Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 170215 kosten gevorderd obv 49,1 uur, toegewezen obv 20 x € 231,00 + 21% + griffierecht, totaal € 5.872,20

Rb Rotterdam 170215 whiplash DGA; causaliteitsvraag te complex voor deelgeschil, want deskundigenbericht noodzakelijk; verzoek voorschot afgewezen;
- rb spoort aan tot actieve schadebehandeling, expertise neuroloog en onverwijld onderzoek in hoeverre nog inkomsten uit onderneming zijn te vergaren; 
- kosten gevorderd obv 49,1 uur, toegewezen obv 20 x € 231,00 + 21% + griffierecht, totaal € 5.872,20

5.12.

[Verzoeker] heeft verzocht zijn kosten te begroten in de zin van artikel 1019aa lid 1 Rv. De rechtbank dient daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Of het redelijke kosten zijn, hangt af van de vraag of het redelijk is dat die kosten zijn gemaakt én of de hoogte van deze kosten redelijk is.

5.13. 
Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 1019aa Rv volgt dat, ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, de rechtbank de kosten van de procedure dient te begroten. Dit is slechts anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Hiervan is in dit geval echter geen sprake. Het geschil en de bespreking hiervan ter zitting hebben er bovendien toe geleid dat partijen in onderhandeling zijn getreden over het completeren van het medisch dossier, het initiëren van een medische expertise, de betaling van een voorschot, de vergoeding van kosten van rechtsbijstand en het inschakelen van een accountant om de noodzakelijke bedrijfsgegevens van [B.V.] boven water te krijgen. Hoewel de rechtbank in het deelgeschil uiteindelijk geen inhoudelijke beslissing heeft kunnen geven, heeft de procedure er dus wel toe geleid dat de vastgelopen onderhandelingen een nieuwe impuls hebben gekregen.

5.14. 
Bij het verzoekschrift heeft mr. Yeniasci een specificatie gevoegd van de tot en met het moment van indienen van het verzoekschrift aan de onderhavige zaak door hem bestede tijd (39,1 uur). Dit aantal moet volgens hem met 10 uur vermeerderd worden in verband met de voorbereiding en het bijwonen van de mondelinge behandeling. Mr. Yeniasci hanteert een uurtarief van € 231,00 exclusief btw. De namens [Verzoeker] berekende buitengerechtelijke kosten bedragen daardoor (49,1 uur x € 231,00 x 21 % =) € 13.723,94, te vermeerderen met het door [Verzoeker] betaalde griffierecht.

5.15. 
Tijdens de mondelinge behandeling is vast komen te staan dat de door mr. Yeniasci overgelegde urenspecificatie betrekking heeft op het gehele letselschadetraject vanaf november 2013. Op grond van artikel 1019aa Rv dienen echter slechts de kosten die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek te worden begroot. Mr. Yeniasci heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard hij aan het onderhavige verzoek 15 tot 20 uur heeft besteed.
De rechtbank acht 20 uur, inclusief de tijd voor de mondelinge behandeling, redelijk. Nu Delta Lloyd hiertegen geen verweer heeft gevoerd, zal voorts worden uitgegaan van het uurtarief van € 231,00 exclusief btw. De buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden begroot op (20 x € 231,00 x 21% =) 6 5.590,20, te vermeerderen met € 282,00 aan griffierecht, dus in totaal (€ 5.590,20 + € 282,00 =) € 5.872,20.
Nu de aansprakelijkheid van (de verzekerde van) Delta Lloyd vast staat, zal, nu hierom is verzocht, Delta Lloyd worden veroordeeld om het bedrag van € 5.872,20 aan buitengerechtelijke kosten aan [Verzoeker] te betalen. Deze veroordeling zal tevens uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.16. 
[Verzoeker] heeft, naast de vaststelling van de buitengerechtelijke kosten, verzocht Delta Lloyd te veroordelen in de kosten van deze procedure. Nu de mogelijkheid van een proceskostenveroordeling voor de deelgeschilprocedure in artikel 1019aa lid 3 Rv buiten toepassing is verklaard, kan dit verzoek reeds hierom niet worden toegewezen. www.stichtingpiv.nl