Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 040215 Gemeente heeft toedracht nimmer betwist; daarom, ondanks afwijzing deelgeschil over aansprakelijkheid, wel kostenveroordeling

RBLIM 040215 Gemeente heeft de toedracht nimmer betwist; daarom, ondanks afwijzing deelgeschil over aansprakelijkheid, wel kostenveroordeling

3.4.
Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 1019aa Rv volgt dat ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, de rechtbank de kosten van de procedure dient begroten en dat deze situatie alleen dàn anders is indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Van deze laatste situatie is in dit geval echter geen sprake. De gemeente heeft niet betwist dat de met de onderhavige procedure gemoeide kosten in redelijkheid zijn gemaakt. De kantonrechter zal dan ook overgaan tot begroting van de kosten.

3.5.
De kosten zullen worden begroot op het door [eisende partij] gestelde bedrag van € 5.130,40 (incl. BTW), vermeerderd met € 961,95 (naar schatting 3 uren werk wegens bijwoning van de mondelinge behandeling en bestudering en bespreking van het verweer) en vermeerderd met € 77,00 aan griffierecht, derhalve een totaalbedrag van € 6.169,35.

3.6.
In beginsel dient de gemeente slechts in de begrote kosten van het deelgeschil te worden veroordeeld als diens aansprakelijkheid voor de door de verzoekende partij geleden schade vast staat. De kantonrechter ziet in de onderhavige zaak evenwel aanleiding om de verzochte veroordeling van de gemeente in de aan het verzoek verbonden kosten toe te wijzen, ongeacht de vraag of de aansprakelijkheid van de gemeente uiteindelijk vast komt te staan. Onder de gegeven omstandigheden is de kantonrechter immers van oordeel dat van de gemeente had mogen worden verwacht dat zij op het (herhaalde) expliciete verzoek van [eisende partij] (zie brieven van 31 april 2014, 28 mei 2014 en 30 oktober 2014 welke hierboven gedeeltelijk zijn geciteerd) terzake het vaststellen van de feiten had moeten aangeven dat zij zowel de feitelijke toedracht betwistte, als de stelling dat sprake was van een gebrek in het wegdek. De gemeente heeft in reactie op die brieven de toedracht van het ongeval nimmer betwist. [eisende partij] heeft gesteld dat zij geen deelgeschil had opgestart indien de gemeente in de aansprakelijkheidsdiscussie (ook) de toedracht had betwist, hetgeen niet is weersproken, zodat de kantonrechter dit als vaststaand aanneemt. Gelet daarop zal het verzoek om de gemeente te veroordelen in de kosten van het verzoek worden toegewezen.

3.7.
Anders dan [eisende partij] heeft betoogd is de kantonrechter van oordeel dat de gemeente haar verweren ten aanzien van de toedracht van het ongeval in de buitengerechtelijke fase nimmer heeft prijsgegeven. De omstandigheid dat de gemeente in de buitengerechtelijke fase de toedracht van het ongeval nimmer gemotiveerd heeft betwist, brengt niet met zich dat [eisende partij] erop mocht vertrouwen dat de gemeente haar standpunt niet meer gelden zou mogen maken in een (bodem)procedure. Verder is de positie van [eisende partij] door het handelen van de gemeente niet onredelijk benadeeld of verzwaard, zodat van rechtsverwerking of strijd met redelijkheid en billijkheid of zorgvuldigheidsverplichting geen sprake is.

ECLI:NL:RBLIM:2015:922