Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 180414 met oog op doel Gedragscode Persoonlijk Onderzoek kan in strijd daarmee verkregen bewijsmateriaal niet door een verzekeraar worden gebruikt

HR 180414 AOV; handelen in strijd met Gedragscode Persoonlijk Onderzoek levert i.b. onrechtmatige inbreuk privacy op; 
- met oog op doel Gedragscode Persoonlijk Onderzoek kan in strijd daarmee verkregen bewijsmateriaal niet door een verzekeraar worden gebruikt

vervolg op: hof-s-hertogenbosch-040912-aov-geen-redelijk-vermoeden-van-grondige-en/of-structurele-misleiding-persoonlijk-onderzoek-inbreuk-op-privacy en rb-middelburg-290910-verstrekking-onjuiste-informatie-leidt-tot-terugvordering-uitkering-gedragscode-persoonlijk-onderzoek

5.4.1
In onderdeel 3 wordt betoogd dat de vaststelling dat het door Interpolis met het onderzoek vergaarde bewijs onrechtmatig is verkregen, niet zonder meer meebrengt dat dit bewijs buiten beschouwing moet blijven bij de verdere beoordeling van het geschil. Volgens het onderdeel heeft het hof niet de daarvoor vereiste bijkomende omstandigheden vastgesteld. De door het hof in aanmerking genomen omstandigheden (a) dat Interpolis onvoldoende alternatieven heeft benut om te bezien of haar vermoedens van fraude ontkracht kunnen worden, en (b) dat niet gezegd kan worden dat [verweerder] door zijn opstelling de onoorbare wijze van bewijsgaring heeft uitgelokt of in de hand gewerkt, zijn niet toereikend. In elk geval heeft het hof zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd gelet op zijn vaststelling dat de ernst van de inbreuk op het recht van [verweerder] op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer beperkt is gebleven en gelet op de door Interpolis gestelde ernst van de fraude.

5.4.2
Het onderdeel is tevergeefs voorgesteld. Het hof heeft zijn beslissing om de resultaten van het persoonlijk onderzoek buiten beschouwing te laten niet gegrond op de enkele omstandigheid dat Interpolis niet gerechtigd was tot het doen uitvoeren van dat onderzoek en het uitvoeren van dat onderzoek daarom onrechtmatig is geweest jegens [verweerder]. Het heeft mede het doel van de Gedragscode in aanmerking genomen, waarmee, gelet op hetgeen hiervoor in 5.2.1 is overwogen, niet strookt dat in de omstandigheden van dit geval (zie hiervoor in 3.4.4) in strijd daarmee verkregen bewijsmateriaal toch door een verzekeraar kan worden gebruikt. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onvoldoende gemotiveerd.
Voor zover het onderdeel het hof verwijt noch de beperkte ernst van de inbreuk, noch de ernst van de gestelde fraude in zijn afweging te hebben betrokken, mist het feitelijke grondslag. In rov. 36 heeft het hof zich rekenschap gegeven van de naar zijn oordeel beperkte ernst van de inbreuk en in rov. 37 heeft het hof in aanmerking genomen dat geen sprake is geweest van een redelijk vermoeden van fraude.

5.5
De overige klachten van onderdeel 1 en onderdeel 2 kunnen evenmin tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

ECLI:NL:HR:2014:942

conclusie A-G De Vries Lentsch-Kostense strekt eveneens tot verwerping van het beroep: ECLI:NL:PHR:2014:77