Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 240718 kosten gevorderd en toegewezen: 7:45 uur x 240 + 5% + 21% + griffiegelden

RBGEL 240718 beoordeling plausibiliteit klachten adhv documentatie in medisch dossier
- kosten gevorderd en toegewezen: 7:45 uur x 240 + 5% + 21% + griffiegelden

4.25. 

[ verzoekster ] heeft verzocht de kosten van het deelgeschil te begroten op grond van het bepaalde in artikel 1019aa Rv. Hierbij geldt de dubbele redelijkheidstoets in die zin dat het redelijk dient te zijn dat deze kosten gemaakt zijn en dat de hoogte van die kosten eveneens redelijk is. Dat betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Van deze laatste situatie is in dit geval geen sprake. 

4.26. .
[ verzoekster ] heeft haar kosten begroot op een bedrag van € 2.363,13 (7 uur en 45 minuten x € 240,00 per uur, te vermeerderen met 5% kantoorkosten en 21% btw) en een bedrag van € 291,00 aan griffierecht. Achmea heeft aangevoerd het aantal uren en het uurtarief redelijk te vinden. Achmea maakt bezwaar tegen de berekende kantoorkosten van 5%. De kosten moeten volgens Achmea worden begrepen in het uurtarief. 
Gelet op het acceptabele uurtarief voor een letselschadespecialist (€ 240,00) ziet de rechtbank in deze procedure onvoldoende aanleiding om de kantoorkosten in dit uurtarief begrepen te achten en deze niet bij de begroting te betrekken. Het verweer van Achmea op dat punt wordt verworpen. 

4.27. 
De door [ verzoekster ] opgevoerde kosten kunnen de dubbele redelijkheidstoets naar het oordeel van de rechtbank doorstaan. Dit betekent dat de kosten van de deelgeschilprocedure worden begroot op € 2.363,13 (inclusief 5% kantoorkosten en inclusief 21% btw). Tevens zal een bedrag van € 291,00 aan griffierecht in aanmerking worden genomen. Het totaal aan kosten voor het deelgeschil komt daarmee neer op een bedrag van € 2.654,13. 
Nu de aansprakelijkheid vast staat, zal Achmea worden veroordeeld tot betaling van deze kosten. 

4.28. 
[ verzoekster ] heeft verzocht de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. 
Achmea heeft hiertegen bezwaar gemaakt. 
Alhoewel artikel 288 Rv bepaalt dat eindbeschikkingen uitvoerbaar bij voorraad kunnen worden verklaard, is de rechtbank van oordeel dat de aard van de deelgeschilprocedure zich verzet tegen het verzoek. Artikel 1019bb Rv bepaalt immers dat tegen de beschikking op het verzoek geen voorziening openstaat, omdat het openstellen van zo'n voorziening niet strookt met de ratio van de deelgeschilprocedure, kort gezegd beslissen op een geschilpunt dat partijen verdeeld houdt om ze in staat te stellen de onderhandelingen weer op te pakken. Dat de mogelijkheid van hoger beroep feitelijk kan worden gecreëerd in een bodemprocedure, acht de rechtbank in dit verband onvoldoende. Het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van deze beschikking heeft in het licht van de doelstelling van deze procedure ook geen toegevoegde waarde, zodat [ verzoekster ] daarbij geen (voldoende) belang heeft. Het verzoek van [ verzoekster ] wordt afgewezen.

Buitengerechtelijk vervolg 

4.29. 
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen afgesproken dat op kosten van Achmea voor [ verzoekster ] een intake wordt gepland bij een exteme arbeidsdeskundige, die haar zal gaan begeleiden in de terugkeer naar het arbeidsproces. [ verzoekster ] heeft ter zitting benadrukt het liefste weer aan de slag te komen, maar wel op een verantwoorde manier. In dat kader heeft zij verklaard behoefte te hebben aan duidelijkheid over wat zij kan en wat zij niet kan. De rechtbank geeft partijen daarom in overweging om aan de hand van de hiervoor in causaal verband met het ongeval geoordeelde klachten een verzekeringsgeneeskundige de gezamenlijke opdracht te geven de beperkingen van [ verzoekster ] in kaart te brengen, mocht daar tijdens of na afloop van de arbeidsdeskundige begeleiding nog behoefte aan bestaan. Denkbaar is immers dat reeds die arbeidsdeskundige begeleiding de voor [ verzoekster ] gewenste duidelijkheid oplevert. 

5. De beslissing

De rechtbank 

5.1.
stelt vast dat de pijn in de nek, hoofdpijn, duizeligheid, slaapproblemen en snelle vermoeidheid in juridisch causaal verband tot het aan [ verzoekster ] op 16 november 2011 overkomen ongeval staan; 

5.2. 
begroot de kosten van het deelgeschil op € 2.654,13 en veroordeelt Achmea tot betaling van die kosten; 

Met dank aan mr. I. Laseur, Letselschade Advocaat Laseur, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: https://www.letselschademagazine.nl/2018/rbgel-240718