Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Middelburg 030210 gordelkorting 25%; extra schade door niet dragen gordel aannemelijk, stelplicht en bewijslast terzake rust op eiser,

Rb Middelburg 030210  gordelkorting 25%; extra schade door niet dragen gordel aannemelijk, stelplicht en bewijslast terzake rust op eiser,
de aansprakelijkheid van ZLM voor de schade van [eiser sub 1] en [eiser sub 2]
2.5 ZLM heeft voor de schade die [eiser sub 1] ten gevolge van het ongeval lijdt volledige aansprakelijkheid aanvaard. Voor de door [eiser sub 2] ten gevolge van het ongeval geleden schade heeft ZLM voor 75% aansprakelijkheid erkend. Voor de overige 25% acht ZLM de schade het gevolg van een aan [eiser sub 2] zelf toe te rekenen omstandigheid: zij droeg ten tijde van het ongeval niet de verplichte veiligheidsgordel. Die omstandigheid heeft [eiser sub 2] niet betwist. De verplichting tot het dragen van een veiligheidsgordel in een auto bestaat, omdat bij de meeste typen ongevallen wanneer een gordel wordt gedragen het letsel minder (ernstig) is dan wanneer geen gordel werd gedragen. In dat licht is de stelling van ZLM dat het letsel van [eiser sub 2] minder zou zijn geweest als zij de gordel had gedragen, aannemelijk. Het is dan aan [eiser sub 2] om te stellen en zo nodig te bewijzen dat zich bij onderhavig ongeval een van de algemene regel afwijkende situatie voordeed, waarin het dragen van een gordel juist niet die beschermende werking had. [eiser sub 2] heeft daarover echter niets gesteld. Zij verwijst wel naar een artikel, waarin wordt gesteld dat bij een zijdelingse botsing de invloed van het dragen van een gordel op het risico van ernstig letsel (dat ontstaat doordat het slachtoffer door de in elkaar gedrukte zijkant van de auto wordt geraakt) praktisch nihil is, maar zij stelt niets waaruit blijkt dat het bij het ongeval van 17 januari 2000 om een dergelijk soort botsing en om dergelijk soort letsel ging. Ook uit de overgelegde stukken – waarin geen toegelichte beschrijving van de toedracht van het ongeval is opgenomen – kan een en ander niet worden afgeleid. De rechtbank passeert daarom de stelling dat het niet dragen van de gordel in dit geval geen invloed heeft gehad op het letsel. De rechtbank is met ZLM van oordeel dat het niet dragen van de gordel ertoe moet leiden dat 25% van de schade voor rekening van [eiser sub 2] dient te blijven. Deze beperking geldt alleen voor de letselschade van [eiser sub 2] en niet voor de (mede door haar) gevorderde vergoeding voor beschadigde zaken); immers, alleen voor letselschade geldt dat het dragen van een gordel deze (deels) kan voorkomen. 
LJN BL5565