Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb R. dam 080910 geen schending schadebeperkingsplicht door geen pschologische begeleiding te zoeken

Rb R. dam 080910 geen schending schadebeperkingsplicht door geen pschologische begeleiding te zoeken,
4.24.  Ace voert aan dat [eiser] in strijd heeft gehandeld met een op hem rustende schadebeperkingsplicht. Ace wijst erop dat behandelend artsen [eiser] hebben geadviseerd om een psycholoog te consulteren, hetgeen [eiser] heeft nagelaten. Om die reden betwist Ace alle vanaf 2 november 2006 opgekomen schadeposten.

4.25.  De rechtbank stelt voorop dat een "schadebeperkingsplicht" niet bestaat. Niemand is verplicht de door hem te lijden schade te beperken. Echter, degene die schade lijdt die hij betrekkelijk eenvoudig had kunnen vermijden door voor de hand liggende schadebeperkende maatregelen te treffen, zal het achterwege gelaten hebben van die maatregelen tegengeworpen kunnen krijgen. Dat betekent dat schade die had kunnen worden vermeden mogelijk niet of niet geheel op de aansprakelijke partij zal kunnen worden verhaald.

4.26.  De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende grond bestaat om een deel van de schade voor rekening van [eiser] te laten. Allereerst ligt de vraag voor of [eiser] er, mede gelet op zijn persoonlijkheidsstructuur, een verwijt van kan worden gemaakt dat hij het advies om een psycholoog te consulteren niet heeft opgevolgd. De rechtbank meent dat dit niet het geval is.

4.27.  Uit de brief van 2 november 2006 van Revalidatiecentrum De Trappenberg (productie 29 bij dagvaarding) blijkt dat [eiser] destijds in De Trappenberg is geweest voor een intake psycholoog, een intake maatschappelijk werk en een intake/onderzoek bij de ergotherapeut. De vervolgens aan [eiser] gecommuniceerde conclusie was dat men in De Trappenberg geen zinvolle revalidatiebehandeling mogelijk achtte, onder meer omdat [eiser] zo weinig belastbaar was dat revalidatiebehandeling te zwaar zou zijn. [eiser] werd geadviseerd om een psycholoog in zijn eigen woonomgeving te consulteren. De brief van De Trappenberg vermeldt onder meer:

"Wat wij ons voorstellen bij psychologische behandeling is dat u samen met de psycholoog kijkt welke gedachten, gevoelens en gedrag een rol spelen in uw klachten en hoe u daar verandering in zou kunnen aanbrengen."

4.28.  Het is niet onbegrijpelijk dat [eiser], nu hem werd bericht dat de revalidatiebehandeling in verband met zijn te beperkte belastbaarheid geen doorgang kon vinden, weinig verwachtte van de door het revalidatiecentrum geadviseerde psychologische behandeling. [eiser] heeft uit de brief van De Trappenberg in ieder geval niet hoeven begrijpen dat behandeling door een psycholoog ertoe zou kunnen leiden dat zijn belastbaarheid substantieel zou toenemen. Dat [eiser] het advies om zich onder behandeling van een psycholoog in zijn woonomgeving te stellen niet heeft opgevolgd, brengt onder deze omstandigheden niet mee dat [eiser] geacht kan worden schade te hebben geleden ter zake waarvan hem kan worden verweten dat hij die betrekkelijk eenvoudig had kunnen vermijden door voor de hand liggende schadebeperkende maatregelen te treffen. Aangenomen mag worden dat [eiser] zich er niet van bewust is geweest dat hij door zich onder behandeling van een psycholoog te stellen mogelijk zijn schade zou kunnen beperken. Bovendien is van belang dat [eiser] ervan uitging dat aan een behandeling door een psycholoog kosten zouden zijn verbonden waarvoor hij niet verzekerd was.

4.29.  De rechtbank acht bovendien niet zonder meer aannemelijk dat [eiser] de schade (substantieel) had kunnen beperken door zich na 2 november 2006 onder behandeling van een psycholoog te stellen. Beperking van de schade zou in het bijzonder kunnen zijn opgetreden na geslaagde re-integratie van [eiser] in het arbeidsproces. Het is naar het oordeel van de rechtbank echter zeer de vraag of die re-integratie destijds op dat moment op basis van louter behandeling door een psycholoog nog een reële kans van slagen zou hebben gehad.

4.30.  Neuroloog Van den Doel rapporteert op 1 mei 2006 dat [eiser] in een negatieve spiraal terecht is gekomen waarin hij mogelijk niet terecht zou zijn gekomen indien eerder een actieve geleidelijke werkhervatting onder begeleiding (bij zijn oude werkgever) tot stand had kunnen komen. Echter, alleen de oude werkgever zou wettelijk verplicht zijn geweest om medewerking te verlenen aan re-integratie van [eiser]. Op willekeurige andere potentiële werkgevers rustte een dergelijke plicht niet. Het zou dan ook geenszins eenvoudig zijn geweest een actieve geleidelijke werkhervatting onder begeleiding bij een andere potentiële werkgever te realiseren. In praktische zin kon een dergelijke re-integratiebegeleiding van het UWV niet worden verwacht.

4.31.  Voor zover Ace meende dat de schade kon worden beperkt door het inzetten van een professioneel begeleid re-integratietraject, lag het op haar weg om aan [eiser] aan te bieden op haar kosten een re-integratiedeskundige in te schakelen teneinde [eiser] de noodzakelijke professionele begeleiding te bieden. Dat dergelijke re-integratiebegeleiding door Ace aan [eiser] is aangeboden, is echter gesteld noch gebleken.

4.32.  Op de hiervoor weergegeven gronden komt de rechtbank tot de conclusie dat Ace [eiser] niet kan verwijten dat hij heeft nagelaten voor de hand liggende schadebeperkende maatregelen te treffen. Er is derhalve geen aanleiding om een deel van de schade voor rekening van [eiser] te laten.
LJN BN9171