Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 080814 kosten gevorderd en begroot op € 3.736,50 (€ 235,- x 1,06 x 15); reiskosten tegen specialistentarief niet onredelijk

Rb Oost-Brabant 080814 aanrijding in Spanje tussen een in NL en een in BE geregistreerde camper; Spaans recht van toepassing;
- aard deelgeschil verzet zich tegen debat over inhoud Spaans recht; mogelijk inschakeling Internationaal Juridisch Instituut nodig;

kosten gevorderd en begroot op € 3.736,50 (€ 235,- x 1,06 x 15); reiskosten tegen specialistentarief niet onredelijk

De kosten van dit deelgeschil

4.16.
[verzoekster] vraagt AG te veroordelen in de kosten van de deelgeschilprocedure. De rechtbank stelt voorop dat de kosten van een deelgeschil behoren tot de buitengerechtelijke kosten. Zoals hiervoor overwogen, kan binnen de kaders van de onderhavige deelgeschilprocedure niet worden aangenomen dat het op deze casus van toepassing zijnde Spaanse recht [verzoekster] aanspraak geeft op vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Een veroordeling van AG tot vergoeding van de kosten van deze procedure is derhalve niet toewijsbaar.

4.17.
De rechtbank zal wel de kosten van dit deelgeschil begroten conform het bepaalde in artikel 1019aa Rv. Zij dient daarbij in aanmerking te nemen de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Dat betekent dat de kosten moeten voldoen aan de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets.
[verzoekster] gaat uit van een uurtarief van € 235,-, te vermeerderen met BTW en verschotten, voor welke vermeerdering mr. Bedaux kennelijk een tarief van in totaal 6% hanteert (vgl. verzoekschrift, 5e pagina, onder “SCHADE”). Ter zitting heeft mr. Bedaux nader toegelicht dat hij 3 uur heeft besteed aan de schadeberekening en dat hij daarnaast 12 uur heeft besteed aan de deelgeschilprocedure (inclusief het opstellen van het verzoekschrift, de zitting en drie uur reistijd). [verzoekster] begroot haar kosten voor dit deelgeschil derhalve op in totaal € 3.736,50 (€ 235,- x 1,06 x 15).
AG voert als verweer aan dat mr. Bedaux een specialistentarief rekent, hetgeen volgens haar betekent dat hij aan deze zaak naar verhouding rijkelijk veel uren heeft besteed. Verder betwist AG dat voor de schadeberekening 3 uur redelijk is, gelet op de aard van de schade. Ten slotte vraagt AG zich af of het redelijk is om ook voor de reisuren een specialistentarief te rekenen.

4.18.
De rechtbank passeert het verweer van AG. De 15 uren die mr. Bedaux aan dit deelgeschil heeft besteed, acht de rechtbank verdedigbaar en niet onredelijk. De uitspraken in deelgeschillen overziende, is een dergelijk urenaantal voor een (internationaal) geschil als het voorliggende immers niet ongewoon, ook niet tegen de achtergrond van het door mr. Bedaux gehanteerde uurtarief. Dat de reistijd wordt meegerekend tegen het volle uurtarief van de advocaat, is naar het oordeel van de rechtbank binnen de advocatuur niet ongebruikelijk. De enkele omstandigheid dat het volle uurtarief is berekend, maakt het opvoeren van de drie reisuren ook niet onredelijk. De rechtbank begroot de kosten van dit deelgeschil aan de zijde van [verzoekster] daarom op in totaal € 3.736,50. ECLI:NL:RBOBR:2014:5047