Overslaan en naar de inhoud gaan

RbZwolle 060207 kosten buiten rechte, van kleur verschoten, wettelijke rente over kbr

RbZwolle 060207 kosten buiten rechte, van kleur verschoten, wettelijke rente over kbr
2.38.  [eiseres] vordert, na vermindering van eis, nog een bedrag van EURO 3.440,64 aan buitengerechtelijke kosten. Allianz betwist dit bedrag verschuldigd te zijn. Zij stelt met betaling van een bedrag van EURO 15.000,00 de buitengerechtelijke kosten te hebben voldaan. Het meerdere is volgens haar van kleur verschoten.

De rechtbank volgt Allianz niet in dit verweer. [eiseres] heeft, middels het in het geding brengen van de declaraties, met bijbehorende urenspecificaties, van haar advocaten haar vordering deugdelijk gemotiveerd. De kosten die betrekking hadden op het deskundigenbericht heeft zij, nadat Allianz daar bezwaar tegen had gemaakt, buiten beschouwing gelaten. Het lag op de weg van Allianz om aan de hand van de door [eiseres] in het geding gebrachte urenspecificaties nauwkeurig aan te geven welke werkzaamheden van kleur verschoten zijn, waardoor ze niet als schade in de zin van artikel 6: 96 sub b en c BW zijn te beschouwen. Allianz heeft dat echter nagelaten en heeft haar verweer aldus onvoldoende onderbouwd.

2.39.  De slotsom is dat de vordering van [eiseres] toewijsbaar is tot het gevorderde bedrag van EURO 3.440,64.

wettelijke rente
2.40.  [eiseres] vordert een bedrag van EURO 39.242,21 aan wettelijke rente. Dat bedrag is gebaseerd op een uitvoerige berekening. Allianz heeft die berekening niet betwist, maar maakt wel bezwaar tegen de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten. Volgens haar is de wettelijke rente eerst verschuldigd vanaf het moment dat [eiseres] de declaraties betaald heeft.

2.41.  De rechtbank volgt Allianz in dit verweer. Nu gesteld noch gebleken is dat [eiseres] over de facturen van haar advocaten betreffende de buitengerechtelijke kosten wettelijke rente verschuldigd is geworden vanaf de vervaldata van de facturen tot aan het moment van betaling, is het moment van betaling doorslaggevend voor de verschuldigdheid van wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten. Dat betekent, gelet op hetgeen door [eiseres] is gesteld over de betaling door haar van de facturen, wettelijke rente verschuldigd is vanaf begin februari 2005, toen [eiseres] een aanvullend voorschot ontving onder algemene titel en de nog openstaande declaratie ten laste van dit voorschot is voldaan.

2.42.  Nu de berekening van de wettelijke rente is gebaseerd op de door [eiseres] gevorderde bedragen, en deze bedragen niet volledig toewijsbaar zijn, dient [eiseres] een nieuwe berekening in het geding te brengen. Het komt de rechtbank zinvol voor wanneer [eiseres] een berekening vervaardigt per 1 januari 2007 en in die berekening ook rekening houdt met het, kennelijk, begin februari 2005 betaalde aanvullende voorschot. [eiseres] dient deze berekening bij akte in het geding te brengen. [eiseres] dient tevens aan te geven welk bedrag zij op basis van de door de rechtbank toewijsbaar geachte schadeposten en rekening houdend met de betaalde voorschotten, nog te vorderen heeft van Allianz voor wat betreft de schade tot en met 31 december 2004.
LJN BA8627