Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 170914 kosten gevorderd 35,92 uur x € 265,00; begroot op 20 x € 265,00 totaal € 5.300,00 excl BTW en griffierecht

Rb Midden-NL 170914 verzoek bepaling vav afgewezen ivm noodzaakt tot nadere bewijslevering; voorschot van € 50.000 toegewezen;
- vanwege de huidige economische omstandigheden kan de rekenrente vastgesteld worden op lager percentage dan 3%;
- kosten gevorderd 35,92 uur x € 265,00; begroot op 20 x € 265,00 totaal € 5.300,00 excl BTW en griffierecht

4.7. 

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begoten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. [VERZOEKER] maakt aanspraak op een bedrag van € 9.518,80 (35,92 uur tegen een uurtarief van € 265,00 exclusief BTW. Anders dan [VERZEKERAAR] is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek. Voor het oordeel dat de gemaakte kosten niet voor begroting in aanmerking komen moet sprake zijn van misbruik van het processuele middel van een verzoekschrift ex artikel 1019w Rv. Een dergelijk misbruik acht de rechtbank niet aanwezig.
[VERZEKERAAR] heeft geen (afzonderlijk) verweer gevoerd tegen het aantal uren, terwijl zij met betrekking tot het uurtarief aanvoert dat een bedrag van E 200,00 per uur volstaat voor een kwestie als deze. Daarnaast voert [VERZEKERAAR] aan dat dit deelgeschil slechts zeer beperkte kosten rechtvaardigt. Hier is een incompleet deelgeschil voorgelegd, dat heeft consequenties voor de kosten en past bovendien niet bij het gehanteerde uurtarief. De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet in overeenstemming, zeker gezien het ontbreken van een onderbouwing met stukken van de ingenomen standpunten. Het gehanteerde uurtarief komt de rechtbank op zichzelf niet ongebruikelijk of te hoog voor, maar rechtvaardigt dan niet tevens het in rekening gebrachte aantal uren. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank daarom worden begroot op 20 uren x € 265,00 exclusief BTW, derhalve op € 5.300,00 exclusief BTW, te vermeerderen met het door [VERZOEKER] betaalde griffierecht van€ 868,00. wetdeelgeschillen.info, ook op rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBMNE:2014:4511