Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 150812 slachtoffer zou wegens reorganisatie ontslagen worden; vergelijkbare baan en salaris uitgangspunt, ontslagvergoeding buiten beschouwing

Rb Utrecht 150812 zware mishandeling; geen sprake van strafrechtelijk uitlokken, wel aansprakelijkheid ex art. 6:166 BW;
- toekomstig eigen risico zorgverzekering voor de helft toegewezen;
- relevantie van een WMO-indicatie in het licht van de civielrechtelijke behoefte aan hulp
;
- slachtoffer zou wegens reorganisatie ontslagen worden; vergelijkbare baan en salaris als uitgangspunt, ontslagvergoeding buiten beschouwing;
- zelfwerkzaamheid; zelfwerkzaamheid conform richtlijn letselschaderaad; verhuiskosten redelijk

het hele leven van slachtoffer is ontwricht; smartengeld € 40.000

verlies aan arbeidsvermogen 

3.17.  [eiser] berekent de schade door verlies aan arbeidsvermogen op basis van het verschil tussen zijn gebruikelijke salaris, inclusief overuren, en hetgeen hij feitelijk ontvangen heeft (70% van zijn loon dan wel een WIA-uitkering), tot zijn 67e levensjaar. Deze berekening wordt op slechts enkele punten betwist. In de eerste plaats wijzen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] erop dat [eiser] bij Allianz wegens reorganisatie ontslagen zou worden. [eiser] stelt hierover dat hij overwoog een camping in Frankrijk te beginnen, maar dat hij ook al contacten had met Xerox en daar waarschijnlijk een vergelijkbare baan had kunnen vinden. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] trekken in twijfel of hij daar even veel had kunnen verdienen als bij Allianz. 

3.18.  Vast staat dat [eiser] in dienst was bij Allianz en daar wegens reorganisatie ontslagen zou worden. Het is mogelijk dat hij elders een baan met een lager salaris gevonden zou hebben, of juist een beter betaalde baan. Door het letsel dat hij heeft opgelopen, kan dat niet meer worden vastgesteld. De rechtbank acht het redelijk om ervan uit te gaan dat [eiser] bij Xerox of elders een nieuwe baan zou hebben gevonden met een vergelijkbaar salaris (niet lager en niet hoger), omdat er geen aanwijzingen zijn die een andere verwachting waarschijnlijker maken. 

3.19.  [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] wijzen er verder op dat [eiser] waarschijnlijk een ontslagvergoeding ontvangen heeft. Dit doet echter niet ter zake. Een ontslagvergoeding heeft immers niets te maken met het letsel dat hij heeft opgelopen, maar is bedoeld als compensatie voor inkomensverlies door het reorganisatieontslag, waarbij dat inkomensverlies vooraf niet vast staat. De rechtbank gaat ervan uit dat [eiser] snel ander werk gevonden zou hebben (hij had al contacten bij Xerox), zodat hij van de ontslagvergoeding financieel voordeel zou hebben gehad. In de situatie zonder letsel had hij dat mogen behouden, en dat mag hij nu dus ook. De ontslagvergoeding blijft daarom bij de schadeberekening buiten beschouwing. 

3.20.  Beide partijen gaan verder in op de camping in Frankrijk, zonder dat helemaal duidelijk is op welke manier die een rol speelt in de schadeberekening. De rechtbank overweegt daarover het volgende. [eiser] en zijn vrouw hebben dat kennelijk onderzocht en daarvoor kosten gemaakt, maar er zijn onvoldoende doorslaggevende aanwijzingen dat zij uiteindelijk werkelijk die keus gemaakt zouden hebben. In elk geval is niet aannemelijk dat [eiser] bij Xerox was gaan werken én een camping begonnen zou zijn. De rechtbank gaat ervan dat hij in de situatie zonder letsel een baan gevonden zou hebben (bij Xerox of elders), en dus ook dat hij zou hebben afgezien van de camping in Frankrijk. De vraag wat hij met zo’n camping had kunnen verdienen blijft daarom buiten beschouwing. De kosten die hij al gemaakt had voor het onderzoeken van de mogelijkheden voor een camping zouden in de situatie zonder letsel voor zijn rekening gebleven zijn, en blijven dat in de schadeberekening dus ook.  LJN BX7748