Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 260711 mishandeling; kosten vergoed conform liquidatietarief; invloed toevoeging; kosten ivm procedure

Hof 's-Hertogenbosch 260711 mishandeling; kosten vergoed conform liquidatietarief; invloed toevoeging; kosten ivm procedure
4.7.1. Grief V betreft de buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft volgens [X.] daarvoor ten onrechte € 3.143,00 toegewezen. [X.] wijst erop dat [Y.] een toevoeging heeft en hij betwist dat [Y.] naast de eigen bijdrage nog enige vergoeding behoeft te voldoen. Hij stelt voorts dat de aanloopkosten voor een procedure niet onder de buitengerechtelijke kosten vallen. Subsidiair stelt [X.] dat de kosten moeten worden berekend op basis van het Rapport Voorwerk II. De gevorderde kosten acht hij extreem hoog, terwijl ze voor een deel volgens hem ook betrekking hebben op de schadevordering in de strafzaak.

4.7.2. In eerste aanleg heeft de advocaat van [Y.] aangevoerd dat de toevoeging van [Y.] komt te vervallen als het door de rechtbank toe te wijzen bedrag meer bedraagt dan de helft van het vrijgestelde bedrag in box 3, in dit geval de helft van € 20.661,00, derhalve € 10.330,50. Dat is door [X.] noch in eerste aanleg noch in hoger beroep betwist. Ook het hof gaat daar dus van uit.

4.7.3. Thans staat nog niet vast of het toe te wijzen bedrag de som van € 10.330,50 te boven gaat; dat hangt af van de uitkomst van het deskundigenbericht. Met betrekking tot de hoogte van het eventueel toe te wijzen bedrag overweegt het hof reeds nu het volgende. Op grond van de overgelegde stukken gaat het hof er van uit dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt, nu enige correspondentie en overleg heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de procedure. In beginsel wordt daarvoor forfaitiair toegewezen een bedrag van twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, in dit geval tweemaal € 452,00, dus € 904,00. Een hoger bedrag is slechts toewijsbaar indien [Y.] stelt en bewijst dat hogere kosten redelijk zijn. [Y.] heeft in eerste aanleg een overzicht van door zijn raadsman gemaakte kosten overgelegd. Het hof is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat een groot deel van de tijd is besteed aan de voorbereiding van de procedure, zoals het verzamelen van informatie en het opstellen van de dagvaarding. Zoals weergegeven in 4.1. onder g zijn voorafgaand aan de dagvaarding slechts enkele brieven geschreven en heeft beperkt telefonisch contact plaatsgevonden. Het is niet aannemelijk dat meer buitengerechtelijke kosten dan het hiervoor genoemde bedrag zijn gemaakt, zodat het hof in elk geval niet meer dan het forfaitaire bedrag zal toewijzen. LJN BR4202