Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 041121 verzocht 58 uur x € 272 + 21%, toegewezen 51 x € 272 + 21% = € 16.785,12

RBAMS 041121 zkh aansprakelijk voor vertraging bij diagnose niet-kleincellig longcarcinoom, oordeel over overlevingskansen;
- verzocht 58 uur x € 272 + 21%, toegewezen 51 x € 272 + 21% = € 16.785,12

(NB: de naam van de heer Van Hoven is op verzoek van de nabestaanden niet geanonimiseerd. red. LSA LM)

De kosten van het deelgeschil

2.21.
Ingevolge artikel 1019aa Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Of de kosten redelijk zijn, hangt ervan af of het redelijk is dat de kosten zijn gemaakt en of de omvang van de kosten redelijk is.

2.22.
[ verzoekster ] verzoekt om de kosten van de deelgeschilprocedure te begroten op achtenvijftig uur tegen een uurtarief van € 272 plus 21% btw. Amstelland c.s. betwist dat is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets, omdat het evident niet redelijk zou zijn om het onderhavige deelgeschil aanhangig te maken en daarnaast omdat de berekende kosten niet zouden voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets.

2.23.
Gelet op de toewijzing van de door [ verzoekster ] verzochte verklaringen voor recht is het niet evident onredelijk dat [ verzoekster ] het deelgeschil aanhangig heeft gemaakt, zoals Amstelland c.s. heeft betoogd. De rechtbank zal daarom overgaan tot begroting van de kosten. In het licht van de specialisatie die op grond van het gehanteerde hoge uurtarief mag worden verwacht, de omvang van processtukken en de duur van de mondelinge behandeling wordt een tijdsbesteding van eenenvijftig uren voor de geheledeelgeschilprocedure redelijk geacht. Daarbij wordt uitgegaan van de door de advocaat van [ verzoekster ] opgegeven tijdsspecificaties, met uitzondering van de reactie op het verweerschrift/voorbereiden van de mondelinge behandeling, de akte van 7 oktober 2021 en de na die akte nog uit te voeren werkzaamheden. Daarvoor wordt een tijdsbesteding van respectievelijk dertien, twee en één uur redelijk geacht. De kosten worden daarom begroot op een bedrag van € 16.785,12 (51 x € 272 plus 21% btw), vermeerderd met het door [ verzoekster ] . verschuldigde griffierecht van € 309, zodat de totaal toe te wijzen kosten uitkomen op een bedrag van € 17.094,12.

2.24.
Vanwege de toewijzing van de door [ verzoekster ] verzochte verklaringen voor recht zal de verzochte (hoofdelijke) veroordeling van Amstelland c.s. tot betaling van genoemde kosten aan [ verzoekster ] binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking eveneens worden toegewezen.

2.25.
Dit alles leidt tot de hiemavolgende beslissing.

3. De beslissing

De rechtbank

3.1.
verklaart voor recht dat indien door de betrokken artsen van Amstelland was gehandeld zoals van redelijk handelende en redelijk bekwame vakgenoten verwacht mocht worden, ervan moet worden uitgegaan dat Van Hoven:
- later dan op 20 maart 2016 zou zijn overleden;
- in de periode tot 20 maart 2016 minder ernstig en minder lang pijn zou hebben geleden;
- niet op 20 maart 2016 aan een verstikkingsdood zou zijn gestorven;
- overlevingskansen had gehad overeenkomstig de in 2.16 opgenomen tabel;

3.2.
verklaart voor recht dat Amstelland c.s. hoofdelijk gehouden is tot vergoeding van de overlijdensschade op basis van de percentages genoemd in de in 2.16 opgenomen tabel, te vermeerderen met de wettelijke rente over de geleden schade;

3.3.
begroot de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv op € 17.094,12 en veroordeelt Amstelland c.s. hoofdelijk tot betaling van dit bedrag aan [ verzoekster ] binnen veertien dagen na de dagtekening van deze beschikking;

Met dank aan mevrouw mr. K. Nijman-Weninger, Berntsen Mulder Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBAMS-041121