Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 290817 kosten gevorderd en toegewezen obv 27,1 x € 260,00 + 5% + 21% + griffierecht, totaal € 9.052,01

Rb Oost-Brabant 290817 deelgeschil; personal assistent valt van dak bij wzh voor directeur in privé; directeur in privé en BV hoofdelijk aansprakelijk;
- kosten gevorderd en toegewezen obv 27,1 x € 260,00 + 5% + 21% + griffierecht, totaal € 9.052,01

4.10.
Het verzoek van [verzoeker] om [verweerster sub 1] en [verweerder sub 2] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit deelgeschil, comform de door [verzoeker] in het geding gebrachte begroting, zal eveneens worden toegewezen. De kosten worden door [verzoeker] begroot op € 9.052,01, te weten griffierecht ad € 78,--, honorarium ad € 7.063,37 (waaronder 27:10 bestede uren ad € 260,00 per uur tot en met voorbereiding zitting en met inschatting van tijdsbesteding ter zake van de mondelinge behandeling), te vermeerderen met 5% kantoorkosten en tezamen te vermeerderen met 21% btw. [verweerster sub 1] en [verweerder sub 2] betwisten niet dat [verzoeker] kosten van rechtsbijstand heeft gemaakt, maar hebben ter zitting de kantonrechter verzocht naar billijkheid te kijken naar het aantal bestede uren, omdat 20 uur wellicht redelijker is dan de thans verzochte 27:10 uur.

4.11.
De kantonrechter overweegt als volgt. Zij heeft in deze beschikking vastgesteld dat [verweerster sub 1] en [verweerder sub 2] in persoon aansprakelijk zijn voor het ongeval dat [verzoeker] op 16 december 2015 is overkomen. Dat betekent dat als uitgangspunt heeft te gelden dat [verzoeker] de door hem werkelijk gemaakte kosten van de deelgeschilprocedure niet zelf hoeft te dragen. Op grond van artikel 1019aa van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden de kosten door de rechtbank begroot waarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Of deze kosten redelijk zijn hangt ervan af of de kosten in redelijkheid zijn gemaakt en of de hoogte van deze kosten redelijk is. De kantonrechter oordeelt dat dit het geval is. De kosten zijn in redelijkheid gemaakt, immers teneinde een tussen partijen gerezen geschilpunt te beslechten opdat partijen buitengerechtelijk tot een vergelijk kunnen komen. De kantonrechter acht de hoogte van de kosten eveneens als niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, redelijk. Waarom een aantal uren van 20 redelijker zou zijn dan een aantal van 27,10 is door [verweerders] niet toegelicht. Gelet op de aard en de complexiteit van de zaak, alsmede het belang daarvan acht de kantonrechter een tijdsbesteding van 27 uur voorstelbaar. ECLI:NL:RBOBR:2017:505