Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Haag 251016 astma rioolbeheerder; onvoldoende bepaald verband tussen astma en werkzaamheden; geen toepassing omkeringsregel

Hof Den Haag 251016 astma rioolbeheerder; onvoldoende bepaald verband tussen astma en werkzaamheden; geen toepassing omkeringsregel

3.15

De conclusie is dat niet kan worden vastgesteld dat daadwerkelijk een voor de gezondheid schadelijke blootstelling heeft plaatsgevonden. Aldus kan evenmin worden aangenomen dat de astma van [appellant] een gevolg kan zijn van de arbeidsomstandigheden bij Van der Velden: het verband tussen de werkzaamheden van [appellant] en zijn astma is te onbepaald. Het hof komt derhalve niet toe aan toepassing van de omkeringsregel. Dat betekent dat [appellant] het causaal verband tussen de werkzaamheden en zijn astma moet stellen en bewijzen. [appellant] heeft behalve door te verwijzen naar het deskundigenbericht – waaruit het causaal verband niet volgt – niets gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de werkzaamheden bij [appellant] de astma hebben veroorzaakt. [appellant] heeft ook geen gespecificeerd bewijsaanbod ter zake gedaan. Aan bewijslevering wordt derhalve niet toegekomen.

3.16
Hierop stuit de vordering van [appellant] af. Dat geldt ook voor zover deze op proportionele aansprakelijkheid is gegrond; ook daarvoor is immers vereist dat de schade door de werkzaamheden kan zijn veroorzaakt.

3.17
Aan hetgeen hiervoor is overwogen doet niet af dat, zoals [appellant] stelt, geen aanstellingskeuring heeft plaatsgevonden (waardoor onzeker is of [appellant] al voor aanvang van zijn werkzaamheden longproblemen had). Immers, ook als bij die keuring zou zijn gebleken dat er geen longproblemen waren – hetgeen overigens niet direct voor de hand ligt gegeven de medische voorgeschiedenis van [appellant] – zou hoogst onzeker zijn of de astma al dan niet kan zijn veroorzaakt door de werkzaamheden bij Van der Velden. Ook in dat geval zou het hof derhalve niet zijn toegekomen aan toepassing van de omkeringsregel.

3.18
De conclusie is dat alle grieven falen en het vonnis van de kantonrechter zal worden bekrachtigd. [appellant] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. ECLI:NL:GHDHA:2016:2920