Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 230408 voordeel uit sommenverzekering komt niet in mindering op smartengeld

Rb Arnhem 230408 voordeel uit sommenverzekering komt niet in mindering op smartengeld
4.18.  [gedaagde]s betoog dat de vordering tot betaling van smartengeld moet worden afgewezen omdat uit de brief van Hienfeld Assuradeuren van 24 augustus 2007 blijkt dat er ofwel geen sprake is van invaliditeit ofwel dat de ongevallenverzekering daarvoor reeds uitkering geeft, wordt gepasseerd. De vraag of sprake is van invaliditeit in de zin van de polis van een ongevallenverzekering is een andere dan de vraag of sprake is van lichamelijk letsel in de zin van artikel 6:106 lid 1 sub b BW, dat recht geeft op smartengeld. De rechtbank ziet verder geen reden voor verrekening van een uitkering uit de ongevallenverzekering – nog daargelaten dat uit de brief van Hienfeld Assuradeuren blijkt dat vooralsnog geen uitkering wordt verstrekt – op de voet van artikel 6:100 BW. De ongevallenverzekering betreft een sommenverzekering. Niet valt in te zien waarom het redelijk zou zijn dat het voordeel uit de sommenverzekering door verrekening aan [gedaagde] zou toekomen in plaats van aan [eiser].
LJN BD1779