Overslaan en naar de inhoud gaan

TNIVRE 040418 ongegronde klacht, aan de zijde van het slachtoffer mogelijk ingegeven door onvoldoende begrip voor de medische discussie

TNIVRE 040418 ongegronde klacht, aan de zijde van het slachtoffer mogelijk ingegeven door onvoldoende begrip voor de medische discussie

2. De klacht en het verweer.
2.1 De klacht houdt (samengevat) in dat de expert klager bewust niet goed begeleid heeft nadat hij de behandeling van zijn schade op verzoek van klager heeft overgenomen van F. Na een jaar van bedreigingen heeft klager op 22 februari 2017 van de expert een medisch rapport gekregen dat niet correspondeert met het officieel medisch dossier. Dit rapport is afkomstig van een verzekeringsarts die niet op de lijst van medisch adviseurs van de expert voorkomt. Bij repliek heeft klager nog gesteld dat de behandeling van de schade van klager op misleiding berust en dat de expert klager in de waan gelaten heeft dat hij een jurist is. De expert had klager na bestudering van het dossier er op moeten wijzen dat de expert hem niet zou kunnen bijstaan en dat klager een beter een letselschadeadvocaat kon raadplegen. De reden waarom de expert de zaak toch heeft aangenomen is dat hij zijn collega de heer F heeft willen indekken.
2.2 De expert heeft – verkort weergegeven – tegenover de stellingen van klager onder meer naar voren gebracht dat van misleiding geen sprake is geweest, dat hij nog steeds klager goed zou kunnen en willen bijstaan, dat de geraadpleegde medisch adviseur nog niet op het briefpapier staat/stond maar wel degelijk verbonden is aan het kantoor van de expert en dat er geen sprake van is dat hij F zou hebben willen indekken. In zijn toelichting heeft de expert voorts nog aangevoerd dat hij klager aan het begin geadviseerd heeft bij F te blijven (en dat hij op de werkzaamheden van F niets aan te merken had) en dat het oordeel van de medisch adviseur van de expert niet in het nadeel is van klager omdat die medisch adviseur wel degelijk een causale relatie ziet met het ongeval.
3. De beoordeling.
3.1 Voorop gesteld wordt dat een expert in de uitoefening van zijn beroep dient te handelen conform de Gedragsregels, de Statuten en Reglementen van het NIVRE, alsmede conform al hetgeen overigens bij een goede beroepsuitoefening betamelijk is. Zo dient de expert zich te gedragen zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend expert betaamt, waarbij men dient te voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid, professionaliteit, integriteit en collegialiteit, zoals nader omschreven in de gedragsregels van het NIVRE. Deze gedragsregels zijn bedoeld, zo blijkt uit de inleiding daarvan, als een norm voor de verwachtingen die mensen hebben over het gedrag en de intentie van een NIVRE-expert.
3.2 Het Tuchtcollege overweegt voorts als volgt. Mede uit de toelichting die klager ter zitting heeft gegeven op zijn klacht begrijpt het Tuchtcollege dat het medisch causaal verband tussen zijn huidige klachten en het ongeval van 6 augustus 2014 ter discussie staat/heeft gestaan tussen hem en de aansprakelijkheidsverzekeraar van de wederpartij (I), terwijl aansprakelijkheid op zichzelf wel erkend is. Het kernpunt van de discussie in deze letselschadezaak is de vraag in hoeverre de klachten al dan niet geheel zijn veroorzaakt door het ongeval, dan wel dat sprake is van pre-existentie van deze klachten; hetwelk door klager echter ten stelligste wordt betwist. Ook de experts erkennen dat dit een reële discussie is en dat vormt dan ook de oorsprong van alle (andere) verwijten die klager aan beide experts maakt. Naar overtuiging van het Tuchtcollege is er juist op dat punt sprake van een misverstand aan de zijde van klager hetgeen tot kennelijke verdere frustratie aan zijn zijde geleid heeft. Het Tuchtcollege ziet immers niet op basis van welke feitelijke gegevens zoals die in het dossier vervat zijn de expert(s) een verwijt gemaakt kan worden zoals dat door klager gedaan is. Het Tuchtcollege ziet in het bijzonder geen aanleiding om te denken dat er sprake geweest is van misleiding inzake de door klager aan de expert verleende opdracht. Het genoemde misverstand blijkt in dit geval nadrukkelijk uit de reactie van klager aan de expert van 22 februari 2017 waarin hij zijn beklag doet over het medische rapport van dezelfde dag. Bij klager heeft het rapport duidelijk een verkeerde indruk gemaakt, terwijl naar het oordeel van het Tuchtcollege de expert terecht naar voren gebracht heeft dat dit rapport helemaal niet ten nadele van klager is. Dit alles moet tot de conclusie leiden dat de klacht op zichzelf ongegrond verklaard wordt. Het Tuchtcollege zal aldus beslissen.
3.3 Het Tuchtcollege spreekt ten overvloede de wens uit dat het benoemde misverstand weggenomen wordt en het vertrouwen van klager in de expert zodanig hersteld kan worden dat de schade van klager, juist ook in het belang van klager zelf, spoedig afgewikkeld kan worden. Uit de verklaringen ter zitting van de zijde van de experts en de stukken blijkt dat ook van de zijde van I in beginsel de bereidheid bestaat de behandeling van de schade van klager voortvarend voort te zetten.
4. De beslissing.
4.1 Het Tuchtcollege verklaart de klacht jegens de expert ongegrond. Tuchtcollege NIVRE 2017009b