Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Roermond 051207 eindleeftijd levensonderhoud

Rb Roermond 051207 eindleeftijd levensonderhoud
4.18. [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van [de minderjarige] dient te worden berekend totdat hij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en dat [eiseres / moeder] ten onrechte is uitgegaan van 21 jaar.

4.19. Partijen strijden aldus over de vraag tot welke leeftijd [de minderjarige] levensonderhoud derft. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Ingevolge artikel 6:108 eerste lid sub a en c BW moet worden bezien hoe lang [de minderjarige] niet in staat is om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien en voorts hoe [vader], indien hij niet zou zijn overleden, daarin zou hebben bijgedragen. Naar het oordeel van de rechtbank is het redelijk om hierbij het 21e levensjaar als uitgangspunt te nemen, aangezien ouders krachtens familierechtelijke bepalingen normaliter ook tot dit levensjaar tot betaling van alimentatie zouden kunnen worden gehouden. Door [gedaagde] zijn geen bijzondere feiten en/of omstandigheden naar voren gebracht, die tot afwijking van dit uitgangspunt nopen. [eiseres / moeder] zal dan ook op dit punt in het gelijk worden gesteld.
LJN BC0433