Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 240120 verzocht 29 uur x € 250,- + 6% + 21%; begroot, niet toegewezen 20 x € 250,- + 6% + 21% = € 6.413,-

RBDHA 240120 geen causaal verband tussen onjuist handelen kinderarts en meningitis; deskundigenrapport dient tot uitgangspunt;
- afwijzing bgk tzv vaststelling gevolgen onjuist handelen nu csqn verband met latere meningitis blijkt te ontbreken;
- verzocht 29 uur x € 250,- + 6% + 21%; begroot, niet toegewezen 20 x € 250,- + 6% + 21% = € 6.413,-

4.17.

Afwijzing van de verzoeken staat niet in de weg aan de begroting van de kosten ervan op de voet van artikel 1019aa lid 1 Rv. Dit gebeurt alleen niet als de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. De rechtbank stelt vast dat van dit laatste geen sprake is. Dit betekent dat de rechtbank de kosten van deze deelgeschilprocedure zal begroten. De te begroten kosten moeten redelijk zijn en in redelijkheid zijn gemaakt.

4.18.
[verzoekster] heeft tot aan het uitbrengen van het verzoekschrift 29 uur aan deze procedure besteed à een uurtarief van € 250,-- exclusief 6% kantoorkosten en exclusief 21% BTW. Daarbij komen nog de kosten ten behoeve van de behandeling van het verzoek ter zitting. Tijdens de zitting heeft mr. Simons een actuele urenstaat overgelegd. LUMC heeft zich op het standpunt gesteld dat de gestelde tijdsbesteding voor dit verzoek niet redelijk is en bepleit matiging van de kosten tot een tijdsbesteding van 14 uur.

4.19.
De rechtbank zal de begroting van de kosten voor dit geschil matigen en uitgaan van minder uren dan de opgegeven hoeveelheid uren. Het verzoekschrift is weliswaar uitvoerig, maar bevat veelvuldige citaten uit eerdere correspondentie en uit de, ook uitvoerige, reactie van mr. Simons op het concept-rapport van [de deskundige]. De aard en de complexiteit van dit (medische) geschil in combinatie met de specialistische ervaring van mr. Simons als bij de LSA aangesloten letselschadeadvocaat (dat ook tot uitdrukking komt in de hoogte van zijn uurtarief) maken een tijdsbesteding van in totaal 20 uur voor dit deelgeschil redelijk. Nu LUMC tegen het gehanteerde tarief geen bezwaren heeft geuit, begroot de rechtbank de kosten van dit deelgeschil op 20 x € 250,- + 6% kantoorkosten + 21% BTW = € 6.413,- nog met het vastrecht van € 297,- te vermeerderen.

4.20.
Nu de aansprakelijkheid van LUMC in deze procedure niet is komen vast te staan, zal het verzoek van [verzoekster] om LUMC in de kosten van deze procedure te veroordelen, worden afgewezen. De rechtbank merkt op dat het begrote bedrag uitsluitend verschuldigd is als de aansprakelijkheid van LUMC alsnog (in rechte) komt vast te staan. ECLI:NL:RBDHA:2020:917