Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 281009 psychiater die jarenlang zijn patiente misbruikt roept vruchteloos zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar in vrijwaring

Rb Utrecht 281009 psychiater die jarenlang zijn patiente misbruikt roept vruchteloos zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar in vrijwaring
in de vrijwaringszaak
5.27.  [gedaagde] stelt dat op Nationale Nederlanden en/of Delta Lloyd de verplichting rust hem de schade, ter grootte van het bedrag waartoe hij op grond van een in gewijsde rechterlijke uitspraak wordt veroordeeld, te vergoeden nu hij zich tegen beroepsaansprakelijkheid bij hen heeft verzekerd in de periode waarin in de visie van [eiseres] schade toebrengende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.

Hoedanigheid
5.28.  Door Delta Lloyd en Nationale Nederlanden wordt gesteld, dat [gedaagde] bij hen verzekerd was voor schade veroorzaakt door handelingen in zijn hoedanigheid van psychiater en dat de handelingen/gedragingen waarop hij in de hoofdzaak wordt aangesproken, niet vallen aan te merken als handelingen/gedragingen verricht in hoedanigheid van psychiater. De schade die [gedaagde] zou lijden bij een veroordeling in de hoofdzaak valt volgens beide verzekeraars dan ook niet onder de dekking van de polis.

5.29.  [gedaagde] heeft dit alles betwist en betoogt dat de handelingen/gedragingen waarop hij in de hoofdzaak wordt aangesproken wel degelijk door hem zijn verricht in zijn hoedanigheid als psychiater. Hij wijst daarbij op het feit dat hij in de strafzaak ook als arts veroordeeld is.

5.30.  Naar het oordeel van de rechtbank hebben de onzorgvuldige gedragingen van [gedaagde] jegens [eiseres] plaatsgevonden in zijn hoedanigheid als psychiater. Immers, alle onzorgvuldige gedragingen, inclusief het seksueel grensoverschrijdend gedrag, vonden tijdens en als onderdeel van de therapie plaats. Het feit dat het Regionaal Medisch Tuchtcollege en het Centraal Medisch Tuchtcollege hebben geoordeeld dat er sprake was van seksueel grensoverschrijdend gedrag, wat als seksueel misbruik gekwalificeerd kan worden, alsmede dat deze colleges hebben geoordeeld dat [gedaagde] op een aantal andere gronden in strijd heeft gehandeld met artikel 47 lid 1 Wet BIG, maakt dat niet anders. Ook een eventuele onherroepelijke veroordeling van [gedaagde] wegens het handelen in strijd met de artikelen 242, 243, 246, 249 en 257 van het Wetboek van Strafrecht, brengt geen verandering in het oordeel dat de onzorgvuldige gedragingen van [gedaagde] jegens [eiseres] hebben plaatsgevonden in zijn hoedanigheid als psychiater.

Opzet
5.31.  Voorts moet de vraag beantwoord worden of de vordering van [gedaagde] dient te worden afgewezen op grond van de opzetclausule, zoals Delta Lloyd en Nationale Nederlanden stellen.

5.32.  [gedaagde] betwist dat er zekerheidsbewustzijn was en hij betwist dat hij wist of had moeten weten dat deze behandeling tot schade zou leiden.

5.33.  De rechtbank stelt voorop dat in het kader van opzetclausule niet relevant is of de oude of nieuwe polisvoorwaarden van Nationale Nederlanden van toepassing zijn op de verzekeringsovereenkomst. De inhoud van de opzetclausule is immers exact hetzelfde in de oude en nieuwe polisvoorwaarden. De rechtbank laat om die reden in het midden welke polisvoorwaarden van toepassing zijn.

5.34.  Voorts overweegt de rechtbank dat de ‘opzet’ in de polisvoorwaarden van Nationale Nederlanden strikter is geformuleerd dan in de polisvoorwaarden van Delta Lloyd. Bij Nationale Nederlanden valt onder het ‘opzet’ alleen oogmerk (het willens en wetens veroorzaken van schade) en zekerheidsbewustzijn (het veroorzaken van schade terwijl het voor de dader zeker is dat dit het gevolg van zijn handelen of nalaten zal zijn). Bij Delta Lloyd valt onder opzet ook het veroorzaken van schade terwijl het voor de dader te verwachten is dat dit het gevolg van zijn handelen of nalaten zal zijn.

5.35.   De ernstige tekortkomingen in het handelen van [gedaagde] op diverse gronden gedurende zeer lange tijd en meer in het bijzonder de lange duur en frequentie waarmee hij [eiseres] tijdens de behandelingen blootstelde aan seksueel grensoverschrijdend gedrag, alsmede het feit dat hij als psychiater ervan op de hoogte moet zijn geweest dat mensen die aan dit gedrag worden blootgesteld daar schade van ondervinden, brengt de rechtbank tot het oordeel dat er bij [gedaagde] sprake was van zekerheidsbewustzijn. De rechtbank zal om die reden de vordering van [gedaagde] jegens zowel Delta Lloyd als Nationale Nederlanden afwijzen, nu zij met succes een beroep doen op de opzetclausule.
LJN BK1546