Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNNE 251120 kosten verzocht, begroot, niet toegewezen, 19,40 uren x € 265,00 x 121% = € 6220,61

RBNNE 251120 achteropaanrijding door vrachtwagen; (deskundigen)onderzoek naar feitelijke toedracht nodig; afwijzing verzoek
- kosten verzocht, begroot, niet toegewezen, 19,40 uren x € 265,00 x 121% = 
€ 6220,61

Kosten deelgeschil

4.5.
Ingevolge artikel 1019aa lid 1 Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking worden genomen. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn.

4.6.
Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat voor begroting van de kosten ook plaats is in geval van afwijzing van het verzoek. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat van deze laatste situatie in dit geval geen sprake is, nu het [verzoeker] niet al op voorhand duidelijk had moeten zijn dat het verzoek niet zou slagen. De rechtbank acht het derhalve redelijk dat met de onderhavige procedure gemoeide kosten zijn gemaakt. Gelet hierop zal de rechtbank overgaan tot begroting van de kosten.

4.7.
Mr. Poortman heeft een overzicht overgelegd van de kosten van de verrichte werkzaamheden tot en met 31 juli 2020. Deze kosten bedragen in totaal € 4.938,01 (15,40 uren ad € 265,00, vermeerderd met BTW), te vermeerderen met de kosten van de werkzaamheden ter voorbereiding van en het bijwonen van de zitting, begroot op 4 uren.

4.8.
TVM heeft verweer gevoerd tegen de (hoogte van de) verzochte kosten. Zij betwist dat alle werkzaamheden het hoge uurtarief van € 265,00 rechtvaardigen en meent dat er opvallend veel gecorrespondeerd wordt tussen cliënt en advocaat en dat de kosten van rappels aan cliënt voor zijn rekening moeten blijven. Ook vindt zij dat het aantal uren (8,5) voor het opstellen en aanpassen van deze zaak (de rechtbank veronderstelt dat bedoeld is het verzoekschrift in deze zaak) fors is. Tot slot stelt TVM dat eventuele eigen schuld aan de zijde van [verzoeker] 'doortikt' in de verschuldigdheid van de BGK.

4.9.
De rechtbank acht het door mr. Poortman gehanteerde uurtarief en het aantal bestede uren redelijk. Over de periode voor de behandeling ter zitting houdt de rechtbank, conform de specificatie van mr. Poortman, rekening met een tijdsbesteding van 15,4 uur uur. Voorts gaat de rechtbank voor de aan de mondelinge behandeling bestede tijd (inclusief reistijd) in redelijkheid uit van 4 uur. De rechtbank stelt de totale tijdsbesteding op de door mr. Poortman berekende 19,4 uur.

4.10.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank de kosten begroten op een bedrag van € 6.220,61. Deze kosten zullen worden vermeerderd met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 304,00, zodat het totaal uitkomt op een bedrag van € 6.524,61.

4.11.
Nu de aansprakelijkheid van TVM voor de door [verzoeker] geleden schade als gevolg van het door hem gestelde ongeval niet vast staat, zal de verzochte veroordeling van TVM in de kosten van dit deelgeschil worden afgewezen. Het begrote bedrag is uitsluitend verschuldigd indien en voor zover de aansprakelijkheid van TVM alsnog (in rechte) komt vast te staan. ECLI:NL:RBNNE:2020:4076