Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 220819 gevorderd 18,8 uur x € 250,00 + 6% + 21%, toegewezen 18,8 uur x € 220,00 + 6% + 21%

RBROT 220819 schade die moeder lijdt doordat haar 4 dagen na aankomst in NL overleden zoon niet meer bijdraagt in huishouding; afwijzing
- gevorderd 18,8 uur x € 250,00 + 6% + 21%, toegewezen 18,8 uur x € 220,00 
+ 6% + 21%,

4.9.

[verzoekster] heeft verzocht de kosten van deze procedure te begroten overeenkomstig artikel 1019aa Rv.

4.10.
Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt dient te begroten, ook als het verzoek wordt afgewezen. Uit de wetsgeschiedenis volgt echter ook dat wanneer de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4.11.
Naar het oordeel van de rechtbank is de onderhavige deelgeschilprocedure niet onnodig of ten onrechte ingesteld. Partijen zijn verdeeld over een vraag waarover een rechterlijk oordeel noodzakelijk was.

4.12.
[verzoekster] heeft haar kosten begroot conform de aan het verzoekschrift aangehechte urenlijst, nog te vermeerderen met 3 uur voor de voorbereiding bijwoning van de mondelinge behandeling, alles tegen een uurtarief van € 250,00, exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw.

4.13.
NN heeft aangevoerd dat haar niet duidelijk is waar de gewerkte uren precies aan zijn besteed. Voorts betwist zij de hoogte van het in rekening gebrachte uurtarief. Tot slot wijst zij erop dat voor het in rekening brengen van kantoorkosten in de huidige tijd geen ruimte meer is.

4.14.
De kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv dienen te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW. Of het redelijke kosten zijn, hangt af van de vraag of het redelijk is dat die kosten zijn gemaakt én of de hoogte van deze kosten redelijk is.

4.15.
De rechtbank zal gelet op de aard van het geschil en de ervaring van de beide behandelend advocaten (mr. Solstad en advocaat-stagiaire mr. Barendregt) en in aanmerking genomen dat in de overgelegde urenstaat geen onderscheid is gemaakt met betrekking wie welke werkzaamheden heeft verricht, uitgaan van een gemiddeld uurtarief van € 220,00. De verwerking van een post kantoorkosten in het uurtarief van 6% is redelijk en daarmee zal het uurtarief worden vermeerderd.

4.16.
De rechtbank zal voor het aantal uren dat de advocaten van [verzoekster] aan de zaak hebben besteed uitgaan van de in de urenstaat opgegeven aantal van 15,8 uur. De betwisting van NN dat niet duidelijk is waaraan de gewerkte uren precies zijn besteed, wordt als niet voldoende gemotiveerd verworpen. Mede in aanmerking genomen dat de advocaat reeds in 2017 is aangevangen met het geven van juridische bijstand aan [verzoekster] en [verzoekster] de Nederlandse taal niet machtig is, waarvan aannemelijk is dat dit een negatief effect heeft gehad op de tijdsbesteding door de advocaat, acht de rechtbank het aantal van 15,8 uur daarvoor redelijk. [verzoekster] heeft nog aanspraak gemaakt op de tolkkosten die met deze procedure gepaard zijn gegaan. Aangezien deze tolkkosten niet zijn geconcretiseerd, komt een vergoeding daarvan niet voor toewijzing in aanmerking. Aangevuld met het door [verzoekster] genoemde aantal van 3 uren voor de voorbereiding en het bijwonen van de mondelinge behandeling, worden de kosten van het voeren van de deelgeschilprocedure begroot op € 4.136,00 (18,8 uren x € 220) plus 6% kantoorkosten (€ 248,16), vermeerderd met 21% btw (€ 920,67), vermeerderd met het door [verzoekster] betaalde griffiegeld van € 81,00, derhalve op een bedrag van € 5.385,83. NN zal tot betaling van dit bedrag aan [verzoekster] worden veroordeeld. ECLI:NL:RBROT:2019:7297