Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 170414 kosten deskundigenberichten vanwege toezegging aansprakelijkheidsverzekeraar voor rekening verweerders

Rb Amsterdam 170414 kosten deskundigenberichten vanwege toezegging aansprakelijkheidsverzekeraar voor rekening verweerders

2 De beoordeling
2.1.
Omdat het loon van de deskundigen op grond van artikel 199 lid 3 Rv door de griffier ten laste van ’s Rijks kas is gebracht, dient op grond van artikel 205 lid 2 Rv te worden vastgesteld welk deel van het loon van de deskundigen door elk van de partijen dient te worden gedragen. Het loon van de deskundigen bedraagt € 9.000,00 (deskundige Van der Zee) en € 2.100,00 (deskundige Sinnema), in totaal derhalve € 11.100,00.

2.2.
In hun brieven van 6 maart 2014 respectievelijk 1 april 2014 hebben partijen hun standpunt kenbaar gemaakt.

2.2.1.
Mr. Hartman heeft namens [verzoekster] zich – gemotiveerd – op het standpunt gesteld dat het loon van de deskundigen ten laste van verweerders moet worden gebracht. [verzoekster] voert daartoe, kort gezegd, aan dat uit de deskundigenberichten (althans uit het deskundigenbericht van deskundige Van der Zee) is af te leiden dat verweerders (in ieder geval [verweerder 1]) verwijtbaar onzorgvuldig handelen kan worden verweten. [verzoekster] heeft er ook op gewezen dat Centramed, de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerders (althans in ieder geval Stichting VU Medisch Centrum), heeft medegedeeld de kosten van het deskundigenonderzoek te willen dragen. [verzoekster] heeft daartoe een brief van Centramed van 21 november 2005 overgelegd.

2.2.2.
Mr. Meyst-Michels heeft de rechtbank bericht dat verweerders zich ten aanzien van de kostenveroordeling refereren aan het oordeel van de rechtbank, waarbij zij wel aantekent dat deze referte niet impliceert dat daarmee enige aansprakelijkheid wordt erkend.

2.3.
Artikel 205 lid 2 Rv beantwoordt niet de vraag wie de meest gerede partij is om in de kosten van een deskundigenbericht te worden veroordeeld en ook de parlementaire geschiedenis biedt hierover geen duidelijkheid. Tijdens de parlementaire behandeling heeft de minister wel aangegeven geen inbreuk te willen plegen op het beginsel dat de verliezende partij de kosten draagt, maar als geen bodemprocedure volgt of aansprakelijkheid buiten rechte wordt erkend, blijft onduidelijk wie de “verliezende partij” is. Het past de rechtbank in beginsel ook niet om zich, in het kader van de beslissing die op grond van artikel 205 lid 2 Rv over de kosten moet worden genomen, uit te laten over de mogelijke aansprakelijkheid, nu het debat daarover nog helemaal niet is gevoerd en partijen dat – kennelijk – ook (nog) niet ten overstaan van de rechter wensen te voeren. Over de (mogelijke) aansprakelijkheid van verweerders zal de rechtbank dan ook geen uitspraak doen. De rechtbank ziet in dit geval – andere – aanknopingspunten om de kosten van de deskundigenberichten ten laste van verweerders te brengen. In dit verband vindt zij vooral van belang dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerders heeft toegezegd bereid te zijn de kosten voor haar rekening te nemen (hetgeen door verweerders niet is weersproken). Daarnaast is van belang dat verweerders zich niet hebben verzet tegen het standpunt van mr. Hartman dat verweerders de kosten moeten dragen. De rechtbank zal dan ook overeenkomstig het verzoek van [verzoekster] bepalen dat verweerders de kosten van de deskundigen aan de griffier moeten voldoen. ECLI:NL:RBAMS:2014:2750