Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-Nederland 251016 kosten gevorderd obv 32:20 uur, toegewezen obv 20 × € 240,00 + 7% + 21% + griffierecht, totaal € 6.502,56

Rb Midden-Nederland 251016 op gezamenlijk verzoek opgesteld deskundigenrapport; uitgangspunt door slachtoffer ervaren beperkingen ism gedragscode arbeidsdeskundigen; verzekeraar niet gebonden; 
- kosten gevorderd obv 32:20 uur, toegewezen obv 20 × € 240,00 + 7% + 21% + griffierecht, totaal € 6.502,56

Verzoek sub 5: Kosten van dit deelgeschil

4.18.
De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4.19.
[verzoekster] heeft de rechtbank verzocht de kosten van dit deelgeschil te begroten op € 6.618,50 voor het opstellen van het verzoekschrift (21:20 uur, tegen een uurtarief van € 240,00, vermeerderd met 7% kantoorkosten en BTW); € 2.019,73 (6:30 uur) voor de voorbereiding van de mondelinge behandeling en € 1.398,28 (4:30 uur) voor de mondelinge behandeling, en [verweerster] te veroordelen tot betaling hiervan.

4.20.
[verweerster] voert hiertegen aan dat de kosten volstrekt nodeloos zijn gemaakt omdat een verzoek is ingediend zonder dat de feiten juridisch juist zijn vertaald en het voor de hand had gelegen dat van de zijde van [verzoekster] – zoals was afgesproken – eerst redelijk overleg over de omvang van de schade gevoerd zou worden, althans dat de schade behoorlijk zou worden onderbouwd voordat een deelgeschilprocedure zou worden gestart.

4.21.
Het verzoek van [verzoekster] komt neer op een totale tijdsbesteding van 32:20 uur. De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een niet per definitie eenvoudig deelgeschil, maar is ook niet dermate complex dat deze een tijdsbesteding van ruim 32 uren rechtvaardigt. Aan het verweer van [verweerster] dat [verzoekster] eerst nader met haar in gesprek had moeten gaan gaat de rechtbank voorbij, nu het verloop van de behandeling van het schadedossier van [verzoekster] tot begrijpelijke frustratie heeft geleid en [verzoekster] behoefte heeft gehad aan het oordeel van de rechtbank over hetgeen partijen verdeeld hield. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank dan ook worden begroot op 20 uren × € 240,00 exclusief kantoorkosten en BTW, derhalve op € 4.800,00 te vermeerderen met de kantoorkosten en BTW en met het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 288,00, in totaal € 6.502,56. [verweerster] zal tot betaling daarvan aan [verzoekster] worden veroordeeld. ECLI:NL:RBMNE:2016:5718