of het verzoek van [verweerder] zich leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure als bedoeld in artikel 1019w-1019cc Rv, zoals [verweerder] stelt en Moes Cars betwist. 

4.2.  Op [verweerder] rust de stelplicht en, zonodig, de bewijslast ten aanzien van het vermeende schadeveroorzakende ongeval. [verweerder] is van oordeel dat de aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten voldoende bekend zijn. Moes Cars betwist daarentegen onder meer dat het ongeval zich heeft voorgedaan, de door [verweerder] gestelde toedracht van het ongeval en de stelling van [verweerder] dat hij letsel heeft opgelopen als gevolg van het gestelde ongeval. 
4.3.  Op grond van de door [verweerder] overgelegde stukken kan de rechtbank op dit moment de voor de aansprakelijkheidsvraag van belang zijnde feiten onvoldoende vaststellen. Er bestaat ten aanzien van de feitelijke gang van zaken nog teveel onduidelijkheid. Ter zitting is echter gebleken dat [verweerder] over aanzienlijk meer bewijsmateriaal beschikt dan hij in het kader van deze verzoekschriftprocedure in het geding heeft gebracht. 

4.4.  De rechtbank is met Moes Cars van oordeel dat voor een beslissing op het onderhavige verzoek (nadere) bewijslevering en/of deskundigenonderzoek nodig is, als gevolg waarvan de procedure dermate veel tijd, geld en moeite gaat kosten, dat dit niet opweegt tegen het belang van de vordering en de bijdrage die de beslissing kan leveren aan de totstandkoming van een minnelijke regeling. 

4.5.  Het voorgaande leidt ertoe dat verzoek I, zoals weergegeven onder r.o. 3.1, op grond van artikel 1019z Rv zal worden afgewezen. 

Het verzoek zoals weergegeven onder II 

4.6.  [verweerder] verzoekt voorts veroordeling van Moes Cars tot betaling van een voorschot, zoals weergegeven onder r.o. 3.1. Dit zal worden afgewezen, omdat in dit deelgeschil niet is vast komen te staan dat Moes Cars aansprakelijk is voor de door [verweerder] als gevolg van het ongeval eventueel geleden schade. 

Begroting van de proceskosten 

4.7.  Ingevolge artikel 1019aa Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, ook als het verzoek wordt afgewezen. Dit is alleen dan anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Dat van deze situatie sprake is, is gesteld noch gebleken. De rechtbank neemt dan ook tot uitgangspunt dat het op zichzelf redelijk is dat aan de zijde van [verweerder] kosten in verband met het onderhavige deelgeschil zijn gemaakt. Gelet hierop zal de rechtbank overgaan tot begroting van de kosten. 

4.8.  Mr. Bosch voert aan € 3.269,06 aan kosten te hebben gemaakt. Daarbij is hij uitgegaan van 8,83 uur à € 200,-- per uur en 2,67 uur à € 230,-- per uur, 6% aan kantoorkosten en 19% aan BTW. 

4.9.  Gezien de aard van de zaak, komt de aan de zaak bestede tijd de rechtbank niet onevenredig voor. De kosten zullen worden vermeerderd met het door [verweerder] betaalde griffierecht van € 267,--. Dit brengt mee dat de rechtbank de kosten van deze procedure zal begroten op € 3.536,06 (inclusief BTW), 

4.10.  Nu de rechtbank de aansprakelijkheid van Moes Cars voor de gevolgen van het gestelde ongeval op basis van de beschikbare stukken niet heeft kunnen vaststellen, zal de verzochte veroordeling van [verweerder] tot voldoening van de kosten van dit deelgeschil aan [verweerder] worden afgewezen. Dit betekent dat het onder r.o. 4.9. begrote bedrag uitsluitend verschuldigd is indien de aansprakelijkheid van Moes Cars alsnog in rechte komt vast te staan. 
LJN BY3377