Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Limburg 080318 kosten gevorderd 24,7 uur x € 255,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW toegewezen 19,7 uur

AANSPRAKELIJKHEID VERKEER, motoren

Rb Limburg 080318 frontale aanrijding motorrijder en op de weg kerende auto met aanhanger; bestuurder auto aansprakelijk
- kosten gevorderd 24,7 uur x € 255,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW toegewezen 19,7 uur

De kosten van het deelgeschil

4.20.
Op grond van artikel 1019aa Rv begroot de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt in de beschikking en neemt daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 96, tweede lid, van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking. De begroting van de kosten staat los van de vraag of de wederpartij de kosten ook (volledig) dient te vergoeden. Daarvoor dient aansprakelijkheid vast te staan.

[verzoeker] verzoekt de kosten van het deelgeschil te begroten en daarbij ten aanzien van de kosten tot en met het opstellen van het verzoekschrift uit te gaan van 9,7 uren en van 15 uren voor het bestuderen van het verweerschrift, voorbereiding van de mondelinge behandeling en rechtsbijstand ter zitting, zulks tegen een uurtarief van € 255,-- + 6% kantoorkosten + 21% btw. Dit komt neer op 9,7 uren x € 255,-- + 6% kantoorkosten + 21% btw = € 3.172,-- en 15 uren x € 255,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW = € 4.905,95. In totaal aldus € 3.172,51 + € 4.905,95 = € 8.078,46.

4.21.
[Y] heeft verweer gevoerd ten aanzien van het uurtarief dat de raadsman van [verzoeker] hanteert, ten aanzien van de opslag voor kantoorkosten en ten aanzien van het aantal uren dat de raadsman van [verzoeker] heeft besteed aan het opstellen van het verzoekschrift.

4.22.
Ten aanzien van het door mr. Munten gehanteerde uurtarief van € 255,-- per uur exclusief kantoorkosten en btw is de rechtbank van oordeel dat dit tarief weliswaar hoog is, maar niet ongebruikelijk voor letselschadezaken.

4.23.
[Y] voert voorts aan dat het er geen aanleiding bestaat daarnaast nog 6% kantoorkosten te vergoeden, nu niet is onderbouwd welke kosten het zou betreffen die niet zijn meegenomen in het uurtarief en hoe hoog deze kosten werkelijk zijn. Een dergelijke opslag is achterhaald, aldus [Y] .

4.24.
Het feit dat veel kantoren de opslag voor kantoorkosten hebben afgeschaft, neemt niet weg dat de raadsman van [verzoeker] dit tarief nog wel hanteert en met [verzoeker] is overeengekomen dat dit tarief in rekening wordt gebracht aan [verzoeker] . De rechtbank ziet daarom geen aanleiding op deze opslag niet in de begroting op te nemen.

4.25.
Uit de overgelegde urenspecificatie blijkt dat de raadsman van [verzoeker] 5 uren heeft besteed aan het opstellen van het verzoekschrift en 1,5 uur aan een bespreking met zijn cliënt. Dit komt de rechtbank niet buitenproportioneel voor. De overige 3,2 uren zijn met name besteed aan correspondentie en voorts aan een aantal telefoongesprekken. Ook dit komt de rechtbank niet buitenproportioneel voor. Daarentegen komen de rechtbank de 15 uren die de raadsman heeft begroot voor de werkzaamheden na het indienen van het verzoekschrift, in aanmerking nemende de expertise die bij de raadsman aanwezig mag worden verondersteld en zijn bekendheid met het dossier, alsmede gelet op de beperkte complexiteit van het deelgeschil, wel buitenmatig voor. De rechtbank ziet dan ook aanleiding om het aantal uren dat daarmee gemoeid is te matigen en vast te stellen op 10 uren. In totaal komt de naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid door de raadsman van [verzoeker] aan het deelgeschil bestede tijd daarmee op 19,7 uren.

4.26.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen worden de in dit deelgeschil gemaakte kosten begroot op € 5.023,50, vermeerderd met € 301,41 kantoorkosten, alsmede vermeerderd met € 1.054,94 btw en € 626,-- griffierecht, derhalve in totaal op een bedrag van € 7.005,85. 
Nu de aansprakelijkheid van het NBM vast staat, zal de onder 2. verzochte veroordeling van het NBM in de kosten van dit deelgeschil worden toegewezen.ECLI:NL:RBLIM:2018:2241