Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zutphen 221111 kist of zware doos op tenen; geen aanwijzingen dat ongeval heeft plaatsgevonden, geen ondersteuning causaal verband

Rb Zutphen 221111 kist of zware doos op tenen; geen aanwijzingen dat ongeval heeft plaatsgevonden, geen ondersteuning causaal verband

2. Het geschil en de beoordeling daarvan 

2.1. [eiser] vordert - samengevat - dat de rechtbank, sector kanton, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, 
a. Proflex zal veroordelen tot betaling van een bedrag, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, uit hoofde van het ongeval dat eind november 2007 bij het verrichten van werkzaamheden voor Proflex door [eiser] is opgelopen, 
b. Proflex zal veroordelen tot betaling van een voorschot van € 5.000,-, althans enig bedrag wegens de door [eiser] opgelopen immateriële schade in verband met het verlies van twee tenen en de pijn die dit tot gevolg heeft gehad en welke regelmatig terugkeert, 
c. Proflex zal veroordelen om aan [eiser] binnen twee weken na betekening van het vonnis te verstrekken van de openstaande schulden van Proflex aan [eiser] uit hoofde van de nog te betalen overuren, niet opgenomen vakantiedagen, te betalen vakantietoeslag en niet opgenomen vakantiedagen en genoemde bedragen aan hem af te dragen, 
een en ander vermeerderd met de wettelijke rente over de maandelijkse termijnen vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan die der voldoening, met veroordeling van Proflex in de kosten van het geding en de wettelijke schadevergoeding over het onder c gevorderde. 

2.2. [eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij op 19 november 2007 in dienst is gekomen van Proflex met een uitzendovereenkomst (fase 2) en daarbij werkzaamheden heeft verricht in een slachterij in Gorinchem. Daar is eind november 2007 een kist of zware doos op zijn voet gevallen. Hij is ondanks de pijn en klachten blijven doorwerken, maar is uiteindelijk op 14 maart 2008 in het ziekenhuis opgenomen met zodanig letsel dat twee tenen van zijn linkervoet zijn geamputeerd. [eiser] vordert een vergoeding voor de door hem geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade. 
Daarnaast stelt [eiser] dat Proflex hem op 27 maart 2009 heeft ontslagen en daarna niets meer van zich heeft laten horen. Hij heeft echter nog recht op een vergoeding van de ziektedagen vanaf 2 april 2008 tot 12 juni 2008 en op vergoeding van gewerkte overuren en uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen en niet uitgekeerde vakantietoeslag. 

2.3. Proflex voert verweer tegen de vorderingen en vordert afwijzing daarvan onder veroordeling van [eiser] in de proceskosten, met wettelijke rente bij niet betaling binnen zeven dagen na het vonnis. Proflex betwist dat sprake is geweest van een arbeidsongeval. Ook betwist zij dat de amputatie van de tenen het gevolg is van enige aan Proflex toe te rekenen gebeurtenis. Integendeel, uit de door [eiser] overgelegde medische verklaring van 14 maart 2008 lijkt te volgen dat de amputatie het gevolg is van door diabetes veroorzaakt gangreen, aldus Proflex. Ten aanzien van de gevorderde looncomponenten wijst Proflex er op dat partijen een all-in-uurtarief zijn overeengekomen, zodat een vergoeding voor vakantietoeslag en vakantiedagen met de loonbetalingen is uitgekeerd. Alle gewerkte uren zijn betaald, terwijl ook het ziekengeld via het UWV geheel is voldaan. 

2.4. Voor toewijzing van de vordering van [eiser] is nodig dat omtrent de feiten en omstandigheden die de grondslag voor de vordering vormen door hem voldoende wordt gesteld en onderbouwd en dat deze feiten en omstandigheden, zo nodig, bij betwisting door hem worden bewezen. Ten aanzien van het letsel heeft [eiser] aan deze stelplicht voldaan. Weliswaar blijkt uit de overgelegde verklaring van de arts van het St. Antonius Hospitaal te Kleve dat [eiser] niet op 14 maart 2008 maar op 25 februari 2008 is opgenomen, maar daarmee is wel de gestelde amputatie onderbouwd. 

2.5. Proflex heeft zowel de stelling dat een ongeval heeft plaatsgevonden als het gestelde causaal verband tussen een ongeval en het letsel gemotiveerd betwist. Ten aanzien van het causaal verband is door Proflex gewezen op de mogelijkheid dat daarvoor een andere reden is aan te voeren dan een ongeval, namelijk (een complicatie ten gevolge van) diabetes. Immers de op de medische verklaring voorkomende diagnose – voor zover leesbaar – lijkt daarop te wijzen, terwijl ook bij het kopje ‘Weitere Behandlung” een tekst staat die lijkt te beginnen met “Diabeteseinstellung..” 

2.6 Gelet op deze gemotiveerde betwisting kon door [eiser] niet worden volstaan met de enkele mededeling dat eind november 2008 een kist of verpakking op zijn voet is gevallen. Voor deze stelling is geen enkele onderbouwing gegeven, behalve de eigen verklaring van [eiser]. Integendeel, zoals uit de door [eiser] overgelegde verklaring van de Arbeidsinspectie blijkt, is bij de Arbeidsinspectie geen melding gemaakt van enig ongeval dat [eiser] is overkomen. Ook voor het gestelde causale verband is geen enkele ondersteuning aanwezig. Bij deze stand van zaken kan aan bewijslevering niet worden toegekomen. De vordering van [eiser] moet dan ook worden afgewezen. 

2.7. De vordering met betrekking tot de looncomponenten is door Proflex gemotiveerd weersproken. Zij heeft de loonspecificaties overgelegd over de weken vanaf week 24 van 2008 tot en met week 13 van 2009. [eiser] heeft niet betwist dat partijen een inclusief uurloon zijn overeengekomen en dat ook wekelijks overeenkomstig die afspraak is betaald. [eiser] heeft ook op dit onderdeel zijn vordering onvoldoende gespecificeerd onderbouwd, zodat deze niet toegewezen kan worden. 

2.8. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Proflex te begroten op € 400,00 aan salaris van de gemachtigde. Tegen de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat dit toegewezen kan worden. LJN BW1182