Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Almelo 250111 gemeente aansprakelijk voor schade opgetreden in slecht verlichte en onduidelijk aangegeven bocht

Rb Almelo 250111 gemeente aansprakelijk voor schade opgetreden in slecht verlichte en onduidelijk aangegeven bocht
1.  Vaststaande feiten:

Tussen partijen staat mede blijkende uit het proces-verbaal van Politie Twente (voorblad) het navolgende vast:
a.  Op 11 december 2006 omstreeks 19:53 uur heeft zich een eenzijdig ongeval voorgedaan waarvan de toedracht als volgt was; Eiser is als bestuurder van een personenauto, merk Toyota Starlet,[ kenteken], rijdende over de parallelweg langs de Nijreessingel, de Verlengde Deldensestraat te Almelo, komende uit de richting Magnoliastraat en Deldensestraat te Almelo in een scherpe bocht naar rechts, recht uit gereden en in een in het verlengde van de Verlengde Deldensestraat gelegen sloot terechtgekomen.
b.  Eiser reeds, toen hij de bocht naderde, omhoog vanuit een tunnelbak, waarover een viaduct is gelegen. Het was op het moment van het ongeval donker. Op de weg bevond zich belijning en straatverlichting en vlak na de tunnelbak, op een afstand van circa 20 meter van de bocht, bevond zich rechts van de weg bord J2, dat waarschuwt voor een scherpe bocht naar rechts. In de bocht bevonden zich reflecterende schrikhekken met daarboven een verbodsbord C1, voorzien van een onderbord “uitgezonderd hulpdiensten”.

2.  De vordering:

Eiser stelt De Gemeente aansprakelijk als wegbeheerder voor de door hem als gevolg van het ongeval geleden schade. Deze schade bedraagt een bedrag van € 1.357,77 wegens kosten van herstel en € 300,-- overige schade.
Door tekortschieten in haar zorgverplichting heeft De Gemeente schade veroorzaakt bij eiser. Het onrechtmatig handelen van De Gemeente bestaat volgens eiser uit een slechte en te late waarschuwing voor de scherpe bocht in de weg en de gebrekkige manier van aangeven van het verloop van de weg, terwijl er simpele manieren voor de wegbeheerder waren door beter te waarschuwen voor de bocht. Eiser had zijn snelheid aangepast tot hooguit 40 km per uur.

3.  Het verweer:

De Gemeente betwist de vordering.
De maximum snelheid ter plaatse is 60 km per uur. Eiser had zijn snelheid niet aangepast aan de omstandigheden. Het was donker en hij kende de situatie ter plaatse niet.
De Gemeente heeft foto’s overgelegd, waarop te zien is dat de rechte weg geleidelijk omhoog loopt. Na het viaduct ziet men meteen de reflecterende schrikhekken opdoemen die aangeven dat een (scherpe) bocht volgt. De situatie is uitermate goed verlicht door functionerende lantaarnpalen en ook de lijnen op de weg geven de naderende bocht aan. Vlak na de tunnelbak, op een afstand van circa 20 meter van de bocht staat bord J2 en boven de schrikhekken staat verbodsbord C1 met het onderbord “uitgezonderd hulpdiensten”. Eiser had met de door hem gestelde snelheid voldoende tijd om zodanig af te remmen dat de bocht probleemloos kon worden genomen.
Er was geen gevaarlijke situatie. De verkeerssituatie is na het ongeval niet gewijzigd.
De Gemeente betwist aansprakelijk te zijn uit hoofde van artikel 6:174 of art. 6: 162 BW. Voorts beroept zij zich op de eigen schuld van eiser en betwist zij de (immateriële) schade ad € 300,--.

4.  Beoordeling door de kantonrechter:

a. Beide partijen hebben foto’s overgelegd. De Gemeente foto’s blijkens de opdruk Google uit 2009. Eiser foto’s zonder opdruk of datumvermelding, maar met minder verkeersvoorzieningen dan op de foto’s uit 2009. De kantonrechter leidt hieruit af dat de door eiser overgelegde foto’s dateren zoals hij ook stelt van (kort) na het ongeval. Foto K laat een schrikhek aan de overkant van de weg zien dat aanzienlijk korter is dan het schrikhek op de foto uit 2009. Eiser stelt dat een gedeelte van dit schrikhek was omgeduwd of omgewaaid.
Niet is gesteld of gebleken dat dit hek door eisers auto is omgeduwd. Ook het hek ter linkerzijde is in 2009 ten opzichte van de foto uit 2006 aanzienlijk uitgebreid. Ook de belijning op de weg is verschillend. De foto uit 2006 vertoont geen of nauwelijks een (ononderbroken) middenstreep. De foto uit 2009 vertoont een heel duidelijke belijning die een bocht maakt. De foto uit 2009 laat op het gedeelte in de bocht waar eiser rechtdoor is gereden twee palen zien, terwijl de palen niet staan op de foto uit 2006.
De situatie is dus wel degelijk gewijzigd. Beide foto’s laten een belijning aan de kant van een rijbaan zien, die wijzen op een maximaal toegelaten snelheid van 80 km per uur, zoals ook het proces-verbaal van politie vermeldt. De verlichting bestaat en bestond uit een lantaarnpaal links vóór de bocht en een lantaarnpaal in de bocht. Of er een bord “scherpe bocht naar rechts”in 2006 al ter plekke was, blijkt niet uit de foto’s. De foto uit 2009 vertoont zo’n bord vlak na het einde van de tunnelbak;
b. Naar het oordeel van de kantonrechter voldeed de situatie in 2006 ter plekke niet aan de veiligheidseisen die men daar in de gegeven situatie mag stellen. Ook De Gemeente had moeten voorzien dat een automobilist komende uit een dieper gelegen tunnelbak en omhoog rijdende, waarbij toch enigszins snelheid vermeerderd moet worden, niet bedacht had hoeven zijn op een plotselinge scherpe bocht naar rechts. Visueel geeft de parallelweg de suggestie dat zij, parallel aan de naast gelegen Nijreessingel gelegen, evenals deze singel recht door zou lopen. Over de hele bocht lopende schrikhekken hadden de automobilist op andere gedachten moeten brengen. In 2006 was de situatie zodat de gemiddelde automobilist, zeker bij duisternis, de gedachte kreeg dat hij rechtdoor kon rijden tussen beide schrikhekken door. Komende uit de tunnelbak ziet de gemiddeld oplettende of voorzichtige automobilist het bord met “scherpe bocht naar rechts”niet of te laat. Bovendien was de verlichting spaarzaam, evenals de belijning op de weg;
c. Naar het oordeel van de kantonrechter had De Gemeente als wegbeheerder bedacht moeten zijn op de hachelijke situatie en voldoende waarschuwingen moeten geven over de gevaarzettende situatie. Niet is gebleken dat eiser de gevaarzetting zelf heeft veroorzaakt. Hij reed immers niet harder dan 40 km per uur en kwam omhoog uit de tunnelbak. Er mocht ter plekke 80 km per uur gereden worden. Dan behoeft men als bestuurder niet bedacht te zijn op een scherpe bocht naar rechts, vlak na een tunnelbak.
De kantonrechter acht derhalve De Gemeente aansprakelijk voor de geleden schade, veroorzaakt door het tekortschieten in haar zorgverplichting;
d. De kantonrechter zal de schade wegens herstelkosten ad ? 1.357,77 toewijzen alsmede € 200,-- wegens immateriële schade vanwege de schrik en angst veroorzaakt door het onverwachte met auto en al in de sloot belanden. Ook zijn, gelet op de gevoerde correspondentie, ten einde tot een minnelijke oplossing te geraken, de buitengerechtelijke incassokosten ad € 357,-- inclusief btw toewijsbaar;
e. De Gemeente zal als verliezende partij in de proceskosten veroordeeld worden. LJN BP3092