Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 121021

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBZWB-121021


beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda

zaak/rolnr.: 9348235 OV VERZ 21-4733

beschikking d.d. 12 oktober 2021

op een verzoek van

[ vader verzoeker ] , handelend als ouder, uitoefenend het ouderlijk gezag over zijn zoon [ verzoeker ] [ vader verzoeker ] (hierna te noemen: [ verzoeker ]),
geboren op [ geboortedatum ] ,
wonende te [ woonplaats ] ,
verzoeker (hierna te noemen: [ vader verzoeker ])
gemachtigde: mr. J.A.M. Broeders, advocaat te Etten-Leur.

1.
Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 19 juli 2021 ter griffie ontvangen verzoekschrift;
b. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2021.

1.2
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.

2.
Het verzoek en de beoordeling

2.1
[ vader verzoeker ] verzoekt de kantonrechter primair te bepalen dat alle reeds verstrekte voorschotten en de voorschotten die nog door Nationale Nederlanden zullen worden verstrekt gedurende de minderjarigheid van [ verzoeker ], althans te bepalen dat het bedrag van € 65.000,00 (verstrekte en toegezegde voorschotten), althans te bepalen dat het bedrag van € 40.000,00 (reeds verstrekte voorschotten), ter beschikking van vader dienen te worden gesteld, dan wel subsidiair te bepalen dat de toekomstige voorschotten (inclusief het in juni 2021 toegezegde voorschot van € 25.000,00) worden overgemaakt op een rekening met BEM-clausule ten name van [ verzoeker ] en een doorlopende machtiging te verlenen dat de voorschotten die zien op de periode totdat [ verzoeker ] meerderjarig is geworden steeds door verzoeker mogen worden opgenomen.

2.2
Op 21 februari 2017 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij mevrouw [ X ] (hierna te noemen: wijlen [ X ]) is komen te overlijden. Wijlen [ X ] liet als nabestaande haar zoon [ verzoeker ], van wie [ vader verzoeker ] de vader is, achter.

2.3
Nationale Nederlanden is de WAM-verzekeraar van de vrachtauto die het ongeluk heeft veroorzaakt. De aansprakelijkheid is volledig erkend op 17 mei 2017.

2.4
[ vader verzoeker ] heeft namens [ verzoeker ] bij Nationale Nederlanden aanspraak gemaakt op vergoeding van alle door [ verzoeker ] geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval. Partijen zijn nog in onderhandeling over de omvang van de schadevergoeding.

2.5
[ vader verzoeker ] verzorgt volledig en alleen het levensonderhoud van [ verzoeker ]. [ vader verzoeker ] is daardoor de nodige inkomsten misgelopen. Dat geldt temeer nu [ verzoeker ] lijdt aan een licht syndroom (16p11.2 microdeletie).

2.6
De tot op heden geleden schade wordt vooralsnog geschat op minimaal € 61.411,27, bestaande uit begrafeniskosten van € 7.932,48, notariskosten van € 1.000,70, gederfd levensonderhoud in geld van € 11.313,00 en gederfd levensonderhoud in natura van € 41.165,10. [ vader verzoeker ] is echter van oordeel dat de daadwerkelijke tot op heden geleden schade aanzienlijk hoger is en hij is daarover nog in onderhandeling met Nationale Nederlanden.

2.7
Tot op heden heeft Nationale Nederlanden aan voorschotten € 65.000,00 verstrekt. Daarvan is € 40.000,00 overgemaakt op bankrekeningen van [ vader verzoeker ] en/of [ verzoeker ], zonder BEM-clausule. Van deze € 40.000,00 is € 25.000,00 uitgegeven en € 15.000,00 apart gezet in afwachting van de uitkomst van deze procedure. Daarnaast heeft Nationale Nederlanden een voorschotbedrag van € 25.000,00 overgemaakt op een bankrekening ten name van [ verzoeker ] met BEM-clausule.

2.8
De kantonrechter is van oordeel dat de artikelen 1:253k jo. 1:345 lid 1 aanhef en onder a. BW als rechtsgrond kunnen dienen voor het verzoek van [ vader verzoeker ]. Weliswaar is er nog geen sprake van het aangaan van een vaststellingsovereenkomst, maar het verzoek betreft wel het beschikken over voorschotten die gebaseerd zijn op een in de toekomst te sluiten vaststellingsovereenkomst. Wat betreft de reeds verstrekte voorschotten van in totaal € 65.000,00 is de kantonrechter van oordeel dat [ vader verzoeker ] daarover vrijelijk mag beschikken. [ vader verzoeker ] heeft immers voldoende aannemelijk gemaakt dat de tot op heden gemaakte (onderhouds)kosten dit bedrag overtreffen. Dat brengt mee dat de kantonrechter [ vader verzoeker ] ook machtiging zal verlenen voor opname van het voorschotbedrag van € 25.000,00 dat op een bankrekening ten name van [ verzoeker ] met een BEM-clausule staat.

2.9
[ vader verzoeker ] heeft verder voldoende aannemelijk gemaakt dat schade en kosten nog lange tijd zullen oplopen. Daarom zal de kantonrechter bepalen dat toekomstige voorschotten van Nationale Nederlanden weliswaar betaald dienen te worden op de bankrekening van [ verzoeker ] met BEM-clausule, maar dat [ vader verzoeker ] een tot en met 31 december 2025 doorlopende machtiging van de kantonrechter zal krijgen voor opname van deze toekomstige voorschotbedragen van de bankrekening ten name van [ verzoeker ] met BEM-clausule. Afhankelijk van de stand van zaken op dat moment kan deze doorlopende machtiging te zijner tijd al dan niet verlengd worden.

3.
De beslissing

De kantonrechter:

bepaalt dat [ vader verzoeker ] vrijelijk mag beschikken over de reeds door Nationale Nederlanden verstrekte voorschotten van in totaal € 65.000,00 en verleent [ vader verzoeker ] (derhalve) machtiging voor opname van het voorschotbedrag van € 25.000,00 dat staat op de bankrekening ten name van [ verzoeker ] met BEM-clausule;

bepaalt dat toekomstige voorschotbetalingen van Nationale Nederlanden overgemaakt dienen te worden op de bankrekening ten name van [ verzoeker ] met BEM-clausule en verleent [ vader verzoeker ] een tot en met 31 december 2025 doorlopende machtiging voor opname van deze toekomstige voorschotbedragen van de bankrekening ten name van [ verzoeker ] met BEM-clausule.

Deze beschikking is gegeven door mr. P.J.M. Rouwen, kantonrechten, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 oktober 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.

Met dank aan mw. mr. Jolanda Broeders, Asselbergs & Klinkhamer Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze:  www.letselschademagazine.nl/2021/RBZWB-121021