Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 020513 gevorderd 19 uur x € 195,-- + 5% + 21% BTW; begroot obv 10 uur; totaal € 2.744,48

Rb Den Haag 020513 val bij gladheid door sneeuw en ijs op parkeerterrein; geen onrechtmatig handelen eigenaresse voetpad;
- gevorderd 19 uur x € 195,-- + 5% + 21% BTW; begroot obv 10 uur; totaal € 2.744,48;
- voor verzochte veroordeling van verzoeker in proceskosten is geen plaats; art. 289 Rv nvt

Kosten

4.10.
Ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, dient de rechtbank de kosten van deze procedure te begroten op grond van artikel 1019aa Rv. Dit is alleen dan anders indien de deelgeschillenprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet het geval. Gelet hierop zal de rechtbank overgaan tot begroting van de kosten.

4.11.
Mr. Bosma voert aan € 4.707,20 aan kosten te hebben gemaakt. Daarbij is zij uitgegaan van 19 uur à € 195,-- per uur, 5% kantoorkosten en 21% BTW. De rechtbank overweegt dat de kosten op grond van artikel 1019aa Rv dienen te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW. De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de gedeclareerde uren gelet op de aard en omvang van de zaak bovenmatig is en zal het aantal uren matigen tot 10 uur. Dit betekent dat de kosten worden begroot op € 2.744,48 (10 x € 195, vermeerderd met kantoorkosten, BTW en het door [verweerder] betaalde griffierecht van € 267). Voor de goede orde zij daarbij opgemerkt dat dit bedrag eerst verschuldigd is indien de aansprakelijkheid van [verweerder] alsnog in rechte komt vast te staan.

4.12.
Naar het oordeel van de rechtbank is voor de door [verweerder] verzochte veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten geen plaats. De rechtbank overweegt hiertoe dat artikel 289 Rv, dat de grondslag vormt voor een veroordeling in de proceskosten, ingevolge artikel 1019aa lid 3 Rv niet van toepassing is. ECLI:NL:RBDHA:2013:9261