Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Gelderland 210716 kosten gevorderd obv 22 uren; begroot obv 18 x € 240,00 + 6% + 21%, totaal € 5.540,83 + griffierecht; toegewezen 85% ivm eigen schuld

Rb Gelderland 210716 ongeval met overstekende 15-jarige fietser; onvoldoende anticiperende automobilist met voorrang 50% aansprakelijk, na billijkheidscorrectie 85%;
- kosten gevorderd obv 22 uren; begroot obv 18 x € 240,00 + 6% + 21%, totaal € 5.540,83 + griffierecht; toegewezen 85% ivm eigen schuld

4.12. Zoals verzocht zullen de kosten aan de zijde van X bij de behandeling van het verzoek worden begroot. Uit het voorgaande volgt dat X, anders dan London heeft opgeworpen, deze procedure niet volstrekt onnodig of ten onrechte aanhangig heeft gemaakt.

4.13. X heeft verzocht de kosten van de werkzaamheden van haar advocaat te begroten tegen een uurtarief van € 240,00, exclusief 6% kantoorkosten. exclusief btw. London heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte van dit tarief. Van dit tarief wordt dan ook uitgegaan.

4.14. X heeft de gewenste te begroten uren gematigd tot 22 uren aan werkzaamheden van haar advocaat. De werkzaamheden zijn deugdelijk gespecificeerd. London heeft daartegen aangevoerd dat het verzoekschrift veel gelijkenis vertoond met de buitengerechtelijk gevoerde correspondentie, dat al ruim € 18.000,00 aan buitengerechtelijke kosten is betaald waaronder kosten ter vergoeding van voornoemde correspondentie. Ten slotte voert London aan dat het niet duidelijk is waarom ruim drie uur correspondentie ten aanzien van een deelgeschil redelijk is. London concludeert dat onredelijk veel tijd is besteed, zeker voor een gespecialiseerd advocaat.

4.15. Gelet op de gelijkenis die het verzoekschrift vertoont met de brief die de advocaat van X in januari 2014 aan London stuurde alsmede de gelijkenis met het concept verzoekschrift zoals London dat in november 2014 heeft ontvangen, valt niet in te zien waarom in januari 2016 nog drieënhalf uur aan het opstellen van het verzoekschrift is besteed, terwijl ook drie uur correspondentie royaal is. Verder komt tien uur voorbereiding van de mondelinge behandeling alsmede het bijwonen van de mondelinge behandeling de rechtbank ook ruim voor.
Al met al acht de rechtbank in deze zaak ten hoogste een tijdsbesteding van 18 uur nog redelijk.

4.16. De begroting sluit dan op een bedrag van € 5.540,83 (18 uur x € 240,00 + 6% kantoorkosten + 21% BTW), te vermeerderen met het griffierecht ad € 288.00.
Wanneer een schadevergoedingsplicht op de voet van artikel 6:101 BW wordt verminderd, wordt ook de verplichting om de in artikel 6:96 lid 2 BW bedoelde kosten te vergoeden, in beginsel in dezelfde mate verminderd (Hoge Raad 21 september 2007,ECLI:NL: HR:2007:BA7624). Dat geldt ook voor de kosten van de behandeling van het deelgeschil, nu deze kosten op grond van artikel 1019aa lid 2 Rv hebben te gelden als kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Omdat London aansprakelijk is en 85% van de schade dient te vergoeden zal zij worden veroordeeld tot betaling van 85% van de aldus begrote kosten.

Met dank aan mr. J.F. Roth, SAP Letselschade Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-gelderland-210716