Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 150818 buitengerechtelijke kosten beoordeeld conform rapport Voorwerk, van kleur verschoten

RBZWB 150818 hemorroïden, diagnose bekkenbodemproblematiek gemist; geen informed consent; geen indicatie voor operatie 
- buitengerechtelijke kosten beoordeeld conform rapport Voorwerk, van kleur verschoten 

Buitengerechtelijke kosten

2.29.
Eiseres maakt aanspraak op de vergoeding van een voorschot van € 7.500,-- ter zake door haar beweerdelijk gemaakte buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het verzuim van het ziekenhuis is ingetreden vóór 1 juli 2012 zodat de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom zal worden getoetst aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voor-werk II. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport BGK-integraal - worden afgewezen. Eiseres heeft immers nagelaten een omschrijving te geven van de voor haar rekening verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden. De enkele verwijzing naar een urenoverzicht en declaraties van de advocaat van eiseres acht de rechtbank niet voldoende gespecificeerd. De kosten waarvan eiseres vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten. Gelet hierop wordt vordering sub IV afgewezen.

2.30.
Het ziekenhuis zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten (aan de zijde van eiseres) worden begroot op:
- dagvaarding € 105,67
- betaald griffierecht € 79,00
- deskundigen € 1.179,75
- salaris advocaat € 1.900,50 (3,5 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 3.264,92

Voormelde deskundigenkosten ad € 1.179,75 dienen door het ziekenhuis, vanwege de aan eiseres verleende toevoeging, aan de griffier te worden betaald, één en ander zoals hierna vermeld in het dictum. Aldus is het ziekenhuis een bedrag van € 2.085,17 aan proceskosten aan eiseres verschuldigd.

De verzochte veroordeling van het ziekenhuis in de nakosten, de wettelijke rente over de proces- en nakosten en uitvoerbaarverklaring bij voorraad van dit vonnis zullen - als inhoudelijk onbetwist - worden toegewezen als hierna in het dictum vermeld. Gezien de toewijzing van de verzochte nakosten, zoals hierna in het dictum begroot, ziet de rechtbank geen aanleiding om, zoals gevorderd, een bevelschrift ex artikel 237 lid 4 BW af te geven.

De rechtbank

3.1.
verklaart eiseres niet-ontvankelijk in haar vorderingen voor zover gericht tegen de arts;

3.2.
veroordeelt eiseres in de proceskosten aan de zijde van de arts, begroot op nihil;

3.3.
veroordeelt het ziekenhuis tot vergoeding aan eiseres van de ten gevolge van de aan haar toerekenbare tekortkoming door eiseres geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat;

3.4.
veroordeelt het ziekenhuis om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis aan eiseres, tegen voldoende bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 15.000,--, bij wijze van voorschot op de door haar geleden materiële en immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;

3.5.
veroordeelt het ziekenhuis in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 3.264,92, waarvan een bedrag van € 1.179,75 te voldoen aan de griffier nadat het ziekenhuis een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) daarvoor heeft gekregen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over een bedrag van € 2.085,17 met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;

3.6.
veroordeelt het ziekenhuis in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat het ziekenhuis niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de dagtekening van dit vonnis tot aan de voldoening;

3.7.
verklaart voormelde veroordelingen in r.o 3.3 t/m 3.6 uitvoerbaar bij voorraad;

3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af. ECLI:NL:RBZWB:2018:4940