Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 221116 kosten gevorderd obv 40,3 uur, begroot en toegewezen 20 x € 245 + 6% + 21% + griffierecht, totaal € 6.572,74

Rb Den Haag 221116 ongeval met koets; medebezitter trekpaard in hoedanigheid van koetsier volledig aansprakelijk;
- kosten gevorderd obv 40,3 uur, begroot en toegewezen 20 x € 245 + 6% + 21% + griffierecht, totaal € 6.572,74

Kosten deelgeschil 

4.10. Op grond van artikel 1019aa lid I Rv dienen de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te worden begroot, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Of de kosten redelijk zijn, hangt ervan af of het redelijk is dat de kosten zijn gemaakt en of de omvang van de kosten redelijk is. 

4.11. De rechtbank neemt, nu op dit punt geen verweer is gevoerd, tot uitgangspunt dat het op zichzelf redelijk is dat aan de zijde van X kosten in verband met het onderhavige deelgeschil zijn gemaakt. De rechtbank zal derhalve overgaan tot begroting van de kosten. 

4.12. Mr. Van Ommen heeft, onder overlegging van een tweetal urenspecificaties, verzocht bij de begroting van de kosten uit te gaan vaneen tijdsbesteding van 40,3 uur in totaal, een uurtarief van € 245, 6% kantoorkosten en 21% btw. London c.s. heen alleen bezwaar gemaakt tegen het aantal in rekening gebrachte uren. 

4.13. De rechtbank stelt voorop dat voor de begroting van de kosten in het kader van artikel 1019aa Rv in beginsel uitsluitend de kosten in aanmerking komen die direct verband houden met de gevoerde deelgeschilprocedure. Hiervan is in de als productie 12 bij het verzoekschrift overgelegde urenspecificatie geen sprake. Die specificatie ziet immers op de vanaf eind 2013 verrichte werkzaamheden, terwijl het onderhavige verzoekschrift pas op 20 juli 2016 is ingediend. De rechtbank zal in het navolgende alleen rekening houden met de werkzaamheden vanaf (althans verbonden aan) het opmaken van het verzoekschrift (met enkele voorwerkzaarnheden) tot en met de behandeling ter zitting. 

4.14. Voor het opstellen van het verzoekschrift is in totaal bijna 14 uur in rekening gebracht. Daarnaast is, in de ter zitting overgelegde urenspecificatie, uitgegaan van 6 uur aan jurisprudentieonderzoek. De rechtbank acht deze tijdsbesteding voor een ervaren en op dit gebied gespecialiseerde advocaat fors, mede gelet op de beperkte en overzichtelijke omvang van het geschil. De rechtbank acht het redelijk om het aantal aan de zaak bestede uren te matigen tot 20 uur in totaal (12 uur voor het opstellen van het verzoekschrift en overige (voorwerkzaamheden en 8 uur voor nadien nog verrichte werkzaamheden, inclusief mondelinge behandeling). De kosten worden derhalve begroot op een bedrag van € 6.284,74 (20 uur x € 245, vermeerderd met kantooropslag van 6% en btw van 21% ). Deze kosten zullen worden vermeerderd met het door X betaalde griffierecht van € 288, zodat het totaal uitkomt op een bedrag van € 6.572,74. 

4.15. Nu de aansprakelijkheid van Y in deze beschikking wordt vastgesteld, zal London. zoals door X verzocht, worden veroordeeld tot betaling van deze kosten. 

Met dank aan mevrouw mr. H. van Ommen, Utrechtse Schade Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-den-haag-221116 ook op rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBDHA:2016:14755