Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 190208 enkelletsel; rapport orthopedisch chirurg vormt uitgangspunt voor schadeberek.

Hof Den Bosch 190208 enkelletsel; rapport orthopedisch chirurg vormt uitgangspunt voor schadeberekening
4.30. Het hof oordeelt als volgt.
4.30.1. Uitgangspunt voor de vaststelling van de behoefte aan huishoudelijke hulp is het rapport van Mey, waarin het ontstaan in de toekomst van een waarschijnlijk matige arthrose is vermeld. Nu dat rapport tot uitgangspunt dient voor de schadeberekening vormt het ontstaan van een waarschijnlijk matige arthrose tevens uitgangspunt voor de schadeberekening.
Op basis van dit rapport heeft de arbeidsdeskundige Jansen de belastbaarheid van [appellante] met Mey besproken en het schriftelijk verslag daarvan, waarmee Mey akkoord was, aan [appellante] doen toekomen.
[appellante] is het niet eens met dat verslag omdat zij meent dat haar enkelklachten en daarmee haar beperkingen zijn toegenomen na 1998. In het midden kan echter blijven of en in hoeverre de enkelklachten van [appellante] na 1998 feitelijk zijn toegenomen, aangezien moet worden aangenomen dat bij de bepaling van de belastbaarheid van [appellante], waarover Jansen en Mey het eens zijn, het ontstaan van een waarschijnlijk matige arthrose reeds in aanmerking is genomen nu dat gegeven reeds was vermeld in het rapport van 29 juli 1998 van Mey en partijen zijn overeengekomen dat rapport tot uitgangspunt te nemen (zie ook rov. 2.4.3. van het eindvonnis van de rechtbank).
4.30.2. De stelling van [appellante] dat zij genoodzaakt was te verhuizen naar een kleinere woning als gevolg van onvoldoende bevoorschotting door [geïntimeerde], levert geen grond op de behoefte aan huishoudelijke hulp af te stemmen op de door [appellante] in 1996 bewoonde grotere woning te [plaats]. Immers de schade, bestaande uit de behoefte aan huishoudelijke hulp, moet worden begroot aan de hand van de behoefte die [appellante] feitelijk heeft. Het gestelde oorzakelijk verband wordt door [appellante] bovendien op geen enkele wijze feitelijk onderbouwd, zodat er ook geen grond is met de verhuizing anderszins bij de schadeberekening rekening te houden.
4.30.3. Het hof vindt in de werkwijze van Jansen, zoals deze in haar rapportage is beschreven, geen aanleiding de behoefte aan huishoudelijke hulp op een groter aantal uren te bepalen dan de rechtbank deed, te weten 2 uur per week á f 15,- per uur. Dit levert op jaarbasis een schadepost op van € 653,44 (48 weken x f 30,- = f 1.440,- = € 653,44) met ingang van 1 januari 1997.
Grief 1 faalt op dit onderdeel.
LJN BC4973