Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Noord-Holland 270814 hoofdelijke aansprakelijkheid voor schietpartij; verlies verdienvermogen als profbokser onvoldoende onderbouwd

Rb Noord-Holland 270814 hoofdelijke aansprakelijkheid voor schietpartij; verlies verdienvermogen als profbokser onvoldoende onderbouwd; verhuiskosten toegewezen; 
- schade studievertraging voor 1 jaar toegewezen; normbedrag Letselschaderaad + extra jaar collegegeld; 
- ernstige verwondingen door kogelregen, kan topsport niet meer uitoefenen; mede in licht van signalen rechtswetenschap EUR 25.000 smartengeld

vervolg op: rb-noord-holland-260613-groepslid-schiet-bij-confrontatie-twee-broers-neer-deel-overige-leden-groep-hoofdelijk-aansprakelijk-vanwege-poging-machinegeweer-te-kopen

verlies arbeidsvermogen

2.8.
De vordering van [naam eiser]ter zake verlies van arbeidsvermogen moet worden afgewezen. De vraag of een door een ongeval getroffene als gevolg van het ongeval schade heeft geleden door verlies van toekomstige inkomsten uit arbeid, moet worden beantwoord door vergelijking van de feitelijke inkomenssituatie na het ongeval met de hypothetische situatie bij wegdenken van het ongeval. Bij zulk een vergelijking komt het aan op de redelijke verwachting van de rechter omtrent toekomstige ontwikkelingen (ECLI:NL:HR:1998:ZC2654). [naam eiser]stelt een carrière als profbokser te hebben misgelopen. Hij vordert in dat kader een som (zie onder 2.3 a) die een optelling is van 9 jaren profboksen, waarbij 6 wedstrijden per jaar worden gebokst. De rechtbank kan niet uitsluiten dat [naam eiser]inderdaad na zijn studie Orthopedagogiek aan de UvA als profbokser verder wilde. De rechtbank sluit ook niet uit dat hem dit zou zijn gelukt. De vraag of schade wordt geleden wordt echter beantwoord door een vergelijking te maken tussen de ten gevolge van het ongeval gemiste inkomsten met de na het ongeval wel genoten inkomsten. Over dit laatste heeft [naam eiser]niets gesteld, zodat hij de rechtbank niet in staat heeft gesteld de bedoelde vergelijking te maken. Hij heeft daarbij niet aannemelijk gemaakt dat en hoe hij wél een volledige baan had gecombineerd met een profcarrière, nu hij blijkens de verklaring van zijn beoogde trainer [persoon 3] (in tegenstelling tot wat [naam eiser]zelf verklaart1) ook zijn studie aan de UvA niet met een profcarrière wilde/kon combineren. De enkele stelling dat hij ‘naast een volledige baan’ wel inkomsten zou verwerven uit zijn bokscarrière is in dat licht onvoldoende.

ECLI:NL:RBNHO:2014:8699