Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 200519 kosten verzocht 18 x € 250,00 + 6% + 21% = € 5.771,70, toegewezen 9 x € 200,00 + 6% + 21% = € 2.308,68

RBROT 200519 BGK vergoed € 17.103,29 bij hoofdsom van € 18.000,00, vordering tot nabetaling van € 15.993,97 afgewezen;
- kosten verzocht 18 x € 250,00 + 6% + 21% = € 5.771,70, toegewezen 9 x € 200,00 + 6% + 21% = € 2.308,68

Kosten deelgeschil

4.6. Nationale Nederlanden heeft primair aangevoerd dat de kosten van dit deelgeschil in zijn geheel niet voor vergoeding in aanmerking komen , omdat het deelgeschil is ingesteld met het doe! betaling van facturen van de advocaat van [verzoekster] te verkrijgen en niet om een vaststellingsovereenkomst tot stand of dichterbij te brengen. [verzoekster] heeft immers ingestemd met een slotbetaling van€ 12.000,- en dit bedrag is door Nationale Nederlanden ook aan haar uitgekeerd. De schade van [verzoekster] is daarmee in principe afgewikkeld. Het is verder evident dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Op grond van dit alles zijn de kosten van dit deelgeschil niet in redelijkheid gemaakt en client de rechtbank af te zien van een kostenbegroting/­ veroordeling, aldus Nationale Nederlanden.

Subsidiair heeft Nationale Nederlanden aangevoerd dat de kosten van bet geschil de dubbele redelijkheidstoets niet doorstaan.

4.7. De rechtbank client op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten client de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4.8. Van bet volstrekt onnodig of onterecht instellen van een deelgeschilprocedure is het onderhavige geval geen sprake. [verzoekster] beeft met bet inschakelen van een advocaat en bet voeren van onderhavige procedure kosten gemaakt die hebben bijgedragen aan het vaststellen van zijn rechtspositie. In die zin heeft zij in redelijkheid kosten van rechtsbijstand gemaakt en acht de rechtbank het redelijk dat die kosten voor vergoeding in aanmerking komen.

4.9. [verzoekster] begroot de kosten van het deelgeschil in totaal op € 6.045,70:

honorarium € 4.500,00

kantoorkosten 6% € 270,00

21% btw € 1.001,70

griffierechten € 274.00 +

Totaal € 6.045,70.

Het honorarium bestaat uit 12 uur voor het opstellen en voorbereiden van het verzoekschrift, 2 uur aan reistijd en 4 uur aan zittingstijd en de voorbereiding daarvan , een en ander tegen een door de advocaat van [verzoekster] gehanteerd uurtarief van € 250,-.

4.10. Nationale Nederlanden voert als verweer bet volgende aan:

– het aantal van 12 uur voor het opstellen van een verzoekschrift is te hoog,

– er is teveel reistijd gerekend tegen een te hoog uurtarief,

– er is teveel tijd gerekend voor het voorbereiden van de zitting,

– het uurtarief van€ 250,- is te hoog.

4.11. Voor de begroting van de kosten in het kader van artikel 1019aa Rv komen in beginsel uitsluitend de kosten in aanmerking die direct verband houden met de gevoerde deelgeschilprocedure. Dat wit zeggen dat de werkzaamheden vanaf bet opmaken van het verzoekschrift tot en met de behandeling ter zitting meegenomen warden. De door de advocaat van [verzoekster] gedeclareerde werkzaamheden voldoen aan dit criterium.

4.12. De advocaat van [verzoekster] heeft een 31 pagina‘s tellend verzoekschrift ingediend. Het verzoekschrift bestaat hoofdzakelijk uit een bespreking van de feitelijke gang van zaken, waarin zonder nadere toelichting feitelijke werkzaamheden en handelingen (zoals bijvoorbeeld het voeren van telefoongesprekken, het plaatsvinden van gesprekken ten kantore, het opvragen en ontvangen van medische informatie , het versturen van declaraties , het versturen van rappels) achter elkaar warden opgesomd, met veel regels wit en een brede kantlijnmarge. In het verzoekschrift vindt geen bespreking plaats van juridisch lastige kwesties. De jurisprudentie die wordt vermeld beslaat weliswaar vijf pagina‘s, maar omvat slechts een opsomming van (citaten van) rechterlijke uitspraken aangaande vergoeding van kosten in deelgeschillen.

Gelet op het voorgaande en gelet op de zeer beperkte complexiteit van deze zaak, komt de rechtbank het aantal aan het verzoekschrift bestede uren van 12 bovenmatig voor en wordt voor de begroting van de kosten ter zake een urenaantal van 5 op zijn plaats geacht.

4.13. Gelet op de zeer beperkte complexiteit in deze zaak, acht de rechtbank 2 uur aan zittings- en voorbereidingstijd op zijn plaats. De door de advocaat van [verzoekster] begrote reistijd van 2 uur wordt, uitgaande van reizen met het openbaar vervoer (van Brielle naar Rotterdam, heen en terug), niet onredelijk geacht.

4.14. Nu de advocaat van [verzoekster] niet als specialist kan worden aangemerkt (zie r.o. 4.4.), is het hanteren van een specialistentarief van € 250,- per uur (exclusief kantoorkosten en btw) niet gerechtvaardigd en acht de rechtbank een uurtarief van € 200,-, te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 21% btw, op zijn plaats.

4.15 . Het voorgaande betekent dat de kosten van dit deelgeschil warden begroot op € 2.205,00 (9 uur x € 200,- + 6% kantoorkosten + 21% btw + € 297,- griffierecht) en dat Nationale Nederlanden zal worden veroordeeld om dit bedrag aan [verzoekster] te betalen. PIV-site