Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zeeland-West-Brabant 090217 Kosten gevorderd 15 uur x € 225 = € 3,375,00. Afgewezen, maar kostenbegroting volgt wel: € 3.375,00 plus griffierecht. Totaal € 3.454,00

Rb Zeeland-West-Brabant 090217 Kosten gevorderd 15 uur x € 225 = € 3,375,00. Afgewezen, maar kostenbegroting volgt wel: € 3.375,00 plus griffierecht. Totaal € 3.454,00

4 De kosten
4.1
In het verzoekschrift verzoekt [verzoeker] veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure. Dit verzoek zal, gelet op het voorgaande, worden afgewezen. Echter, artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt, dient te begroten, ook als het verzoek wordt afgewezen. Dat is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Mede gelet op het in deelgeschil gevoerde partijdebat over de van belang zijnde feiten, kan het door [verzoeker] ingediende verzoekschrift niet bij voorbaat als volstrekt onnodig of kansloos worden beschouwd.

4.2
[verzoeker] heeft aangevoerd dat hij een bedrag van € 3.375,00 (exclusief btw en kantoorkosten) aan kosten heeft gemaakt voor het entameren van dit deelgeschil. Daarbij wordt uitgegaan van 15 declarabele uren, gemaakt door zijn gemachtigde, tegen een uurtarief van € 225,00 exclusief 6,00% kantoorkosten en 21,00% btw. [verweerster] acht de aan de zaak bestede tijd bovenmatig, nu het verzoekschrift uit vijf pagina’s bestaat. Zij merkt op dat de kosten voor de tuchtrechtprocedure niet als kosten kunnen gelden in het kader van dit deelgeschil.

4.3
De kantonrechter overweegt dat voormelde kosten dienen te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW. Gelet op de aard en de complexiteit van de zaak is de kantonrechter van oordeel dat het gevorderde aantal bestede uren de dubbele redelijkheidstoets doorstaat. Immers, niet is gebleken dat [verzoeker] door zijn gemachtigde is bijgestaan in de tuchtrechtprocedure, dan wel dat daarvoor thans kosten in rekening worden gebracht. De besteedde uren zitten met name in studie en onderzoek, wat bij een dergelijk onderwerp niet ongebruikelijk kan worden geacht. De kantonrechter acht de besteding van 15 uren dan ook aanvaardbaar. Het gehanteerde uurtarief heeft [verweerster] niet (gemotiveerd) betwist en komt de kantonrechter ook niet onredelijk voor. De kantonrechter begroot de kosten van dit deelgeschil daarom op € 3.375,00 (exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw), te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van een bedrag van € 79,00. ECLI:NL:RBZWB:2017:851