Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 181018 kosten deelgeschil en overige bgk; gevorderd € 9.250,00; toegewezen 50 % vanwege eigen schuld

RBAMS 181018 snorfiets botst op plots overstekende voetgangster; geen beroep op overmacht; snorfietser 50% aansprakelijk, geen billijkheidscorrectie;
- kosten deelgeschil en overige bgk
; gevorderd € 9.250,00; toegewezen 50 % vanwege eigen schuld

4.13.

[verzoekster] heeft voorts om vergoeding van een totaalbedrag van € 9.218,28 (27,5 uren x € 250,-, te vermeerderen met belaste verschotten, 6% kantoorkosten, 21% btw en het griffierecht van € 291,-) aan buitengerechtelijke kosten en kosten van het deelgeschil verzocht. Volgens opgave van [verzoekster] hebben 10,5 uren van de opgegeven 27,5 uren betrekking op het deelgeschil. De overige 17 uren betreffen de (overige) tot aan het deelgeschil verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden, aldus [verzoekster] .

4.14.
Unigirant erkent dat [verzoekster] recht heeft op vergoeding van buitengerechtelijke kosten en de kosten van het deelgeschil, maar betwist dat de opgegeven uren voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets.

4.15.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van het verzoek tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten tot uitgangspunt dat ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW een slachtoffer van een ongeval jegens de partij die aansprakelijk is voor de gevolgen van dat ongeval, recht heeft op vergoeding van de door hem gemaakte redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid alsmede ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Bepalend voor toewijzing is de vraag of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Deze vereist dat, in de gegeven omstandigheden, het maken van de kosten redelijk is en de omvang van de verrichte werkzaamheden redelijkerwijs noodzakelijk is om vergoeding van de schade te verkrijgen. Van een onbegrensd recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten is dus geen sprake.

4.16.
Niet in geschil is dat mr. Kersting voor [verzoekster] buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. Uit de door [verzoekster] overgelegde urenspecificatie van mr. Kersting blijkt dat hij tot aan het deelgeschil (veelvuldig) heeft getelefoneerd en gecorrespondeerd met [verzoekster] , de politie, de wederpartij, medische instanties (het ziekenhuis, de fysiotherapeut) en de medisch adviseur. Ondanks het gegeven dat de zaak, in welk kader deze buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht, zich niet als omvangrijk of complex laat kwalificeren, acht de rechtbank de tot aan het deelgeschil gemaakte kosten, bestaande uit 17 gedeclareerde uren, niet bovenmatig hoog. Bij dit oordeel wordt betrokken dat thans weliswaar duidelijk is hoe de situatie ten tijde van het ongeval was en wat de medische (eind)situatie van [verzoekster] thans is, maar dat dit bij aanvang van de werkzaamheden van mr. Kersting nog niet het geval was, in elk geval niet waar het de medische situatie betrof. De gemaakte uren in relatie tot het verkrijgen van informatie van de politie, maar met name van de medische instanties en de medische adviseurs, zoals die uit de specificatie blijken, kunnen dan ook worden beschouwd als redelijk gemaakte uren in het kader van de vaststelling van de schade en aansprakelijkheid. De overige uren kunnen worden beschouwd als gemaakt in het kader van verkrijgen van voldoening buiten rechte. Ook de hoeveelheid van de in dat verband gemaakte uren komt de rechtbank niet onredelijk voor.

4.17.
Mr. Kersting heeft een uurtarief van € 250,- per uur, vermeerderd met 6% kantoorkosten en 21 % btw gehanteerd. In aanmerking nemende dat mr. Kersting een gespecialiseerd letselschadeadvocaat is, komt de rechtbank dit uurtarief redelijk voor. Gelet op het voorgaande wordt het bedrag van ((17 uren x € 250) + 6%) x 21% =) € 5.451,05 aan gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte dan ook redelijk geacht. Nu is geoordeeld dat Unigarant voor 50% aansprakelijk is voor de schade, zal de verplichting tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten evenredig worden verminderd. Unigarant zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van (€ 5.451,05 x 50% =) € 2.725,53.

4.18.
Ten aanzien van de kosten van het deelgeschil wordt het volgende overwogen. Op grond van artikel 1019aa Rv dient in beginsel begroting plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hierbij dient eveneens een dubbele redelijkheidstoets te worden gehanteerd, in die zin dat, indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Dit laatste is echter niet aan de orde.

4.19.
Zoals uit het voorgaande reeds volgt, betreft de onderhavige zaak naar het oordeel van de rechtbank een, voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan, beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren 10,5, waarin de kosten voor de zitting en de nabespreking volgens opgave van [verzoekster] reeds zijn inbegrepen, is daarmee naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming.

De kosten van het deelgeschil, inclusief verschotten, zullen daarom, conform het verzoek, worden begroot op ((10,5 uren x € 250 + 6% + € 79,73 aan belaste verschotten (medisch dossier)) x 21%) + € 291 aan griffierecht en € 45 aan onbelaste verschotten (medisch dossier) =) € 3.799,30. Ook op deze kosten dient een correctie overeenkomstig de hiervoor vastgestelde verdeling plaats te vinden, zodat wordt toegewezen 50% van € 3.799,30, wat neerkomt op een bedrag van € 1.899,65. ECLI:NL:RBAMS:2018:7396