Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 090719 verzocht 49 uur 6 minuten x € 260,00 resp. € 150,00 = € 16.898,86, toegewezen € 14.696,66

RBZWB 090719 ernstig letsel 13 jarige; zonder ongeval zou zij gedurende de volledige loopbaan fulltime gewerkt hebben
- kapitalisatie op basis van conceptrichtlijn Rente en Inflatie van De Letselschade Raad 
- verzocht 49 uur 6 minuten x € 260,00 resp. € 150,00 =  € 16.898,86, toegewezen € 14.696,66

kosten behandeling deelgeschil 

4.13. 
[ verzoekster ] stelt met verwijzing naar een overgelegd kostenoverzicht dat zij in verband met debehandeling van het verzoek kosten voor juridische hulp en bijstand heeft gemaakt van € 16.898,86,inclusief 21% btw, gebaseerd op een al gematigde tijdsbesteding van 49 uur en 6 minuten tegen uurtarieven van € 260,00 (mr. Broeders) en € 150,00 (mr. I. Karimi). 

4.14. 
Goudse heeft de redelijkheid van de kosten betwist. Volgens haar is er te veel tijd besteed aan de zaak. Het betoog over de rekenrente is voornamelijk gebaseerd op de conceptrichtlijn, de adviezen van Bakker en een artikel van mevrouw Vermeulen in het Tijdschrift voor Verkeersrecht terwijl niet is gebleken van enig eigen noodzakelijk tijdrovend onderzoek, zo stelt Goudse. Het betoog van [ verzoekster ] over discriminatieverboden ter zake van het geschilpunt over de arbeidsparticipatie is voornarnelijk ontleend aaneen publicatie van mr. Karimi. Goudse acht een tijdsbesteding van 21 uren voor het bestuderen van het verweerschrift, het opstellen van een pleitnota en het bijwonen vande mondelinge behandeling te fors in het licht van de werkzaamheden die bij het opstellen van het verzoekschrift zijn verricht. Volgens Goudse is.een matiging van twaalf uren op zijn plaats. . 

4.15. 
Artikel 1019aa R v bepaalt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de benadeelde in de beschikking begroot, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in Artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking dienen te worden genomen. De kosten dienen te worden vergoed indien het redelijk is dat deze zijn gemaakt en indien ook de omvang daarvan redelijk is. 

4.16. 
De rechtbank overweegt dat dit deelgeschil twee belangrijke punten betreft, welke een uitgebreide studie en toelichting rechtvaardigen. Het is niet onredelijk dat de advocaat van [ verzoekster ] zich in dit verband uitvoerig heeft verdiept in de conceptriehtlijn en zich verschillende keren heeft verstaan met Bakker. De door de advocaat van [ verzoekster ] reeds sterk gematigde tijdsbesteding van ongeveer 34 uren die gemoeid zijn geweest met de studie van het omvangrijke dossier en de verschillende deskundigenrapporten, het opstellen van het verzoekschrift (33 pagina's) en het overleg met [ verzoekster ] , Bakker en de behandelaar van het dossier, komt de rechtbank niet onredelijk voor. Ook de tien uren die volgens het kostenoverzicht gemoeid zijn geweest met de bestudering van het verweerschrift en het opstellen van een pleitnota oordeelt de rechtbank gelet op de inhoud van het geschil en het verhandelde ter zitting niet onredelijk. Voorts oordeelt de rechtbank het niet onredelijk dat de advocaat van [ verzoekster ] ruim voorafgaande aan de mondelinge behandeling nog een bespreking heeft gevoerd met [ verzoekster ] en haar moeder over de inhoud van het verweerschrift en hetgeen [ verzoekster ] tijdens de mondelinge behandeling kon verwachten. 
[ verzoekster ] heeft afdoende toegelicht dat het voor haar in verband met haar letsel belangrijk is zij zich tijdig op de mondelinge behandeling kon voorbereiden. 

4.17. 
Zonder toelichting - die ontbreekt - is het de rechtbank evenwel niet duidelijk welke werkzaamheden (naast de studie van het verweerschrift, het overleg met [ verzoekster ] en het opstellen van de pleitnota) zijn verricht ter 'voorbereiding van de mondelinge behandeling'. Deze kosten (volgens het kostenoverzicht zes uur x € 260,00) zullen op nihil worden bepaald. Gelet op de duur van de mondelinge behandeling (ongeveer 1,5 uur) zal de rechtbank de met het bijwonen van de mondelinge behandeling in het kostenoverzicht 
gemoeide tijd bepalen op vier uur, waarbij de reistijd van de advocaat van [ verzoekster ] mede in aanmerking is genomen. 

4.18. 
Op grond van het voorgaande begroot de rechtbank de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv op € 14.696,66 inclusief btw, te vermeerderen met het door [ verzoekster ] betaalde griffierecht van € 297,00. De rechtbank zal Goudse veroordelen om dit bedrag binnen veertien dagen na deze uitspraak aan [ verzoekster ] te betalen, zoals door [ verzoekster ] is verzocht. 

Met dank aan mevrouw mr. J. Broeders, Asselbergs & Klinkhamer Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2019/RBZWB-090719 , ook op rechtspraak.nl ECLI:NL:RBZWB:2019:3178