Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Alkmaar 180707 gedaagde aansprakelijke partij dient de kosten van de deskundigen te voldoen

Rb Alkmaar 180707 gedaagde aansprakelijke partij dient de kosten van de deskundigen te voldoen
4.9  Eiseres in de hoofdzaak dient als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure te worden verwezen. Wat betreft de kosten van de deskundigen is deze hoofdregel naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing. In verband met de eerste rapportage van prof. Koetsier is door Eiseres in de hoofdzaak, Proteq en Aegon ieder een voorschot van euro 1.556,67 voldaan. Wegens diens aanvullende rapportage is door Aegon en Proteq ieder een voorschot van euro 400,00 voldaan. Voor het arbeidskundig onderzoek is door de deskundige een bedrag van euro 3.650,99 in rekening gebracht. In verband met dit onderzoek is door Proteq en Aegon ieder per saldo een bedrag van euro 1.825,50 voldaan. Deze deskundigenberichten waren noodzakelijk ter beantwoording van - naast enkele andere vraagpunten - een tweetal kernvragen. De eerste vraag hield in of Eiseres in de hoofdzaak tengevolge van (een van) de ongevallen ongeschikt was geraakt tot het verrichten van haar eigen werk, zoals door Eiseres in de hoofdzaak gesteld en door Aegon en Proteq betwist. Dit geschilpunt is in het voordeel van Eiseres in de hoofdzaak beslist. Zij heeft haar eigen werk inderdaad niet meer kunnen uitoefenen. De tweede vraag zag op de (on)geschiktheid tot het verrichten van andere passende arbeid. Ten aanzien van dit geschilpunt zijn Aegon en Proteq in het gelijk gesteld. De ook na de ongevallen resterende verdiencapaciteit van Eiseres in de hoofdzaak is zodanig, dat een aanzienlijke op inkomensverlies gebaseerde vordering van Eiseres in de hoofdzaak niet kan slagen. Nu partijen over en weer ten aanzien van de geschilpunten welke tot de deskundigenberichten noopten in het ongelijk zijn gesteld, zal de rechtbank de kosten van de deskundigen in die zin tussen partijen compenseren dat die kosten blijven waar ze gevallen zijn. Ten overvloede overweegt de rechtbank het volgende. Deze beslissing zou niet anders uitvallen, indien de hierboven bedoelde vragen zouden worden herleid tot een enkele hamvraag naar resterende verdiencapaciteit. In dat geval zou het immers naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn te achten, dat een slachtoffer van door derden veroorzaakte aanrijdingen gehouden zijn tot volledige vergoeding van de kosten die gelet op de tegengestelde standpunten noodzakelijk waren om de omvang van de schade - in het verlengde van de in bovengenoemd arrest beschreven situatie, want te dezen is sprake van in rechte gemaakte kosten - vast te stellen.
LJN: BA9925