Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Noord-Holland 291015 kosten gevorderd obv 19:15 uur, begroot obv 15 uren x € 298,00 x 1,27 + griffierecht, totaal € 5.958,90

Rb Noord-Holland 291015 lekkende borstprothese; geen aansprakelijkheid vanwege informed consent; oorzaak scheur vereist bewijslevering; 
- eiswijziging na mondelinge behandeling deelgeschil nog mogelijk, ic niet in strijd met goede procesorde;

- kosten gevorderd obv 19:15 uur, begroot obv 15 uren x € 298,00 x 1,27 + griffierecht, totaal € 5.958,90

kosten deelgeschil

4.17.
Nu aansprakelijkheid van Medinova niet vast staat, zal alleen worden overgegaan tot begroting van de kosten van het deelgeschil en niet, zoals [verzoekster] ook verzoekt, tot veroordeling tot betaling ervan.

4.18.
[verzoekster] heeft verzocht de kosten van de behandeling van het verzoek aan haar zijde te begroten, op een bedrag van € 7.332,94 inclusief 6 % kantoorkosten en 21 % BTW. [verzoekster] gaat bij haar berekening uit van een uurtarief van € 297,00 (zijnde het Recofa-tarief van € 198,00 verhoogd met een factor 1,5) en een totaal aantal uren van 19:15. Medinova betoogt dat het totaal in rekening gebrachte uren evenals het gehanteerde uurtarief bovenmatig is.

4.19.
Bij de begroting van de kosten aan de zijde van [verzoekster] dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn. In dit verband overweegt de rechtbank dat [verzoekster] weliswaar heeft aangegeven dat voor het opstellen van het verzoekschrift acht uur wordt gerekend, maar gelet op het feit dat in de aan het deelgeschil voorafgaande correspondentie al veel van het standpunt van [verzoekster] op vrijwel gelijkluidende wijze op schrift is gezet, lijkt dit ruim begroot. Verder valt op dat in het urenoverzicht dat door [verzoekster] is overgelegd, is opgenomen dat op 24 november 2014 8.30 uur is geschreven onder de noemer ‘overige handelingen’. Volgens [verzoekster] ziet dit op werkzaamheden als het bestuderen van het verweerschrift, de voorbereiding van de mondelinge behandeling, de mondelinge behandeling zelf en de nabespreking. Een deugdelijke concrete onderbouwing van het gestelde aantal uren ontbreekt echter.
Gelet op de aard en complexiteit van dit geschil, acht de rechtbank het redelijk om het totaal aantal uren te matigen tot 15.
Voor het uurtarief geldt het volgende. Medinova heeft weliswaar aangegeven dat het volgens haar ongegrond is om op het uurtarief een factor 1,5 toe te passen maar zij heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom dit volgens haar ongegrond zou zijn. Met de toepassing van voormelde factor komt het uurtarief uit op € 297,00. De rechtbank acht dit niet onredelijk en zal dan ook van dat uurtarief uitgaan. De rechtbank zal voorts uitgaan van het gebruikelijke tarief voor kantoorkosten van 6%, en verder voor de BTW uitgaan van 21%.
Gezien het voorgaande begroot de rechtbank de kosten op een totaalbedrag van € 5.676,90 = 15 uren x € 298,00 x 1,27 (kantoorkosten en BTW). Dit bedrag moet worden vermeerderd met € 282,00 aan griffierecht, waarmee het totaal uitkomt op € 5.958,90. ECLI:NL:RBNHO:2015:11082