Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 180314 kosten gevorderd obv 27,2 uur; toegewezen 15 x € 205,00 + 5% + 21%, totaal € 3.906,79

Rb Den Haag 180314 whiplash; obv rapporten geen urenbeperking; wel 3 uur hulp voor lichte huishoudelijke taken; 
- kosten gevorderd obv 27,2 uur; toegewezen 15 x € 205,00 + 5% + 21%, totaal € 3.906,79

Kosten deelgeschil

4.18. In beginsel dient op grond van artikel 1019aa Rv een begroting plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen (TK 2007-2008, 31518, nr. 3, p. 12). In dat geval kan begroting van de kosten achterwege blijven, hetgeen in casu echter niet het geval is.

4.19. [verzoeker] heeft verzocht de proceskosten te begroten en [verweerster] te veroordelen dat bedrag aan hem te betalen. In het lichaam van het verzoekschrift is aangevoerd dat er € 7.084,31, inclusief 5% kantoorkosten en inclusief 21% btw, aan kosten is gemaakt. Daarbij is uitgegaan van 27,2 uren en een uurtarief van € 205,00. Dit bedrag dient volgens [verzoeker] nog te worden vermeerderd met het betaalde griffierecht ad € 274,00.

4.20. [verweerster] heeft bezwaar gemaakt tegen het aantal aan de zaak bestede uren, en niet tegen het door mr. Peijs gehanteerde uurtarief. Bij het verzoekschrift bevindt zich een urenoverzicht (productie 6) waaruit blijkt dat er 18,2 uren is besteed aan werkzaamheden tot en met het opstellen van het verzoekschrift. In dat urenoverzicht staat onder werkzaamheden voornamelijk “Brief S/101499/135086” en “Email: [verzoeker] <[emailadres]>”. Weliswaar valt daaronder ook het opstellen en bespreken van het verzoekschrift, welke werkzaamheden voor vergoeding in aanmerking mogen komen, doch, voor het overige lijkt het met name contact tussen mr. Peijs en haar cliënt [verzoeker] te betreffen, hetgeen de gedeclareerde uren niet volledig verklaart. Gelet hierop en rekening houdend met de omvang van het dossier, de zittingstijd – voor de zitting was anderhalf uur gepland – en de reistijd van en naar Amsterdam, acht de rechtbank een besteding van 27,2 uren bovenmatig en komen naar het oordeel van de rechtbank slechts 15 uren in redelijkheid als kosten deelgeschil voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank begroot de kosten dan ook op een bedrag van € 3.906,79 (15 uren x € 205,00 x 5% kantoorkosten x 21% btw), te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht ad € 274,00, zijnde derhalve in totaal een bedrag van € 4.180,79.

4.21. Aangezien het verzoek voor een deel is toegewezen, komen de kosten van dit deelgeschil voor vergoeding in aanmerking. Gelijk de Hoge Raad heeft gedaan in zijn arrest, zal [verweerster] worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten (zie: HR 11 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9762, dictum). De rechtbank gaat er daarbij van uit dat DEVK deze kosten uiteindelijk aan [verweerster] dient te vergoeden. ECLI:NL:RBDHA:2014:4378