Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Overijssel 111116

Rb Overijssel 111116

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-overijssel-111116

Rechtbank Overijssel

Team kanton en handelsrecht 

Zittingsplaats Zwolle 

zaaknummer / rekestnummer: C/08/187738 / HA RK 16-84 

Beschikking van 11 november 2016 

in de zaak van 

X, 
wonende te S, 
verzoeker, 
advocaat mr. S. Demirtas te Arnhem, 

tegen 

de stichting 
DEVENTER ZIEKENHUIS, 
gevestigd te Deventer, 
verweerster, 
advocaat mr. O.L. Nunes te Utrecht. 

Partijen zullen hierna X en Deventer Ziekenhuis worden genoemd. 

1. De procedure 

Het verloop van de procedure blijkt uit: 
- het verzoekschrift 
- het verweerschrift 
- de mondelinge behandeling 
- het e-rnailbericht van X van 7 oktober 2016 
- het e-rnailbericht van Deventer Ziekenhuis van 17 oktober 2016 
- het e-mailbericht van X van 18 oktober 2016. 

2. De beoordeling 

2.1. Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen ter zake van - kort gezegd - een medische behandeling van X in het ziekenhuis van Deventer Ziekenhuis. 

2.2. Bij beschikking van 26 januari 2016 heeft de kantonrechter van deze rechtbank een bewind ingesteld over alle goederen, die toebehoren of zullen toebehoren aan X, vanwege zijn lichamelijke of geestelijke toestand, alsmede tot bewindvoerder benoemd Aktiva B.V., gevestigd te Hoogeveen. 

2.3. Het verzoekschrift is ingediend door X en op 16 juni 2016 door de rechtbank ontvangen. 

2.4. Ingevolge artikel 1:441 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vertegenwoordigt tijdens het bewind de bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in en buiten rechte. Deze bepaling brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat X niet in rechte een verzoekschrift als het onderhavige bij de rechtbank kan indienen. Het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht brengt, immers afgezien van het - als gevolg van een verleende toevoeging verminderd - griffierecht (dat overigens onder invloed van het bewind te laat is voldaan), het risico voor de verzoeker mee dat deze na het onderzoek wordt veroordeeld in de kosten van het deskundigenbericht die in zaken als van de onderhavige aard substantieel zijn. Dat door X vanwege de toevoeging vooreerst geen voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek behoeft te worden gestort overeenkomstig de hoofdregel dat de verzoeker dat moet doen, maakt dat niet anders. De bewindvoerder had derhalve in zijn hoedanigheid als formele procespartij het voorliggende verzoekschrift moeten indienen. 

2.5. Teneinde deze verzoekprocedure niettemin in rechte een vervolg te kunnen geven, is de rechtbank, in de geest van het arrest van de Hoge Raad van 7 maart 2014 (ECLl:NL:HR:2014:525), van oordeel dat de bewindvoerder de handeling in rechte van X zonder formaliteiten zou kunnen bekrachtigen door de procedure als formele procespartij van X over te nemen. 

2.6. Bij de mondelinge behandeling van het verzoek heeft de rechtbank het vorenstaande aan de orde gesteld en aan X de hiervoor bedoelde, te volgen handelwijze voorgehouden. X heeft daarop verklaard met de bewindvoerder in contact te zullen treden. 

2.7. De rechtbank heeft in verband met het voorgaande de behandeling van de zaak aangehouden en X in de gelegenheid gesteld om de rechtbank binnen twee weken na de zitting te laten weten of de bewindvoerder deze procedure als formele procespartij al dan niet overneemt, onder mededeling dat daarvan de beslissing in deze procedure afhangt. 

2.8. Bij e-mailbericht van 7 oktober 2016 heeft de advocaat van X aan de rechtbank doorgezonden een e-mailbericht dat Y/Aktiva op 28 september 2016 aan X heeft gestuurd met als inhoud: 
"Goedemiddag X. 
( ... ) 
Het is toegestaan om een procedure te starten zonder tussenkomst van mij als bewindvoerder. Je staat wel onder bewind maar je bent wel handelingsbekwaam. 
Ik wil wel aangeven dat je voor het inschakelen van een medisch specialist zelf moet opdraaien voor de kosten wanneer jij in het ongelijk wordt gesteld.

2.9. De advocaat van X heeft in voornoemd e-mailbericht voorts het volgende medegedeeld: 
"Hierbij voldoe ik aan uw verzoek om het onderstaande e-mailbericht naar u door te sturen waaruit blijkt dat het aan de heer X toegestaan is zonder tussenkomst van zijn bewindvoerder een procedure te starten. De heer X procedeert hiermee voor eigen risico en rekening. Indien de heer X akkoord gaat met de kosten van de deskundige, zal de factuur van de deskundige op naam van het Deventer Ziekenhuis en X dienen te worden gesteld. Ik zelf sta niet in voor de kosten van het Deventer Ziekenhuis en van X."

2.10. De rechtbank stelt vast dat uit het bericht van de bewindvoerder niet is gebleken dat deze de procedure als formele procespartij overneemt. Voorts is zij van oordeel dat, gezien het vermogensrechtelijk aspect van deze procedure, het door de bewindvoerder aan X kenbaar gemaakte standpunt zonder meer in strijd is met het bepaalde in artikel 1:441 BW en dat het procederen voor eigen rekening en risico bovendien geacht moet worden niet te stroken met de wettelijke bedoeling van de onderbewindstelling, dat juist wordt ingesteld omdat iemand niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen.

2.11. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van X niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

3. De beslissing

De rechtbank

3.1. verklaart het verzoek van X niet-ontvankelijk.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.H.S. Lebens - de Mug en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2016.