Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 150514 kosten gevorderd obv 35:15 uur, vanaf start deelgeschillenprocedure begroot op 10:25 uur x € 230,00 + 6% + 21%, totaal € 3.072,90

Rb Amsterdam 150514 bromfiets wijkt uit voor over de stoep achteruitrijdende bestelbus en valt op trambaan: osvo;
- kosten gevorderd obv 35:15 uur, vanaf start deelgeschillenprocedure begroot op 10:25 uur x € 230,00 + 6% + 21%, totaal € 3.072,90

3.10. Uit artikel 1019aa Rv volgt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt, dient te begroten, ook als het verzoek wordt afgewezen. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat daarvan geen sprake is en zal daarom overgaan tot een begroting van de kosten aan de zijde van [Eiser].

3.11. [Eiser] stelt dat hij een bedrag van € 10.365,60 aan advocaatkosten heeft gemaakt, uitgaande van een tijdsbesteding van 35 uur en 15 minuten x (ongeveer) € 230,00 (€ 8.130,26) vermeerderd met € 487,81 aan kantoorkosten en vermeerderd met 21% BTW over € 5.504,81 (€ 1.156,01) en 19% BTW over € 3.113,26 (€591,52).

3.12. De rechtbank stelt voorop dat uit artikel 1019aa Rv volgt dat enkel de kosten van de deelgeschilprocedure worden vergoed. De zijdens [Eiser] gevorderde kosten zien blijkens het declaratieoverzicht op werkzaamheden die sinds 29 september 2011 in deze zaak zijn verricht. Uit de stellingen in het verzoekschrift blijkt echter dat er pas werkzaamheden in het kader van de deelgeschilprocedure zijn verricht nadat het regelingsvoorstel, dat de raadsvrouw van [Eiser] in reactie op de e-mail van Delta Lloyd van 25 maart 2013 had gedaan, was afgewezen. Dit komt overeen met het beeld dat naar voren komt uit het declaratieoverzicht. Immers, daaruit blijkt dat mr. Latour op 17 mei 2013 het dossier heeft bestudeerd en enkele dagen later een aanvang heeft gemaakt met het concipiëren van het verzoekschrift. De rechtbank stelt dan ook vast dat alleen de uren die vanaf 17 mei 2013 aan de zaak zijn besteed voor vergoeding op grond van artikel 1019aa Rv in aanmerking komen. Dit zijn 9 uur en 45 minuten voor het opstellen van het verzoekschrift, 30 minuten voor de bestudering van het dossier en 10 minuten aan telefoongesprek met cliënt. De rechtbank is van oordeel dat de hiermee gemoeide kosten redelijk zijn en bovendien in redelijkheid zijn gemaakt en derhalve voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW.

3.13. De kosten zullen derhalve worden begroot op € 3.072,90 (10 uur en 25 minuten x € 230,00 vermeerderd met 6% kantoorkosten en 21% BTW). Aangezien om begroting van de kosten ter voorbereiding en bijwoning van de mondelinge behandeling niet is verzocht, heeft de rechtbank die kosten niet meegenomen in de begroting.

3.14. Nu het verzoek van [Eiser] om te bepalen dat Delta Lloyd aansprakelijk is wordt afgewezen, zal de verzochte veroordeling van Delta Lloyd tot veroordeling in de kosten van dit deelgeschil worden afgewezen. Dat betekent dat het onder 3.13. begrote bedrag uitsluitend verschuldigd is indien de aansprakelijkheid van Delta Lloyd alsnog in rechte komt vast te staan. www.stichtingpiv.nl