Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 200716 kosten gevorderd obv 15,08 x € 285,00 + 6% + 21%; begroot op € 3.000,00 all-in; niet toegewezen vanwege afgewezen contractuele grondslag

Rb Midden-NL 200716 aangeboden slotbetaling van € 75.000 is voor aanvaarding herroepen door verzekeraar;
- kosten gevorderd obv 15,08 x € 285,00 + 6% + 21%; begroot op € 3.000,00 all-in; niet toegewezen vanwege afgewezen contractuele grondslag

4.7.

Met betrekking tot het verzoek onder 5) overweegt de rechtbank dat het verzoek om vergoeding van de gemaakte buitengerechtelijke kosten niet los kan worden gezien van de – onterecht gebleken – aanname van [verzoeker] dat partijen overeenstemming hadden bereikt over een slotuitkering van € 75.000,00, bovenop het bedrag dat Achmea reeds aan hem heeft voldaan. Bij gebreke van overeenstemming over die slotuitkering kan echter niet worden geoordeeld dat Achmea gehouden is tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten die betrekking hebben op deze vermeende maar niet gebleken contractuele grondslag. Die gehoudenheid volgt immers niet uit de omstandigheid dat zij aansprakelijkheid heeft erkend voor het ongeval. In dat verband acht de rechtbank ook van belang dat Achmea heeft aangevoerd dat de schade van [verzoeker] reeds geheel is vergoed en dat partijen na 30 oktober 2014 ook niet meer hebben onderhandeld over een eventuele aanvullende uitkering, hetgeen door [verzoeker] niet, althans niet gemotiveerd, is weersproken. De noodzaak van de gestelde buitengerechtelijke werkzaamheden is daarmee ook niet komen vast te staan, zodat moet worden geoordeeld dat ter zake ook niet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 wordt voldaan. Uit het voorgaande volgt dat het verzoek onder 5) wordt afgewezen.

4.8.
Met betrekking tot het verzoek onder 6) overweegt de rechtbank dat zij op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv gehouden is de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4.9.
[verzoeker] maakt aanspraak op een bedrag van € 4.930,90 (uitgaande van een tijdsbesteding van 15,08 uur en een uurtarief van € 285,00 per uur exclusief 6% kantoorkosten en exclusief 21% btw), te vermeerderen met het griffierecht. Achmea heeft hiertegen aangevoerd dat sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek, dat bovendien het aantal bestede uren onredelijk is en het gehanteerde uurtarief bovenmatig.

4.10.
Anders dan Achmea is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek. Voor het oordeel dat de gemaakte kosten niet voor begroting in aanmerking komen moet sprake zijn van misbruik van het processuele middel van een verzoekschrift ex artikel 1019w Rv. Een dergelijk misbruik acht de rechtbank niet aanwezig. Wel betreft de onderhavige zaak naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee niet in overeenstemming. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank worden begroot op € 3.000,00, inclusief btw en opslag, te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 288,00.

4.11.
De rechtbank zal deze kosten slechts begroten en niet tevens een veroordeling tot betaling daarvan uitspreken. Achmea heeft weliswaar aansprakelijkheid voor het ongeval erkend, maar nu het verzoek is gebaseerd op een vermeende, maar niet gebleken contractuele grondslag, te weten overeenstemming over een slotuitkering, is de aansprakelijkheid met betrekking tot deze kosten niet komen vast te staan.ECLI:NL:RBMNE:2016:4186