Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Haag 161107 na bezwaar geen beroep in ambtenarenzaak; civiele rechter wijst om die reden af

Hof Den Haag 161107 na bezwaar volgt geen beroep in ambtenarenzaak; civiele rechter wijst om die reden af
1.   In het bestreden vonnis van 21 september 2005 heeft de rechtbank de vordering van [Appellant] tot schadevergoeding afgewezen, omdat, kort gezegd, [Appellant] verzuimd heeft zich tijdig tot de bestuursrechter te wenden. Alvorens verder op het geschil tussen de partijen in te gaan zal het hof eerst grief 1 bespreken, dat tegen deze afwijzingsgrond is gericht.

2.1  Anders dan T.U. Delft heeft gesteld, voldoet de grief met zijn motivering aan de door de wet gestelde eisen.

2.2  Het hof stelt bij de beoordeling van de grief voorop dat in het ambtenarenrecht de weigering van een overheidsorgaan om aansprakelijkheid te erkennen bij beweerde beroepsaandoeningen als de onderhavige een appellabel besluit is. Pas als de onjuistheid van die weigering in de bestuursrechtelijke procedure is komen vast te staan, mag en moet de burgerlijke rechter uitgaan van de onrechtmatigheid van dat besluit.

2.3  T.U. Delft heeft haar aansprakelijkheid afgewezen en heeft deze afwij zing na bezwaar gehandhaafd. Dit laatste besluit is onherroepelijk geworden na het ongebruikt verlopen van de termijn voor beroep op de bestuursrechter. Dientengevolge moet het hof als burgerlijke rechter uitgaan van de juistheid van het besluit van T.U. Delft tot weigering van de erkenning van aansprakelijkheid. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat T.U. Delft onrechtmatig heeft gehandeld. De beslissing van de rechtbank tot afwijzing van de vordering is derhalve juist. Grief 1 faalt.

2.4  Grief 2 behoeft wegens het falen van grief 1 geen bespreking meer. Het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd. Als de in het ongelijk gestelde partij moet [Appellant] de kosten van het geding in hoger beroep dragen.
LJN BC1780