Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 070421

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBGEL-070421

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Apeldoom
zaakgegevens 8832083\CV EXPL 20-4068
Grosse aan: mr. Boendermaker
Afschrift aan: mr. Quispel
Verzonden d.d.: -8 APR 2021

vonnis d.d. 7 april 2021 van de kantonrechter

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid XYZ Advocaten B.V..
gevestigd te Oud-Beijerland,
eisende partij.
gemachtigde: mr. A. Quispel,

tegen

[ gedaagde ] ,
wonende te [ woonplaats ] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. Y.B. Boendermaker.

Partijen worden hierna XYZ en [ gedaagde ] genoemd.

1.
De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 december 2020 en de daarin genoemde processtukken:
- de brief van mr. Quispel van 15 februari 2021 met daarbij producties 6 tot en met 13:
- de mondelinge behandeling van 1 maart 2021. waarvan aantekeningen zijn gemaakt door de griffier.

1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.
De feiten

2.1.
Op 9 december 2011 is [ gedaagde ] betrokken geweest bij een verkeersongeval. als gevolg waarvan zij letsel heeft opgelopen.

2.2.
De aansprakelijke partij was verzekerd bij Achmea. Achmea heeft de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend.

2.3.
XYZ heeft in opdracht van [ gedaagde ] juridische werkzaamheden verricht in het kader van de letselschadeafwikkeling. Op 17 oktober 2012 heeft XYZ het volgende aan [ gedaagde ] geschreven:
"Hierbij bevestig ik het onderhoud dar ik op 11 en 16 oktober 2012 met u heb gehad ( ... )
Voor wat betreft de kosten van rechtsbijstand deel ik u het volgende mede:
( ... )

Omdat de aansprakelijkheid door de wederpartij is aanvaard. zal ik mijn declaratie indienen bij de wederpartij.
( ... )
Voor het geval u niet in aanmerking zou komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand of wanneer uw toevoegingsaanvraag door de Raad na afloop van mijn werkzaamheden wordt ingetrokken ( ... ), wil ik met u een declareermethode volgend uurtarief afspreken. Omdat ik gespecialiseerd ben ik de afwikkeling van letselschadezaken breng ik normaliter een tarief van € 230 excl. 21% BTW en 6% administratiekosten in rekening. Het uurtarief kan jaarlijks per 1 januari worden aangepast. De nota wordt op uw naam gesteld en kan aan u worden toegezonden, indien u daarom verzoekt.

Nogmaals: in ww zaak geldı, dar de aansprakelijkheid door de wederpartij is erkend en ik mijn declaraties op grond van art. 6:96 BW mer terugwerkende kracht zal indienen bij de cansprakelijke wederpartij.

Alleen wanneer betaling uitblijft zal ik de nota bij u indienen. U krijgt het door u betaalde bedrag terug, indien ik de gelden van de wederpartij ontvang. Dit zal waarschijnlijk bij de afwikkeling van uw letselschade zijn. Een uitgebreide urenspecificatie zal u op verzoek in iedere fase van de werkzaamheden worden toegezonden.

Naar vast kantoorbeleid is het mij niet toegestaan werkzaamheden in een dossier te verrichten indien nota's langer dan 2 maanden onbetaald gelaten worden. In dat geval dien ik mijn werkzaamheden op te schorten totdat de betreffende betaling is ontvangen.

Voor verdere informatie wil ik verwijzen naar de website van de Vereniging van Letselschadeadvocaten, www.lsa.nl.

Bijgaand trefi u onze algemene voorwaarden aan die van toepassing zijn op de verrichte werkzaamheden (*)"

3.
De vordering en het verweer

3.1.
XYZ vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [ gedaagde ] zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 22.753,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 18.720,28 vanaf 6 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en de kosten van de procedure.

3.2.
XYZ legt bezien tegen de achtergrond van de vastgestelde feiten, het volgende aan haar vordering ten grondslag. XYZ heeft in opdracht van [ gedaagde ] juridische werkzaamheden verricht in het kader van de afwikkeling van de letselschade van [ gedaagde ] . XYZ heeft in totaal voor € 37,844,48 aan werkzaamheden gefactureerd. Daarvan is in totaal door Achmea € 19.124,20 (€ 8.124,20 + € 11.000,00) betaald, zodat [ gedaagde ] nog € 18.720,28 aan XYZ moet betalen. Op grond van de algemene voorwaarden is [ gedaagde ] de contractuele rente van 9% verschuldigd, tot en met 5 oktober 2020 een bedrag van € 2.869.43.
Ten slotte heeft XYZ buitengerechtelijke incassokosten gemaakt. Deze vermogensschade moet [ gedaagde ] aan haar vergoeden.

3.3.
[ gedaagde ] heeft geconcludeerd dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de vordering van XYZ af zal wijzen, met veroordeling van XYZ in de kosten van het geding. Op de inhoud van het verweer zal, indien nodig, hierna worden ingegaan.

4.
De beoordeling

4.1.
XYZ heeft haar werkzaamheden verricht in het kader van de op haar rustende verbintenis uit de overeenkomst van opdracht met [ gedaagde ] . Zij vordert nakoming van de op [ gedaagde ] rustende verbintenis uit deze overeenkomst, namelijk betaling van de facturen voor de verrichte werkzaamheden. [ gedaagde ] heeft aangevoerd dat het gelet op hetgeen partijen zijn overeengekomen, niet redelijk is dat zij de facturen van XYZ moet betalen, ook omdat de hoogte van de kosten in verhouding tot het resultaat van de inspanningen van XYZ niet als redelijk aangemerkt kunnen worden. Hierin wordt gelezen dat [ gedaagde ] zich op het standpunt stelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat XYZ betaling van de nog openstaande facturen vordert.

4.2.
Bij beantwoording van de vraag wat partijen zijn overeengekomen en wat het rechtsgevolg is van hetgeen is overeengekomen, komt het aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten begrijpen. In de door XYZ opgestelde opdrachtbevestiging van 17 oktober 2012, is vermeld dat de declaraties bij Achmca zullen worden ingediend. Hoewel ook is vermeld dat bij het uitblijven van betaling de nota bij [ gedaagde ] zal worden ingediend, wekt de direct daaropvolgende zin U krijgt het door u betaalde bedrag terug, indien ik de gelden van de wederpartij ontvang, de indruk dat Achmea uiteindelijk alle kosten zal betalen. Ook uit de mededeling van XYZ dat de declaraties op grond van artikel 6:96 BW bij Achmea zullen worden ingediend, heeft [ gedaagde ] in redelijkheid niet hoeven begrijpen dat slechts de kosten die de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan zouden worden vergoed door Achmea en dat zij het restant zou moeten betalen.

4.3.
XYZ heeft ook uitdrukkelijk in de opdrachtbevestiging opgenomen dat XYZ haar werkzaamheden moet staken indien een declaratie niet binnen twee maanden is betaald. XYZ heeft nooit aan [ gedaagde ] meegedeeld dat zij haar werkzaamheden moest staken omdat deze situatie zich voordeed. [ gedaagde ] heeft hieruit begrepen dat er geen nota's onbetaald gelaten werden. XYZ heeft daarover aangevoerd dat zij haar werkzaamheden niet heeft gestaakt omdat het in het belang van [ gedaagde ] was dat de schade zou worden afgewikkeld. In zijn algemeenheid kan aan XYZ worden toegegeven dat het in het belang van een slachtoffer is dat de schadeafwikkeling voortvarend plaatsvindt, maar het had op de weg van XYZ gelegen dat dan ook uitdrukkelijk aan [ gedaagde ] kenbaar te maken. Dat is niet gedaan. Door uitdrukkelijk in de opdrachtbevestiging op te nemen dat de werkzaamheden bij niet betaling van de declaraties gestaakt zouden worden, heeft [ gedaagde ] - uit het feit dat XYZ haar werkzaamheden nooit heeft gestaakt - redelijkerwijs mogen begrijpen dat er geen nota's onbetaald werden gelaten. XYZ heeft op dit punt ter zitting nog gewezen op haar brief van 5 juni 2015 aan [ gedaagde ] (overgelegd als productie 13). Daaruit blijkt volgens XYZ dat het bij [ gedaagde ] wel bekend was om welk bedrag aan kosten het ging en dat Achmea deze kosten niet wilde vergoeden. XYZ heeft in deze brief inderdaad meer duidelijkheid gegeven over de wijze waarop Achmea bcoordeelt of zij de door XYZ gemaakte kosten van rechtsbijstand vergoedt, namelijk aan de hand van de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW. In de brief is echter niet vermeld dat Achmea zich al sinds januari 2013 op het standpunt had gesteld dat de door XYZ ingediende declaraties voorlopig niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Integendeel. XYZ schrijft dat zijn van mening is dat de door haar ingediende declaratie aan de maatstaf voldoet en dat ervan uit wordt gegaan dat Achmea de declaratie zal betalen.

4.4.
XYZ heeft ter zitting aangevoerd dat ook verschotten voor het verkrijgen van medische informatie, deel uitmaken van het door haar gevorderde bedrag. Ook ten aanzien van deze verschotten heeft XYZ in de opdrachtbevestiging slechts vermeld dat deze bij Achmea of bij [ gedaagde ] in rekening zullen worden gebracht, zonder duidelijk uit te leggen dat als Achmea deze kosten niet betaalt. [ gedaagde ] deze kosten moet betalen.

4.5.
In het licht van de genoemde omstandigheden is het maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat XYZ betaling van de nog openstaande facturen van [ gedaagde ] verlangt. De vordering van XYZ zal worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal XYZ worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

5.
De beslissing

De kantonrechter

5.1.
wijst de vordering af;

5.2.
veroordeelt XYZ in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [ gedaagde ] vastgesteld op € 996.00 aan salaris gemachtigde:

5.3.
verklaart het vonnis ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2021 in aanwezigheid van de griffier.

Met dank aan de heer mr. Y. B. Boendermaker, Boendermaker Letselschade Advocatuur voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBGEL-070421