Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 210715 galblaasverwijdering; gebrekkige verslaglegging heeft niet tot schade geleid

Hof 's-Hertogenbosch 210715 galblaasverwijdering; zkh aansprakelijk voor medische fout; nazorg niet onzorgvuldig; gebrekkige verslaglegging heeft niet tot schade geleid

Onvolledig operatieverslag

4.4.5.
In het operatieverslag is over het ligeren van bepaalde structuren vermeld: “(…) Aanhaken van de galblaas. Identificeren en ligeren van de ductus en arteria cystica. Doornemen van deze structuren waarna(…)”. In het verslag lijkt niet te worden vermeld welke ductus is geligeerd en doorgenomen. In het operatieverslag wordt geen melding gemaakt van een afwijkende anatomische structuur bij [appellant] , noch wordt deze afwijkende structuur, voor zover van belang, beschreven.
Bovendien schrijft [chirurg van het UMC] in zijn brief van 17 maart 2010: “Wat mij in het operatieverslag verbaasde is dat er bij een kennelijk lastige cholecystectomie waarvoor conversie noodzakelijk is zo weinig over de vitale structuren wordt vermeld. Ik zou minstens vermeld willen zien: het waarschijnlijke beloop van de ductus hepatocholedochus en de separate identificatie van de ductus cysticus alsmede een beschrijving van het beloop van de arteria hepatica (…).”
Reeds hieruit moet worden geconcludeerd dat het operatieverslag op relevante punten lacunes vertoont, zodat dit verslag niet in overeenstemming is met art. 7:454 lid 1 BW aangezien het niet alle gegevens bevat die voor een goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk zijn. Ook in zoverre is sprake van schending van de zorgvuldigheidsplicht.
Zoals uit hetgeen hierna omtrent de nazorg zal worden geoordeeld volgt, is evenwel niet gebleken dat schending van de zorgplicht aangaande het operatieverslag heeft geleid tot schade voor [appellant] .

Onzorgvuldige nazorg
4.4.6.
Dat van de zijde van het Sint Jans Gasthuis niet de nazorg is verleend welke van een redelijk bekwaam en redelijk handelend zorgverlener in gelijke omstandigheden mocht worden verwacht, is niet gebleken. De omstandigheid dat eerst op 6 september 2005 de diagnose is gesteld dat sprake was van een totale stop ter hoogte van de hoofdgalweg en eerst daarna van de zijde van het Sint Jans Gasthuis actie is ondernomen tot herstel van het letsel van [appellant] , brengt niet reeds mee dat niet de zorg is verleend welke in het onderhavige geval van een redelijk handelend zorgverlener mocht worden verwacht. Bovendien is niet gebleken dat eerdere behandeling tot eerder en of vollediger herstel van [appellant] zou hebben geleid. Evenmin is gebleken dat de omstandigheid dat het operatieverslag niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen, heeft geleid tot onzorgvuldige nazorg.
Ten aanzien van de omstandigheid dat [de behandelend chirurg] , naar door het Sint Jans Gasthuis niet is betwist, na de operatie slechts eenmaal met [appellant] heeft gesproken en wel om de complicatie en het te verwachten verloop uit te leggen, oordeelt het hof dat dit feit kennelijk weliswaar pijnlijk is geweest voor [appellant] , maar dat dat op zichzelf nog niet meebrengt dat die beperkte belangstelling een schending van de zorgplicht betekent als bedoeld in artikel 7:453 BW.

Causaal verband en schade
4.4.7.1. [appellant] heeft gesteld dat hij als gevolg van de operatie buik- en darmklachten, continu diarree en (als gevolg van onzorgvuldige nazorg) psychische klachten heeft.
Het Sint Jans Gasthuis heeft het condicio sine qua non-verband tussen de onzorgvuldige operatie en de door [appellant] gestelde klachten met de daaruit volgens [appellant] voortvloeiende schade, als mede de hoogte van de gevorderde schade, betwist voor zover deze het verlies aan arbeidsvermogen betreft. Voor zover het de door [appellant] gevorderde schade betreffende zelfredzaamheid betreft heeft het Sint Jans Gasthuis betwist dat deze schade haar geheel als gevolg van de operatie kan worden toegerekend en heeft zij evenzeer de hoogte van de schade betwist. In het licht van de brief van [chirurg van het AMC] d.d. 24 juli 2007 valt, aldus het Sint Jans Gasthuis, zonder nadere medische gegevens niet in te zien dat causaal verband bestaat tussen de operatie en de door [appellant] gestelde schade. In genoemde brief is immers vermeld “(…) Patiënt (…) werd in april 2007 nog op de poliklniek gezien (…) Bij onderzoek is er behalve locale drukpijn geen afwijking (…)” Voor zover het het door [appellant] gevorderde smartengeld betreft, heeft het Sint Jans Gasthuis de hoogte daarvan betwist.
De door [appellant] onder de post “Kosten in verband met medische behandelingen waaronder reiskosten” ad in totaal € 2.982,77 gevorderde schade is in het geheel niet door het Sint Jans Gasthuis betwist, zodat deze post zal worden toegewezen.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten heeft het Sint Jans Gasthuis slechts betwist voor zover het de factuur ad € 1.145,38 betreffende de beoordeling van [medisch adviseur] betreft.
4.4.7.2. Nu het Sint Jans Gasthuis het causaal verband en/of de hoogte van de schadeposten zelfredzaamheid, verlies aan arbeidsvermogen en smartengeld gemotiveerd heeft betwist, kan het hof nog geen oordeel geven over deze onderdelen van de vordering van [appellant] voordat meer zicht bestaat op het causaal verband van bedoelde schade met de operatie.
In het rapport van [chirurg van het UMC] , die destijds door beide partijen is aangezocht is tenminste een aanwijzing te vinden voor het bestaan van causaal verband tussen de klachten en de fout. Het Sint Jans Gasthuis heeft in dit verband gesteld dat de pijnklachten ook veroorzaakt kunnen zijn door (voor de operatie al bestaande) verklevingen. Verschillende wijzen van aanpak zijn thans mogelijk:
- de benoeming van een deskundige, te weten een chirurg dan wel een maag darm lever arts, om te rapporteren over de medische situatie van [appellant] en de oorza(a)k(en) van zijn klachten, waarna eventueel ook nog een rapportage van een verzekeringsgeneeskundige noodzakelijk is om de beperkingen van [appellant] voor zover deze voortvloeien uit zijn medische situatie in kaart te brengen;
- een inlichtingen comparitie, welke comparitie tevens zal worden benut om de mogelijkheid van een schikking te onderzoeken;
- partijen komen op basis van hetgeen het hof inmiddels heeft beslist, zelf tot overeenstemming aangaande de te vergoeden schade.
Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen voor akte zijdens [appellant] . Hij kan zich daarin als eerste uitlaten over de te volgen aanpak, waarna Sint Jans Gasthuis daarop bij antwoordakte kan reageren.ECLI:NL:GHSHE:2015:2763