Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Noord-Nederland 200716

Rb Noord-Nederland 200716

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2017/rb-noord-nederland-200716

Vonnis


RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen

zaak-/rolnummer: 4472586 \ CV EXPL 15-7328

vonnis van de kantonrechter van 20 juli 2016

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Witlox Juristen sinds 1915 B.V., handelend onder de naam "Misterclaim",
hierna te noemen: Witlox,
gevestigd te 's- Hertogenbosch en kantoorhoudende te Vught,
eisende partij,
gemachtigde: mr. R.J.J.M. Witlox,

tegen

de naamloze vennootschap Unigarant N.V.,
hierna te noemen: Unigarant,
gevestigd.en kantoorhoudende te 7901 EH Hoogeveen, Schutstraat 120,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. D.D. Markvoort.

1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding met producties van 17 september 2015;
de conclusie van antwoord met producties van 28 oktober 2015;
het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 24 februari 2016.

2. De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2. 1. Op 31 augustus 2007 is mevrouw X (hierna: X) te Willemstad slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarvoor Unigarant als WAM-assuradeur aansprakelijk is.

2.2. X heeft in maart 2011 Witlox opdracht gegeven haar letselschade te verhalen op Unigarant. Bij brief d.d. 21 juli 2011 heeft Witlox Unigarant meegedeeld, dat hij de zaak heeft overgenomen van SRK Rechtsbijstand.

2.3. In de door X ondertekende machtiging d.d. 28 maart 2011 staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
"6. Door ondertekening verklaart opdrachtgever zijn potentiële BGK-claim op de aansprakelijke wederpartij reeds nu voor alsdan aan opdrachtneemster te cederen."

2.4. Tot en met ultimo 2014 heeft Witlox 6 declaraties ingediend bij Unigarant, voor een totaalbedrag van € 16.842,56 incl. 6% kantoorkosten, verschotten en BTW. Daarop is door Unigarant een bedrag betaald van € 2.583, l7. In de bijbehorende brief van 26 november 2013 maakt Unigarant bezwaar tegen het uurtarief van Witlox.

2.5. Op 5 maart 2015 hebben de heer Kranendonk van Raasveld Expertise - door Unigarant ingeschakeld als schaderegelaar - en Witlox in eerste instantie gesproken over een oplossing, inhoudende dat als X akkoord zou gaan met een slotbetaling van € 35.000,00, Witlox aanspraak zou kunnen maken op een betaling van buitengerechtelijke kosten van € 15.000,00. In zijn mail d.d. 16 maart 2016 heeft Kranendonk vervolgens meegedeeld dat hij namens Unigarant een slotbetaling aan X mocht aanbieden van€ 60.000,00, De afspraak omtrent de buitengerechtelijke kosten is daarin niet genoemd. Wel staat vermeld, dat indien X het voorstel niet zou accepteren, het voorstel komt te vervallen, waarbij Kranendonk Unigarant in overweging zal geven een slotbetaling van € 15.000,00 over te maken aan X en het dossier te sluiten.

2.6. Bij e-mail d.d. 17 maart 2015 heeft X het volgende aan Witlox geschreven:
"Geachte heer Witlox,
Bij deze akkoord,
Op welke termijn kunnen we alles afhandelen?
( ... )


2.7. Witlox heeft per e-mail d.d. 17 maart 2015 aan Kranendonk meegedeeld, dat X akkoord gaat met een slotuitkering d.d. € 60.000,00, op voorwaarde dat zij daarvoor een belastinggarantie krijgt. In de daarop volgende e-mail heeft hij geschreven:
"In mijn mail van zojuist was ik vergeten te vragen de bij het bereiken van een akkoord tussen overeengekomen slotbetaling wegens bgk van € 15.000,-- buiten de vso te houden en pas betaalbaar te stellen als u in het bezit bent van de door cliënte getekende vso."

2.8. Bij e-mail d.d. 18 maart 2015 heeft Raasveld Expertise aan Witlox een vaststellingsovereenkomst en een belastinggarantie gestuurd, met het verzoek deze ondertekend door X retour te zenden.

2.9. X heeft op 16 april 2015 de overeenkomst van opdracht met Witlox opgezegd. Zij is overgestapt naar een andere belangen behartiger, mr. Th. de Haan.

2.10. Op 28 april 2015 heeft Witlox zijn gespecificeerde eindnota ad € 3.860,63 aan Unigarant toegezonden.

2.11. Tussen Wtlox en mr. De Haan heeft een mailwisseling plaatsgevonden. In zijn e-mail d.d. 19 juni 2015 schrijft mr. De Haan:
"6. In mijn voorstel van 4 juni 2015 bespreek ik dat bedrag en de afspraak tussen u en cliënte. Om de totale vordering te schikken, tegen finale kwijting, stel ik voor:
Ik zal er geen uitgebreid verhaal van maken. Cliënte wenst recht te doelt aan de afspraak die zij wilde met u, no cure no pay. Het resultaat dat u behaalde rechtvaardigt de succesfee van € 18.150.-- waarbij zij aantekent dat dit bedrag niet dankzij u is bereikt. In rechte is dat een matigingsgrond. Client is bereid om u dit bedrag te betalen, doch louter tegen finale kwijting, met andere woorden zij gaat er dan vanuit dat u na betaling niets meer van haar en derden te vorderen heeft ter zake van deze letselschade.

7. U antwoord op 4 juni 2015:
Zodoende ben ik bereid na betaling van de de succesfee van € 18.500,00 uw cliënte filiale kwijting te verlenen uit welke hoofde dan ook.
( ... )"


2.12. Witlox heeft daarop per e-mail d.d. 19 juni 2015 als volgt op gereageerd:
"Omdat uw cliënte de overeenkomst van opdracht had opgezegd heb ik haar, naast de succesfee, tevens aansprakelijk voor de openstaande bgk gehouden ex art. 7:411 BW.
De succes fee is inmiddels betaald. Vanwege de cessie heb ik uw cliënte finale kwijting verleend. Mocht deze cessie niet meer bestaan, dan behoud ik mij het recht voor deze kwijting in te trekken, voor zover Unigarant niet aan haar verplichtingen wenst te voldoen, en uw cliënte ter zake in rechte te betrekken."


2.13. Bij e-mail d.d. 30 juni 20 15 heeft Witlox Raasveld Expertise meegedeeld, dat hij, hoewel de werkelijke kosten inmiddels veel hoger zijn, desondanks nog steeds bereid is om de openstaande en opeisbare buitengerechtelijke kosten af te kaarten tegen een slotbetaling van € 15.000,00.

2.14. Op 16 juli 2015 heeft Kranendonk Witlox telefonisch laten weten dat Unigarant niets meer aan Witlox wilde betalen, omdat door opzegging van de overeenkomst van opdracht ook de cessie met terugwerkende kracht zou zijn komen te vervallen.

2.15. Witlox heeft hierop gereageerd bij e-mail d.d. 16 juli 2015. Hij heeft daarbij Raasveld Expertise in gebreke gesteld en gesommeerd tot betaling van het bedrag van € 15.000,00.

2.16. Unigarant heeft hierop per brief d.d. 29 juli 2015 gereageerd, en laten weten bereid te zijn naar het zoeken van een oplossing.

2.17. De heer Kranendonk heeft op 12 augustus 2015 aan de advocaat van Unigarant het volgende meegedeeld:
"De heer de Haan heeft, zoals ik u heb aangegeven, namens zijn cliënte met haar voormalig belangenbehartiger, de heer Witlox, een schikking getroffen voor alle verschuldigde kosten in het dossier. Witlox had zijn vordering van € 36.270,02 bij haar kenbaar gemaakt. Deze vordering hield zowel de succesfee van 30% van € 60.000,00 en de overeengekomen vergoeding voor zijn kosten buiten rechte van € 15.000,00 in.
De Haan heeft deze vordering met Wltlox geschikt voor een totaal van € 18,500,00. Voor zover mijn informatie strekt is deze vordering reeds aan Witlox betaald."


2.18. Witlox heeft op 1 september 2015 de concept dagvaarding aan Unigarant gestuurd, met het verzoek alsnog akkoord te gaan met het bedrag van € 15.000,00.

2.19. . De advocaat van Unigarant heeft in zijn e-mail d.d. 4 september 2015 het volgende meegedeeld:
"De getekende opdracht gaf u slechts het recht om bgk-vorderingen in te dienen, Deze vorderingen zijn niet gecedeerd. Ik heb overigens begrepen dat u met de nieuwe belangenbehartiger van mevrouw X bent overeengekomen dat tegen betaling van € 18.500,00 door u finale kwijting werd verleend. Daarbij is uitdrukkelijk aangetekend dat u na betaling ook niets meer van derden te vorderen zou hebben. Daarmee is de zaak afgedaan, reden dat ik verder niet inhoudelijk in ga op uw e-mail van 1 september."

2.20. Witlox heeft daar per e-mail d.d. 4 september 2015 op gereageerd en aangekondigd de dagvaarding uit te brengen.

3. De vordering en het verweer

3.1. Witlox vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, inclusief de nakosten, Unigarant zal veroordelen om aan Witlox te voldoen wegens hoofdsom een bedrag van € 15.000,00, te verhogen met de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.025,00 incl. BTW, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom met ingang van de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met de veroordeling van Unigarant in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen een salaris voor de gemachtigde van Witlox.

3.2. Hij legt daaraan het volgende ten grondslag. X heeft de vordering buitengerechtelijke kosten gecedeerd en is akkoord gegaan met het afwikkelingsvoorstel van Unigarant, zodat Unigarant haar afspraak tot betaling van het restant buitengerechtelijke kosten van € 15.000,00 jegens Witlox moet nakomen en vanwege deze cessie alleen aan Witlox bevrijdend kan betalen.
Zelfs al zou dit anders zijn, dan brengen de aanvankelijke toezegging van Unigarant, de redelijkheid en billijkheid en art. 6:96 BW met zich mee, dat Witlox recht heeft op betaling van genoemd bedrag. Unigarant kan geen rechten ontlenen aan de afspraak omtrent - en de betaling van - de succes fee door X aan Witlox, omdat deze afspraak geen derdenwerking heeft en de betaling geen betrekking heeft op de buitengerechtelijke kosten, Unigarant heeft zich door zonder recht of titel buitengerechtelijke kosten achter te houden ongerechtvaardigd verrijkt.

3.3. Unigarant voert verweer. Zij voert aan dat niet is voldaan aan de voorwaarde die Witlox is overeengekomen met Unigarant, nu X uiteindelijk niet akkoord is gegaan met het voorstel van Unigarant, omdat zij de vaststellingsovereenkomst niet heeft ondertekend. Witlox heeft bovendien een bedrag van € 18,500,00 ontvangen tegen een finale kwijting die ook Unigarant aangaat aan Witlox is een volmacht verleend die is herroepen door X, waarmee Witlox geen basis meer heeft om namens X buitengerechtelijke kosten te vorderen, Voor het geval de volmacht tevens gezien moet worden als akte van cessie, geldt dat de vorderingen waarop de cessie ziet, onvoldoende bepaald is/zijn.

4. De beoordeling


4,1. Tussen partijen is niet in geschil dat tussen Witlox en Unigarant is overeengekomen, dat indien X akkoord zou gaan met een slotbetaling door Unigarant van € 60.000,00, Unigarant een bedrag van € 15.000,00 aan buitengerechtelijke kosten aan Witlox zou betalen. Tussen partijen is in geschil of X wel of niet akkoord is gegaan met voornoemd voorstel. Witlox stelt dat X akkoord is gegaan, en onderbouwt dat met de e-mail van X d.d. 17 maart 2015. Dat de vaststellingsovereerikornst daarna niet door X is getekend, kan niet aan Witlox worden.tegengeworpen. Unigarant werpt als (bevrijdend) verweer op, dat X niet akkoord is gegaan, nu er geen ondertekende vaststellingsovereenkomst ligt.
De kantonrechter is van oordeel dat Witlox in beginsel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat X haar akkoord heeft gegeven aan de slotbetaling van € 60.000,00. De e-mail van haar hand van 17 maart 2015 laat geen andere uitleg toe. Unigarant stelt echter dat er een (aanvullende) voorwaarde is overeengekomen tussen haar en Witlox, namelijk dat X de betreffende vaststellingsovereenkomst had moeten tekenen alvorens een akkoord te bereiken. Witlox heeft deze stelling gemotiveerd betwist.
Nu nergens uit genoemde stukken blijkt, dat voor een akkoord een door X getekende vaststellingsovereenkomst nodig was, dient Unigarant haar stellingen op dit punt te bewijzen. Indien zij er niet in slaagt deze door haar gestelde voorwaarde te bewijzen, neemt de kantonrechter aan dat een akkoord met X is bereikt, omdat niet valt in te zien dat het feit dat X uiteindelijk niet de vaststellingsovereenkomst met Unigarant wenste te tekenen, binnen de risicosfeer van Witlox zou moeten vallen. In beginsel is Unigarant in dat geval dan ook gehouden aan Witlox de gevorderde € 15.000,00 aan buitengerechtelijke kosten te betalen.

4.2. Unigarant stelt verder nog dat Witlox in het kader van een schikking al een bedrag van € 18.500,00 van X beeft ontvangen tegen finale kwijting, Deze kwijting gold ook jegens derden, dus ook jegens Unigarant. De kantonrechter acht het niet aannemelijk dat deze schikking tussen X enWitlox mede zag op de buitengerechtelijke kosten, nu de daarop betrekkinghebbende vordering aan Witlox gecedeerd was en X derhalve geen aanspraak meer kou maken op die kosten. Bovendien gold deze schikking tussen X en Witlox, zodat niet valt in te zien dat de verleende finale kwijting ook zou gelden ten opzichte van Unigarant. Uit deze mailwisseling met mr. De Haan, die het bericht van Witlox van 4 juni 2015 citeert, blijkt ook, dat Witlox (enkel) finale kwijting heeft verleend jegens X. Kwijting jegens X ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten had ook niet voor de hand gelegen, nu door de cessie niet X, maar Unigarant de schuldenaar van Witlox (geworden) was.

4.3. Voor zover Unigarant verder nog heeft betoogd dat de (gestelde) cessie van- althans een eventueel recht van Witlox op - de buitengerechtelijke kosten is beëindigd doordat X de volmacht die zij aan Witlox heeft gegeven, heeft herroepen, gaat dit betoog evenmin op. De volmacht ziet enkel op de rechtsverhouding tussen Witlox en X, Unigarant heeft niet, althans onvoldoende, gesteld hoe de herroeping van de volmacht door X de rechtsverhouding tussen haar (Unigarant) en Witlox kan aantasten. Dit had wel op haar weg gelegen. Hiermee heeft zij haar stellingen op dit punt onvoldoende onderbouwd.

4.4. Unigarant stelt tot slot, dat voor zover de volmacht tevens gezien moet worden als akte van cessie, geldt dat de vordering(en) waarop de cessie ziet, onvoldoende bepaald is/zijn. Deze stelling gaat naar het oordeel van de kantonrechter evenmin op. Blijkens art. 3:94 jo.art. 3:84 lid 2 BW moet de over te dragen vordering in voldoende mate door de akte zijn bepaald. Dit vereiste moet niet strikt worden uitgelegd (vgl. T&C bij art. 3:94 BW). Aan de cessie is bovendien reeds (gedeeltelijk) uitvoering gegeven, nu Unigarant een aantal nota's van Witlox rechtstreeks aan Witlox heeft voldaan, waarbij zij overigens nog geprotesteerd heeft tegen het uurtarief. Het moet er dan ook voor worden gehouden, dat de akte van cessie voldoende bepaald is.

4.5. Nu de verweren van Unigarant zoals hiervoor behandeld onder r.o. 4.2 e.v. niet opgaan, zal Unigarant, zoals reeds overwogen onder r.o. 4.1. worden toegelaten in het bewijs van haar stellingen.

De beslissing
De kantonrechter:

laat Unigarant toe tot het bewijs van feiten of omstandigheden, waaruit kan worden afgeleid, dat met betrekking tot het akkoord gaan van X met de door Unigarant voorgestelde slotbetaling tussen partijen is overeengekomen dat daarvoor een door X ondertekende vaststellingsovereenkornst vereist was;

bepaalt dat Unigarant zich op de rolzitting van 3 augustus 2016 schriftelijk kan uitlaten over de vraag hoe zij het bewijs wil leveren;

bepaalt dat, als Unigarant bewijs wil leveren met schriftelijke stukken, zij deze stukken op de hiervoor genoemde rolzitting over moet leggen;

bepaalt dat Unigarant, als zij bewijs door getuigen wil leveren, de naam en woonplaats van de te horen getuigen moet opgeven met de verhinderdata voor een periode van 12 weken van haarzelf; haar gemachtigde en de getuigen en zo mogelijk van de tegenpartij, waarna een dag voor het getuigenverhoor zal worden vastgesteld;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.S. Venema-Dietvorst en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2016.

Met dank aan mr. R.J.J.M. Witlox, Misterclaim, voor het inzenden van deze uitspraak..